Dat het niet goed ging wist ik eigenlijk ergens wel. Toch schrok ik toen ik hoorde dat ik wel degelijk weer een eetstoornis had. De diagnose kwam hard binnen. Niet alleen om de onverwachte ernst, maar vooral omdat ik mijzelf dus wel degelijk voor de gek had gehouden. Ook schrok ik van de diagnose. Jaren eerder had ik de diagnose Anorexia gehad. Voor mijn gevoel was er niks veranderd. Dat ik opnieuw Anorexia als diagnose zou krijgen leek mij dan ook vrij vanzelfsprekend.
Toen ik jaren hiervoor te horen kreeg dat ik Anorexia had, maakte dit mijn eetstoornis best trots. Het voelde als de bekroning op al het harde werk. Helaas betekende de diagnose ook dat mijn probleem aangepakt moest worden. Hier zat ik helemaal niet op te wachten. Ik bewoog mij moeiteloos door de behandeling heen. Nog steeds denk ik dat mijn therapeute niet doorhad hoe ik alles bij elkaar loog en hoeveel sterker de eetstoornis werd gedurende de behandeling. Ik ging weliswaar iets zwaarder aan het eind van het traject naar huis, maar ik was alleen maar zieker geworden.
Was ik wel eerlijk geweest..?
Jaren later zat ik weer bij de huisarts. Dit keer was ik wel echt helemaal klaar met mijn eetstoornis. Ik had mij een tijd staande gehouden, maar het was te veel geworden. Ik trok het niet meer. Het lukte mij om in te zien dat ik wel degelijk een groot probleem had dat aangepakt moest worden. Ik wist dat ik een eetstoornis had. Ik wist dat ik nog steeds Anorexia had, het was niet over. Tot mijn grote verbazing kreeg ik echter helemaal niet de diagnose Anorexia Nervosa. Ik werd een aantal weken later na het eerste gesprek terug naar huis gestuurd met een heel ander label. Ineens had ik Boulimia Nervosa.
Ik begreep er niks van. In mijn optiek gedroeg ik mij helemaal niet anders dan een aantal jaar geleden, waarom had ik dan een andere sticker gekregen? Ik was wel purgerend geworden, maar dat kon bij Anorexia toch ook? Toen ik om een verklaring vroeg, was deze eigenlijk heel simpel. Ik had geen ondergewicht, dus ik had geen Anorexia. Mijn situatie was schijnbaar vrij urgent en de diagnose eetstoornis NAO zou deze lading niet dekken. Hier schrok ik van en nu ik dit opschrijf merk ik dat ik hier zelfs een beetje boos om word. Alsof eetstoornis NAO minder ernstig zou zijn. Ik begrijp nog steeds niet hoe een professional dit vol overtuiging over zijn lippen kan krijgen.
In de groep waar ik terecht kwam in de kliniek zaten ook wat meisjes die wél de diagnose NAO hadden gehad. Wat zij net als ik hadden, is dat zij zichzelf vaak niet ziek genoeg vonden. Ze namen zichzelf niet serieus. Toen en nu nog steeds vind ik dit vreselijk. Deze gevoelens werden door de eerder genoemde acties vanuit de kliniek voor hen bevestigd, wat ik heel kwalijk vind.
Tijdens mijn behandeling bleef ik volhouden dat ik wel degelijk Anorexia had. Ik herkende mij niet in de diagnose Boulimia. Ik herinnerde mij ineens wat vlagen van het gesprek dat ik had gevoerd voordat ik de diagnose kreeg. Of ik eetbuien had..? Twijfelend had ik hier ja op gezegd. Wat ik echter niet heb verteld is dat deze eetbuien subjectief waren. Voor mij voelde op dat moment alles wat ik at als te veel en als een eetbui. Ik wist nog helemaal niet dat dit geen objectieve eetbuien waren.
Voor mijn gevoel at ik gewoon te veel en moest dit gecompenseerd worden. Hier is alleen niet verder naar doorgevraagd. Was het wel eerlijk van mij geweest om hier verder zelf niets meer over los te laten..? Misschien was het verstandiger geweest als ik hier meer openheid in had gegeven, maar als ik terugdenk, is dit mijn allereerste gesprek geweest. Ik was bang, wist niet wat ik kon verwachten en wilde het gewoon goed doen. Ik vond het lastig om eerlijk te zijn, maar deed wel echt mijn best.
