Een eetstoornis of een andere mentale ziekte verandert je, of je het wilt of niet. Die langzame verandering, met ups and downs, is voor naasten niet altijd te begrijpen. Het kan dan soms veel makkelijker zijn om, als omstander, verwijten te gaan maken. Waarom maak je van alles zo’n probleem of waarom kan je niet “gewoon” doen, zijn opmerkingen, die ik dan voor mijn voeten gegooid krijg en kreeg.
“I had no vote in this. I battle my demons in my head and the only reply that I get is that I have changed. Well… we’re always changing”
Ik realiseer me heel goed dat het voor een ieder, die aan de zijlijn staat soms niet te begrijpen is. Waarom zou je jezelf zo ten gronde richten als je alles hebt waar een gemiddeld mens alleen maar van droomt! Waarom doe je jezelf dit in godsnaam aan?! Een goede vraag, tikkie kort door de bocht, maar een goede vraag. Het is geen keuze om een eetstoornis te hebben. Het overkomt je net als, denk ik, een verslaving aan drugs, medicijnen of alcohol.
Ergens verloor ik mezelf in wat het me op korte termijn bood: troost, verdoving of juist kracht. Er zijn genoeg wetenschappelijke onderzoeken, die bepaalde type mensen onderverdelen in het vakje “gevoelig” voor een mentale ziekte. Waarom wordt er door mensen met zoveel meer begrip gereageerd wanneer je bijvoorbeeld zegt dat er hart- en vaatziekten in de familie zit? In mijn hoofd is het een soort Russische roulette, you get it or you don’t.
Het moment, dat ik zelf hardop durfde toe te geven, dat ik heel misschien een issue met eten had, was tegelijk de dag dat ik er spijt van kreeg. Had ik dit wel hardop moeten zeggen? Everything changed after that. I do wish sometimes that I had kept my big mouth shut. Het is namelijk zeker niet gegarandeerd dat je omgeving, of de wereld om je heen, met een deken van begrip daarop kan reageren. Nope… it’s not always like in the movies. In mijn geval, in ieder geval niet. In mijn hoofd had ik er gelijk een “probleem” bij: onbegrip, veroordeling, heel veel frustratie en boosheid. Het dubbele hieraan is dat ikzélf precies diezelfde gevoelens ook had en nog steeds heb: van waarom kan ik niet “normaal” doen tot boosheid en weer terug. Ik heb weleens geschreven dat ik mijn eigen “judge and jury” ben. Anders dan dit kan ik het niet beschrijven. Daar was dan dat ene gemeenschappelijke iets tussen mij en de mensen, die er niet mee kunnen omgaan: onmacht.
“Everything changed after that.
I do wish sometimes that I had kept my big mouth shut”
Ik zal het niet ontkennen: het heeft me heel erg gekwetst dat, mensen die dichtbij me stonden, geen begrip wilden of konden opbrengen voor mijn ziekte. Het voelde op dat moment als een van de grootste afwijzingen naar mij toe als persoon. Het goedpraten zal ik niet doen, maar ik denk wel dat wanneer je ziek bent (mentaal of fysiek) dit een enorme impact heeft op je omgeving. Je bent nooit “alleen” ziek. Er staan altijd mensen om je heen, die daar ook “zomaar” mee moeten dealen. Je kan je gekwetst blijven voelen of je kan proberen te accepteren dat het nu eenmaal zo is. Ieder mens heeft zijn of haar eigen bagage en dus ook zijn of haar eigen manier van omgaan met tegenslagen en verdriet. Dat staat los van of je ziek bent of niet.
Er is hierin geen goed of fout. Uiteindelijk gaat het erom, dat ik op de eerste plaats beter word, voor mezelf en niet voor een ander. Ik veranderde toen de anorexia langzaamaan haar plek in mijn leven nam en ik verander nu ik weer langzaamaan iets beter voor mezelf aan het zorgen ben. We’re always changing, maar alleen wanneer je daar open voor staat en het aan durft om los te laten wat je op lange termijn ten gronde zal richten. I certainly had no vote in this disease, wel over hoe ik anderen behandel. Dat wil ik zo veel mogelijk doen, zonder terug te veroordelen. Je steunt me of niet. That’s all I am asking for.
Geef een reactie