Wat heb je nu weer gekocht? En waarom doe je dat nu weer? Denk je daar weleens over na? Dit zijn zinnen die ik vroeger en nu nog steeds vaak hoor van mijn ouders. Jarenlang heeft mij dit ontzettend veel onzekerheid opgeleverd. Dan keek ik naar mijn vriendinnen en bij hun was dit wel goed, waarom bij mij dan niet? Was ik dan zo anders of was ik echt een ‘moeilijk’ kind? Uiteindelijk kreeg ik op elfjarige leeftijd ook een eetstoornis. Of mijn thuissituatie de directe aanleiding daarvan was weet ik niet en zal ik ook nooit weten, maar ik weet wel dat het mij veel problemen heeft opgeleverd. In deze blog wil ik graag mijn verhaal met jullie delen en (hopelijk) kunnen jullie hieruit herkenning en steun halen.
Mijn eerste levensjaren
Toen ik geboren werd, waren mijn ouders relatief gezien al wat ouder. Mijn moeder kon in eerste instantie geen kinderen krijgen, dus voor haar was ik echt een cadeautje. Verder kan ik me van deze jaren niet heel veel herinneren, maar op foto’s was ik altijd een vrolijk meisje die samen met haar moeder veel plezier had. Mijn vader ging ook altijd wel overal mee naartoe, maar was wel minder enthousiast dan mijn moeder.
Mijn moeder werd ziek
Toen ik zes jaar was, veranderde er veel in de relatie tussen mij en mijn moeder. Mijn moeder kreeg een psychose die mijn leven al op jonge leeftijd op z’n kop zette. Ik kan me die eerste dag nog heel goed herinneren: ‘Mama waarom zeg je nu dat het water warm is terwijl het koud is? En waarom zeg je allemaal van die vreemde woorden?’ Mijn moeder werd toen voor bijna twee maanden opgenomen en mijn vader werkte ontzettend veel, waardoor ik vóór en na schooltijd altijd bij vriendjes en vriendinnetjes was. Toen mijn moeder weer thuis kwam, leek alles weer even normaal, met de nadruk op even….
Ongeveer twee jaar later werd mijn moeder opnieuw ziek en moest ze voor langere tijd worden opgenomen. Op dat moment was ik nog steeds een jong meisje, maar maakte ik alles zeer bewust mee. In die tijd zorgde ik niet alleen voor mijn moeder, maar moest ik ook helpen in het huishouden en waren er weinig tot geen leuke dingen die wij als gezin met elkaar konden doen. Uiteindelijk kwam mijn moeder weer thuis en het leventje ging weer door. Zowel mijn vader als mijn moeder deden alsof er eigenlijk niets aan de hand was geweest en ook ik moest gewoon met mijn school, sport en vriendinnetjes verder gaan. Het was heel moeilijk voor mij om dit een plekje te geven, waardoor ik verschillende copingstijlen begon te ontwikkelen. Op school moest ik van mezelf de hoogste cijfers halen, wilde ik graag dat iedereen mij aardig vond en daarnaast ging ik mezelf eisen opleggen met eten.
Mijn eetstoornisperiode
Deze eisen rondom het eten werden van kwaad tot erger, waardoor ik uiteindelijk bijna niets meer durfde te eten. Ik zat in groep acht. Een bijzonder jaar waarbij de cito toetsen, de afscheidsmusical en het kiezen van een nieuwe school centraal stonden. Bij mij stond er echter ook iets anders centraal en dat was mijn gewicht. De kilo’s vlogen eraf, waardoor een kinderarts mij uiteindelijk heeft opgenomen. Mijn ouders waren helemaal in de war, hoe kon hun kind nu een eetstoornis krijgen?! Tijdens mijn opname kwamen mijn ouders vaak op bezoek, maar er werd nooit over mijn problemen gepraat. Op de momenten dat zij kwamen, gingen we spelletjes spelen of een rondje wandelen en natuurlijk was dat voor mij toen fijn, maar de behoefte aan begrip en vertrouwen was ook enorm groot. Na een maand mocht ik weer naar huis onder begeleiding van een psycholoog. Naast mijn eigen psycholoog hadden mijn ouders een maatschappelijk werkster toegewezen gekregen en als ik mij nog goed herinner moesten zij hier elke twee weken een gesprek mee hebben.
