Lange tijd ben ik op zoek geweest naar de perfecte ouders, naar het perfecte gezin. Ik liep soms ‘s avonds buiten en zag dan binnen in gezellig schemerlicht families in huis zitten. Bij hen oogde het schemerlicht altijd gezelliger als dat van ons. Ook als ik bij vriendinnetjes was vergeleek ik mijn ouders en ons gezin voortdurend met dat van mijn vriendinnen. In mijn ogen waren zij altijd vrijer, waren de ouders gezelliger en meer betrokken. Thuis had ik regelmatig ruzie met mijn vader of moeder. Het deed me veel verdriet, wat maakte dat ik me nog meer ging richten op andere gezinnen.
Ik had een ideaalbeeld van hoe een gezin eruit hoorde te zien. Dat ideaalbeeld zag ik soms ook terug in televisieseries, waaronder in series als ‘Dr. Quinn, medicine woman’ en ‘Little House on the Prairie’. Ik besefte me onvoldoende dat dit maar televisie was en dat het over het algemeen geen reeël beeld gaf van de werkelijkheid. Ik wilde graag een moeder met lang haar, eentje die gezellig taarten en koekjes met mij bakte, die samen met me wilde paardrijden, een hond voor me kocht en urenlang mijn haren in wilde vlechten. Ik wilde een moeder die lief was tot in het extreme, die me iedere week voorzag van mooie en wijze levenslessen en die nooit ongenuanceerd en negatief oordeelde. Die moeder had ik niet.
Mijn moeder had kort haar en was bang voor paarden. Ze was extreem netjes en wilde niet dat er iemand anders dan zijzelf iets deed in de keuken. Voor honden was mijn moeder bang, bovendien maakten ze het huis vies. Ze was niet goed in vlechten maken en hield er ook niet van om dit te doen. Ze had snel haar mening klaar, te snel en kon over veel dingen die ik deed of zei snel negatief oordelen. Mijn moeder deed ook veel dingen goed, maar daar focuste ik me niet op. Ik zag vooral wat ik miste en wat zij niet deed.
Ik wilde graag een vader die robuust en rustig was en mij altijd beschermde. Ik wilde een vader die me allerlei dingen leerde en eentje die dol was op dieren. Ik wilde een vader die mijn held was, mijn voorbeeld. Eentje die mij hielp met mijn huiswerk en ingewikkelde wiskundevragen uitlegde. Hij moest dingen kunnen bouwen en sterk zijn. Hij moest wijze en goede gesprekken met mij voeren. Mijn vader was veel weg en ik had regelmatig ruzie met hem.
Naarmate ik ouder werd, kreeg ik steeds meer ruzie met mijn ouders. Ik zocht mijn heil bij andere gezinnen en hoopte regelmatig opgenomen te worden als kind bij kinderloze stellen. Keer op keer hoop blijven houden, telkens teleurgesteld raken maakte me heel ongelukkig. Ik bleef niet alleen hopen dat ik ergens in een gezin kon worden opgenomen, dat iemand me als dochter wilde, ook bleef ik hoop houden dat het thuis zou veranderen. Ik bleef hopen op dat warme gezellige nest waar alles altijd fijn was en waar ik volledig mezelf kon zijn. Ik bleef hopen op de juiste reacties van mijn moeder en de perfecte gedragingen van mijn vader. Ze kwamen nooit.
Eenmaal op kamers bleef ik die hoop koesteren. Ondanks dat ik wist dat mijn moeder het lastig vond om te reageren op mijn verhalen over problemen, toch bleef ik haar erover bellen. Bijna nooit reageerde ze zoals ik dat wilde, waardoor ik telkens weer teleurgesteld was. Eenmaal het huis uit had ik ook nog regelmatig conflicten met mijn beide ouders omdat ze het niet eens waren met de keuzes die ik maakte of omdat ik hun reacties niet leuk vond.
Nu jaren later besef ik me steeds meer dat de perfecte ouders niet bestaan. De meeste ouders doen hun uiterste best om het zo goed mogelijk te doen, maar iedereen maakt fouten. Bovendien is er bij ruzies veelal een wisselwerking. Net zoals dat mijn ouders dachten dat ze dingen goed deden, dacht ik dat vroeger regelmatig ook. Beiden zullen we er soms naast gezeten hebben. Fouten maken is nu eenmaal onvermijdelijk en menselijk. Wat voorop staat is dat we de dingen doen vanuit goede bedoelingen. Eisen dat je ouders perfect zijn is niet realistisch. Niemand is perfect. Het zorgt enkel voor frustratie, onbegrip, teleurstelling en een minder goede band.
♥ Leer ermee omgaan
Door de jaren heen leer je je ouders steeds beter kennen. Je weet hun sterke en zwakkere kanten en je leert hiermee omgaan. Ik weet nu dat mijn moeder niet altijd perfect reageert wanneer ik bij haar bepaalde problemen kom spuien. Hier kan ik nu rekening mee houden: ik spreek haar er vriendelijk op aan of ik laat het gebeuren zonder me er nog zo erg als vroeger aan te irriteren.
♥ Probeer ze niet te veranderen
Natuurlijk is het goed om je vader of moeder af en toe aan te spreken op zaken die je liever anders ziet gaan, maar doe dit niet met de gedachte dat je jouw ouders volledig kunt veranderen. Probeer hierin ook naar jezelf te kijken. De enige op wie je echt controle hebt, ben jijzelf. Je kunt de mensen om je heen niet veranderen, maar jezelf wel.
♥ Accepteer
Accepteer dat je ouders niet perfect zijn, net zoals je dat zelf ook niet bent. Acceptatie kan je veel rust opleveren, anders blijf je hopen, je frustreren en teleurgesteld zijn. Accepteer en respecteer hen zoals ze zijn en probeer hier op een zo positief mogelijke manier mee om te gaan. Dt accepteren kan heel lastig zijn. Het kan aanvoelen als een soort van rouwproces dat je doormaakt. Dat wat je jaren hoopte gaat niet komen, wat aan kan voelen als verlies. Je mag hier heel verdrietig om zijn, dat hoort er soms bij.
♥ Kijk naar wat wel goed is
Er zijn misschien een heleboel dingen die je ouders niet goed doen, maar er zijn ook een heleboel dingen die ze waarschijnlijk wel goed doen. Richt je op deze zaken, richt je op het positieve. Waardeer wat je wel van ze krijgt, waardeer ze om wie ze wel zijn. Je ouders zijn er en dat is heel waardevol. Pas wanneer je geen ouders meer hebt, besef je dit nog wel het meest.
Hoe perfect zijn jouw ouders?
Geef een reactie