In de tijd dat ik aan een eetstoornis leed had ik een magische broekmaat. Deze broekmaat was oké, nee, het was te doen, maar ik mocht er niet overheen. Dat zou namelijk een ramp zijn. Ik weet nog heel goed dat ik dit in therapie bespreekbaar maakte. Ze konden me er niet in geruststellen. “Laat ze maar praten,” dacht ik. Op dat moment was er nog niet echt sprake van dat die broekmaat snel groter zou worden, maar intussen is dat wel het geval. ik heb een broekmaat groter. De magische grens voorbij. Wat nu?
Beetje bij beetje begon ik het al te merken. De broeken zonder stretch begonnen steeds wat strakker te zitten. Toch weigerde ik om iets anders aan te trekken. Ik walgde van de korte broeken die mijn bovenbenen afknelde als ik moest zitten op een stoel. Als ik liep ging het net. Ik droeg een extra wijd en lang shirt en was continu mijn broek naar beneden aan het trekken, zodat het uiteinde van de pijpen op een dunner gedeelte van mijn been uitkwam. Echter zat hij van boven dan weer iets te strak, waardoor hij steeds weer omhoog kroop. Gek werd ik ervan.
Misschien was de broek gekrompen in de was? Op een vrije middag dwaalde ik door de stad en liep ik een winkel binnen. Ik pakte een korte broek met mijn magische maat uit het kledingrek. In het pashokje probeerde ik het aan. Nee, het zat niet. Gatver, het zag er niet uit. Ik zag er niet uit. Het licht van de pashokjes maakte het er niet veel beter op. Nog altijd heb ik geen idee waarom ze vaak voor zo’n on-flatterend licht kiezen in pashokjes. Zo verkoop je toch nooit wat? Er zal vast wel een reden voor zijn, maar die reden was niet het opkrikken van mijn zelfbeeld. Ik hing het broekje terug en liep de winkel uit.
Eenmaal thuis ging ik in mijn kast op zoek naar een oude, lange broek die nog goed zat. Ik besloot dat ik deze toch niet meer zo vaak droeg en dat ik hem wel af kon knippen, zodat ik toch een korte broek had. Ik zette de schaar erin en trok het broekje aan. Het afgeknipte stuk van het broekje rolde op en ook in mijn benen vormde een rol. Oh nee. Nee, nee, nee. Veel te kort. Ik lijk wel een rollade. Dit kan echt niet. Wat moet ik nou doen? Dan maar geen korte broek.
Die zomer liep ik in rokjes van stretch stof. Ik vond het oprecht leuke rokjes, dus kon het hele broeken fiasco al snel van me af laten glijden. Echter merkte ik beetje bij beetje dat mijn lange broeken ook strakker begonnen te zitten. Hoe kon dat nou? In de winkels vond ik maar geen broeken in mijn maat die echt lekker zaten. Een hele tijd wilde ik niks anders dragen dat stretchy rokjes of leggings met slobbertruien. Niks mis mee, ik vind het nog altijd wel een fijne outfit voor af en toe. Je hebt echt leuke leggings en fijne truien, maar iets anders was het dan ook nooit.
Af en toe probeerde ik het nog wel eens. Een broek in ‘mijn maat’, maar het zat gewoon niet lekker. Soms forceerde ik mezelf er toch in naar buiten te gaan, met het idee dat het nog wel een beetje uit zal rekken, maar als gevolg daarvan voelde ik me de hele dag ontzettend dik. Dit triggerde mijn eetstoornis enorm en ik verloor mezelf in restrictief eten, eetbuien en compenseren. Het leidde nooit tot wat ik wilde. Ik viel nooit daadwerkelijk af, maar bleef in die verrekte eetstoornis cirkel rondlopen. Hoe harder ik probeerde om af te vallen, hoe sterker die eetstoornis werd en hoe rotter ik me voelde. Ik kwam er niet uit.
Een hele tijd lang heb ik het kopen van broeken vermeden, omdat ik weigerde een grotere maat te kopen dan de maat waarvan ik had besloten dat die goed voor me was. In de tussentijd ging ik naar therapie. Werkte ik aan mijn eetstoornis en mijn zelfbeeld. Het is pas veel later geweest dat ik naar de winkel ging en dacht: “Fuck it. Ik koop gewoon een broek die lekker zit, ongeacht de maat.” Het was zomer. Ik wilde een korte broek dragen en geen legging. Ik wist dat ik niet meer de maat had die ik destijds voor mezelf had besloten. Echter had ik intussen al zo veel stappen gezet, dat de uitdaging niet meer zo groot was.
Er zijn meerdere wegen naar Rome. Ik besloot, bewust of onbewust, om me eerst op andere dingen te focussen dan die ellendige broekmaat. Zo gezegd, zo gedaan. Het was niet zo dat ik me er helemaal goed bij voelde, maar het was niet anders. Ergens in mijn achterhoofd had ik nog het idee dat ik altijd nog af kon vallen, maar dat het nu even goed was. Ik wilde gewoon een fijne korte broek voor de zomer.
Een broekmaat kleiner heb ik nooit meer gekregen. Hoewel ik dat ook wel even lastig heb gevonden, heb ik daar nu vrede mee. Ik weet, na eindeloos relativeren en mezelf echt de tijd gunnen om eraan te wennen, dat een broekmaat kleiner niet bij mij past. Misschien zou ik volgens het BMI nog een gezond gewicht hebben, maar het kost me ontzettend veel moeite en restricties om een broekmaat kleiner te kunnen hebben. Dan ben ik liever vrij van mijn eetstoornis. Dan geniet ik liever wat meer van het leven.
Bovendien heb ik helemaal niet een heel grote broekmaat. Ik ben wat maten betreft een gewoon gemiddelde vrouw, denk ik, maar het beeld dat ik destijds van mijn lichaam had was nogal vertekend. Dat is iets dat een eetstoornis met je doet. Ik weet dat ze dat toen ook tegen mij zeiden, maar als je er middenin zit is het iets dat je je bijna niet kan voorstellen. Je kan niet zomaar even de knop omzetten en besluiten dat je die overtuiging niet meer hebt, maar je kan jezelf wel de tijd gunnen om eraan te wennen. Voor mij betekende dat om voor nu even te accepteren wat was, al had ik in mijn achterhoofd dat ik nog wel wilde afvallen.
Ergens wilde ik wel geloven dat ik zonder eetstoornis een lichaam en gewicht zou krijgen dat bij mij past. Daar wilde ik het wel voor doen. Daar wilde ik wel voor herstellen. Destijds had ik het idee dat een dunner lichaam beter bij mij zou passen en dat ik dat vanzelf zou krijgen als ik geen eetbuien meer zou hebben en een normaler eetpatroon zou krijgen, maar in plaats daarvan kreeg ik een positiever lichaamsbeeld. Deze groter dan voorspelde broekmaat past bij mij. Misschien niet wat ik had verwacht, maar wel wat ik mezelf heb gegund. Een leven zonder eetstoornis. Me goed mogen voelen over mezelf. Broeken dragen die lekker zitten. Zelfs als die broeken soms nóg een maatje groter zijn, omdat maten nu eenmaal niet zoveel zeggen en per merk, winkel en pasvorm weer kunnen verschillen. Ik laat mij niet meer gek maken.
Een broekmaat groter en ik voel zo veel me beter
dan ik al die tijd heb gedaan toen ik nog een eetstoornis had.
♥
Geef een reactie