Tijdens de behandeling
Elke keer als ik mijzelf opnieuw moest voorstellen, toen ik zelf voor het eerst in de groep kwam, maar ook toen er nieuwe meiden bij kwamen, moest ik het vertellen. Ik ben hier want ik heb Boulimia. Ik vond het vreselijk om te zeggen. Niet alleen omdat mijn eetstoornis kant hier erg mee gekwetst was, maar ook mijn gezonde kant kon hier niet aan wennen. Ik was continu bang dat ik geen passende hulp zou krijgen. Ookal mocht ik zelf mijn behandeldoelen bepalen, elke keer werd het voor mij duidelijk dat de behandeling gericht was op het overwinnen van Boulimia. Telkens kreeg ik de vraag waarom ik niks losliet over mijn eetbuien, waarom ik daar geen doelen omheen had gevormd. Het frustreerde mij mateloos. De socio’s en de artsen vertelden mij dat ze het idee kregen dat ik mij niet 100% inzette. Ik liet immers maar een deel los van wat er speelde. Ik kon ze niet overtuigen. Ik vertelde alles wat ik deed, hoe ik mij voelde, maar voor mijn gevoel werd ik niet geloofd.
In een eerdere blog schreef ik hoe deze diagnose mij in de weg begon te zitten. Ik was inmiddels al een tijd met de therapie bezig toen ik last kreeg van extreme hunger. Ik wilde ontzettend graag herstellen en dit herstel was voor mij een vrijbrief om alles te eten wat los en vast zat. Toch was de angst om aan te komen heel sterk, waardoor ik mij meteen erg rot voelde.
‘Toen ik tijdens mijn herstel subjectieve eetbuien begon te krijgen, was de reactie van een socio dat ik me hier niet voor hoefde te schamen. ‘Ik had immers Boulimia’, hield de socio vol. Op dat moment voelde ik mij ook niet meer veilig in de groep en heb ik de keuze gemaakt om mijn behandeling te stoppen.’
Ook al maakte ik hier toen echt een big deal van, ik vind het nog steeds kwalijk hoe veel onbegrip en hoe weinig steun ik hiervoor kreeg. Waarom ik geen ruimte kreeg om te onderzoeken waar deze gedachtes en weerstand vandaan kwamen. Waarom ik het hier eigenlijk niet over mocht hebben, want ik had immers gewoon al een diagnose die wel passend zou zijn. Ik koppelde meer, dan wat normaal is, eigenwaarde aan deze diagnose. Ik was de diagnose en als deze niet meer klopt, wie was ik dan wel? Hiernaast was ik bang dat de hulp voor mij niet passend genoeg zou zijn, wat misschien deels ook wel zo is geweest. Ik had het idee dat mijn gevoelens er niet mochten zijn, wat uiteindelijk tussen mij en mijn herstel in ging staan.
Mocht jij dit herkennen, dan hoop ik dat jij de ruimte neemt en krijgt om te onderzoeken waarom jij hier zoveel waarde aan hecht. Misschien is het helpend om hierbij hulp te vragen aan het behandelteam en samen naar een oplossing te zoeken.
Iedere eetstoornis is uiteindelijk anders en het is denk ik ook maar de vraag hoe belangrijk een etiket echt is. Ik kon uiteindelijk niet meer zien dat ik meer was dan het meisje met een eetstoornis. Ik vind het zonde dat ik niet meer in kon zien wie ik nog meer was en wat ik nog meer kon. Elke eetstoornis is het waard om serieus genomen te worden, ook al voelt dit voor jou nog zo dubbel.
Geen enkele eetstoornis doet onder voor een andere. Probeer eerlijk te zijn, tegenover jezelf, tegenover de behandelaren die jou echt willen helpen. Alleen dan is er ruimte om echt te kijken naar goeie, passende hulp. Wat jouw verhaal ook is, je bent het waard om te herstellen.
Je bent meer dan een diagnose, vergeet dat niet.
Geef een reactie