Mijn lichaam heeft gedurende de jaren best veel meegemaakt en heeft vele vormen aangenomen. Het was nooit genoeg. Te slap, te veel, te volwassen, te klein… Ik wilde mijn lichaam kunnen vormen zoals ik dat voor mij zag. Streven naar een onrealistisch ideaalbeeld werd de norm. Grenzen ging ik over en vaak ten koste van datzelfde lichaam.
Het was ochtend. We hadden als eerst PMT. Die ochtend was het tijd voor de, misschien wel bekende, touwtjestest. Je kiest een lichaamsdeel uit waar je of onzeker of bent of te dik vindt. Ik koos mijn buik. Mijn buik is jarenlang een bron van frustratie geweest, hier is de pijn begonnen. Ik kreeg twee touwen in mijn handen gedrukt. Het eerste touw moest ik op de grond leggen. ‘Wat is volgens jou de omvang van je buik?’ Was de vraag. Minutenlang was ik bezig met het maken van het perfecte rondje. ‘Is hij nu niet te klein?’ Vroeg ik mij mezelf continue af.
Elke keer als mijn handen het touw raakten, werd de cirkel groter. Na wat geklungel stopte mijn therapeut mij en gaf mij het andere touw. Met tegenzin sloeg ik het touw om mijn middel, legde hem op de grond en stapte eruit. De cirkels lagen naast elkaar op de grond. ‘Zie je wel, ik heb mijn rondje veel te klein gemaakt.’ Was mijn eerste reactie. Nogmaals bestudeerde ik mijn buiken van touw. Toen drong het tot me door. Dat kleine rondje is mijn echte buik.. Vol ongeloof keek ik mijn therapeute aan. Dit kan niet kloppen. Was dat mijn lichaam?
Ben ik dit echt?
Drie keer heb ik het nagemeten om tot de conclusie te komen dat het de eerste keer al klopte. Waarom zie ik dit zelf niet zo? Ik snapte er niks van. Ik kon het niet plaatsen dat mijn werkelijkheid niet de echte realiteit was. Ik wist wel dat mijn lichaam er anders uitzag dan een jaar geleden, maar ergens kon ik dit nog niet bevatten. Ik zag mijzelf nog als de Lonneke van een aantal jaar terug. Met hetzelfde lichaam als een aantal jaar terug. Groot en veel, veel te veel. Gek genoeg had ik niet echt meegekregen dat ik er allang niet meer zo uitzag. Ik kon oprecht niet zien hoe mager ik ondertussen was geworden. Mijn lichaam leek niet meer van mij te zijn, dit was ik niet.
Tweestrijd
Ik vond het moeilijk om te accepteren dat ik mijn lichaam zo had afgebeuld. Ergens geloofde ik ook niet dat dit lichaam bij mij hoorde. Ik was toch niet zo dun? Dat had ik toch wel gemerkt? Toch had ik ontelbaar veel body checks. Mijn eetstoornis wist heel goed hoeveel ik was afgevallen en wilde hier ook dagelijks bevestiging van. Heel soms als ik mijn weerspiegeling per ongeluk in een ruit zag, zag ik mijn echte lichaam. Ziek, zwak en klein. Hier schrok ik van, maar al snel kwamen de gedachtes die dit beeld ontkrachte. Zo mager was ik echt niet, onmogelijk. Zodra ik weer begon te lopen en mijn armen mijn zij en buik voelden tijdens het lopen was ik dit magere beeld alweer vergeten. Onmogelijk dat ik dat was.
Mijn gevoel voorbij
Het was ineens zo snel gegaan, zowel het afvallen als het aankomen. Ik had helemaal geen tijd gehad om te wennen aan mijn nieuwe lichaam. Of misschien had ik mijzelf die tijd niet gegeven. Zodra ik mij ergens in vastbijt draaf ik door. Dit was met afvallen zo, maar ook met herstellen. Ik maakte er haast een wedstrijdje van: ik wilde de beste patiënt zijn. Als eerste beter zijn. Hierdoor rende ik mijn gevoel voorbij en maakte ik te grote stappen. Zonder mijzelf een halt toe te roepen en even stil te staan. Ik keek niet hoever ik al was, maar waar ik heen moest. Zo vergat ik mijn proces en mijn lichaam werd een vreemde.
Ik droeg veel wijde broeken en rokjes met elastiek. Zo wist ik na een tijd mijn kledingmaat niet meer. Ik schrok toen ik een nieuwe spijkerbroek nodig had. Twee maten groter en nog steeds paste het niet. Was ik echt zoveel aangekomen? Ik draaide ongemakkelijk voor de spiegel in de kleedkamer en hield mijn buik vast. Was dit mijn lichaam? Dacht ik weer. Hoe is dit gebeurd? Waarom heb ik dit niet meegekregen? Al die tijd in mijn herstel had ik mijn lichaam genegeerd. Eten moest ik, dat was het belangrijkste. Nu terugkijkend zou ik mijzelf meer tijd willen geven om ook stil te staan bij mijn lichaam. Ik heb me lang een vreemde in mijn lichaam gevoeld, puur omdat het continue veranderde. Ik wist niet meer hoe mijn lichaam eruit zag. En als ik het dacht te weten klopte dit niet.
Ondertussen ben ik al een tijd stabiel. Ik ben zelfs zwaarder dan ik ooit geweest ben en ben hier hartstikke oké mee. Iets wat ik mij jaren geleden nooit had kunnen voorstellen. Ik heb veel van mijn lichaam gevraagd en het minder gegeven. Nu is de tijd om echt goed voor mijzelf te zorgen. Mijn lichaam verdiend zo veel meer.
Hoe realistisch zie jij jouw lichaam?
Geef een reactie