Helaas stonden mijn ouders hier beide niet voor open en daardoor was ik zelf ook behoorlijk terughoudend tijdens de gesprekken met mijn psycholoog. Kortom, de ambulante behandeling voor zowel mijn ouders als voor mij pakte niet heel positief uit en ongeveer anderhalf jaar later werd ik opnieuw opgenomen. Doordat mijn eetstoornis zo hardnekkig was, wilde ik dit absoluut niet en mijn ouders hebben deze opname ook geprobeerd tegen te houden. Dit deden ze deels omdat ze het ook heel erg voor mij vonden, maar ook omdat zij niet wilden dat de regie bij andere mensen/hulpverleners kwam te liggen. Uiteindelijk ben ik voor deze opname door de kinderbescherming opgehaald en toen was het ‘feest’ pas echt begonnen…..
Tijdens deze opname mocht ik mijn ouders heel weinig zien en mocht ik ook geen telefonisch contact met hen opnemen. Ik stond in eerste instantie onder voorlopig toezicht, wat betekende dat mijn ouders de zeggenschap over mij kwijt zouden raken. Gesprek na gesprek volgde en zelf was ik door deze hele situatie echt niet meer in staat om heldere beslissingen te nemen. Mijn ouders wilden niet inzien dat ik een eetstoornis had en bleven dit ook naar de artsen toe ontkennen. Drie maanden later mocht ik naar huis met de vraag of ik onder voogdij zou komen te staan of niet. Dit wilde ik natuurlijk ook absoluut niet. Het feit dat vreemde mensen dan over mij zouden gaan beslissen, maakte mij heel erg bang.
Een paar weken later volgde toen hierover de rechtsspraak en uiteindelijk mochten mijn ouders het ouderschap blijven houden. Natuurlijk waren wij hier alle drie ontzettend blij mee, maar toen deze hele hectische periode weer voorbij was, is over dit alles nooit meer gesproken. Mijn vader zal mij nooit begrijpen en mijn moeder durft het denk ik niet te begrijpen uit angst dat ze hierdoor zelf weer ziek zou worden. Hierdoor miste ik heel erg een persoon waarmee ik alles kon bespreken en die ik volledig kon vertrouwen. Deze persoon heb ik ook nog steeds niet bij mijn ouders kunnen vinden, maar wel ergens anders. Ik heb in mijn leventje tot nu toe een paar hele lieve mensen leren kennen, waarmee ik alles kan delen en die mij ook willen en durven begrijpen. Deze mensen ben ik ook enorm dankbaar en ik haal hier ontzettend veel liefde en motivatie uit. Motivatie om tegen die nare gedachtes te blijven vechten en af en toe een lief woord, het gevoel van begrip of een knuffel te krijgen.
Mijn leven nu en mijn toekomst
Op dit moment heb ik geen last meer van mijn eetstoornis, maar is de relatie tussen mij en mijn ouders niet veranderd. Mijn vader is een behoorlijk oppervlakkige man die mij nooit zal begrijpen en nooit over mijn ziekte en gevoelens zal spreken met mij. Mijn moeder is een lieve vrouw, maar behoorlijk kwetsbaar. Ik wil haar ook vanuit mezelf niet te veel met problemen ‘opzadelen’, want ze heeft zelf ook al genoeg meegemaakt. Gelukkig heb ik hele lieve vrienden en vriendinnen waarmee ik heel erg kan lachen, maar ook als het moet mee kan huilen. Daarnaast heb ik na mijn eetstoornisperiode een bijbaantje gekregen en werk ik in een super gezellig team. Ook heb ik tijdens mijn studiejaren een hele lieve vrouw leren kennen die mij van top tot teen begrijpt en waarmee ik alles kan delen. Dit voelde voor mij toen ook stiekem als een soort moederfiguur. Misschien mag dit niet en vind ik het vanuit mezelf soms ook een beetje vreemd, maar het gevoel was en is er nog steeds. Natuurlijk zal zij nooit mijn moeder kunnen vervangen, maar voor mijn gevoel vult zij het ontbrekende stukje van mijn moeder helemaal aan. Tot slot ben ik ook veel zelfstandiger geworden, maak ik meer mijn eigen keuzes en probeer ik mijn eigen weg te zoeken. Op dit moment weet ik zelf nog niet precies welke weg dit zal gaan worden, maar het liefste een weg zonder ziektes, met veel liefde, een baan in de zorg en veel sporten samen met mijn super toffe sportlerares!
Herken jij je in dit verhaal of heb je ook problemen thuis en wil je hier graag over praten? Kom dan vanavond tussen 19:00 en 21:00 uur naar de themachat.
Veel liefs ♥
Geef een reactie