Al eerder schreef ik een blog, en ik heb nu opnieuw inspiratie die ik met jullie wil delen. Mijn vorige blog ging over shoppen met een maatje meer. Er waren reacties die stelden dat extreem overgewicht ongezond is, en dat ben ik zeker met jullie eens. Maar wel met een kanttekening. Niet altijd kun je er iets aan doen dat je overgewicht hebt. Het kan zijn dat je bijvoorbeeld een ziekte hebt, zoals een aandoening aan je schildklier of hormoonhuishouding. Maar ook als je eetbuien hebt, is het niet makkelijk met overgewicht. Want in alle gevallen leef je wel met het overgewicht. En ik merk in mijn eigen omgeving dat er een taboe rust op het praten over de lasten die je ervaart als je overgewicht hebt. En daar wil ik het in deze blog over hebben.
Ik heb dus overgewicht. Ik merk hier op vele momenten hinder van, maar hier durfde ik niet over te praten. Niemand in mijn omgeving deed dat, en ook op internet vond ik er weinig over. Dit kwam ter sprake in therapie. Ik was ervan overtuigd dat ik niet mocht klagen. Ik stelde me aan, zo dacht ik, want niemand had het erover. Mijn behandelaar zei daar keer op keer op dat ik me niet aanstelde en dat het logisch was. Zo kwam het vandaag weer ter sprake. Hij vertelde dat het logisch was dat mijn conditie niet was zoals die van iemand met een gezond gewicht, alleen al om het feit dat je hart en longen minder ruimte krijgen.
Ik gaf hem mijn reactie met allerlei argumenten waarom het allemaal wel meeviel. Ineens viel er een stilte… ik dacht na. Ik vroeg aan mijn behandelaar: ‘Zijn er andere cliënten van je die tegen de gevolgen van overgewicht aan lopen?’ ‘Ja!’ was zijn antwoord, en het kwam er resoluut uit. Ik ben hier verder over gaan nadenken vandaag. En denk ik dat hier dus een taboe op rust. Praten over waar je tegenaan loopt bij overgewicht. Ik zal een verhaaltje schetsen waarin je tegen wat dingen aanloopt. Misschien kun jij je erin herkennen?
Je moet naar de winkel en dus pak je de fiets. Puffend kom je bij de winkel aan, waar wat hangjongeren zijn. ‘Walvis!’, wordt er geroepen. Je wordt rood, loopt snel de winkel in en pakt je boodschappenlijstje. Appels, shampoo, rijst, kipfilet, sperziebonen, brood en oh ja, nog een doosje Merci om je buurvrouw te bedanken voor het verzorgen van de poes. Snel ga je het pad in van de chocola, je doet het in je mandje en terwijl je naar de kassa loopt zie je een oudere dame in je mandje gluren. Ze schudt haar hoofd. Je kunt wel door de grond zakken. Je rekent af. Je wilt op je fiets stappen, maar eigenlijk zit je broek wel strak, die broek die je net nieuw gekocht hebt in een grotere maat. Niet aan denken. Je fietst naar huis. Uitgeput sta je voor je appartement… O nee, ook nog drie trappen omhoog.
Je adem zit hoog en je hart gaat tekeer. ‘Kom op, aansteller, even die trap op’, zeg je tegen jezelf. Eindelijk ben je boven en je ploft in je stoel. Je hoort hem kraken. ‘Oei’, denk je. Na een uur loop je naar de buurvrouw om haar te bedanken. De buurvrouw nodigt je uit voor een kopje koffie. Natuurlijk zeg je ja, maar vanbinnen begint de worsteling. ‘Melk en suiker erbij, of toch maar zwart? Wat zal de buurvrouw wel niet van me denken?’ Terwijl je piekert in je hoofd vraag je, alsof er niets is, of de buurvrouw een fijne vakantie heeft gehad. De buurvrouw vertelt en vertelt. Ineens zegt de buurvrouw: ‘Goh, je bent wel aangekomen hè?’ Je lacht het weg, maar vanbinnen wil je huilen. Je slaat daarom ook het koekje af.
Je hebt inmiddels behoorlijk de drang om te gaan bewegen en dus zeg je tegen de buurvrouw verder te moeten. Je gaat een stuk wandelen. Verder dan je eigenlijk kunt. Weer is je lichaam op, en naast dat je buiten adem bent en je hart tekeer gaat, doen je knieën ook pijn. Toch loop je door. Je wilt afvallen. En dus ga je door, ondanks de pijn, ondanks dat alles in je lichaam schreeuwt: ‘Ho’. Maar hé, jij hebt overgewicht, jij moet meer bewegen. Na de wandeling wil je douchen, maar ook daar heb je geen puf meer voor. Huilend lig je in je bed. Een vriendin belt op een vraagt of je een avondje gaat stappen. Je begint nog harder te huilen. Je wilt zo graag, maar je bent zo op. Durf jij dan toch tegen die vriendin te zeggen dat je het niet kunt? Dat je werkelijk zo moe bent? Durf je te vertellen over je pijn? Durf je te vertellen van die rotopmerkingen van de hangjongeren, de oudere dame en de buurvrouw?
Misschien is dit wel in het extreme geschreven, maar herken jij hier delen van? Durf jij het te vertellen aan iemand die je vertrouwt? Ik wil je aanmoedigen om dit te delen. Echt, het mag! De gevolgen van overgewicht zijn niet mis en een last op je schouders. Je hebt al genoeg om te dragen. Ikzelf heb hier ook nog een weg in te gaan, maar ik zeg kom op, zullen we samen delen?
Geef ook je grenzen aan naar je omgeving, dat is niet makkelijk en niet iedereen zal je serieus nemen. Maar neem jezelf wel serieus! Ook jij moet voorzichtig zijn met je lijf. Neem af en toe een extra pauze, beweeg wel, maar genoeg is genoeg. Zijn er eventueel aanpassingen nodig, durf er dan aan toe te geven en hulp in te schakelen van bijvoorbeeld een ergotherapeut. Ga bijvoorbeeld zittend douchen. Neem een elektrische fiets. Blijf bewegen voor zover dat kan. Maar overbelast jezelf niet!
Misschien heb jij dit stuk nu gelezen en denk je: ‘Maar ik heb ondergewicht, en ook daar heb ik klachten van’. Dan moedig ik je aan om ook daarover te praten met anderen. Van je behandelaar tot een vriendin van je moeder tot een collega, het maakt niet uit, neem het serieus en praat erover, want praten is zo belangrijk.
Waar ik mee wil afsluiten: Welk gewicht je ook hebt, wees trots op wie je bent. Je gewicht zegt niets over wie jij bent…!
Geef een reactie