Terwijl ik net een blog heb geschreven over snelle en langzame koolhydraten plof ik diezelfde avond met mijn vriend en een zak chips op de bank. Plotseling sta ik stil bij hoe vaak ik dit eigenlijk doe. Ik weet dat het af en toe moet kunnen, maar hoe vaak eet ik wel niet chips of andere soorten junkfood? Ik hoor om mij heen dat we vaker voor onbewerkte producten moeten kiezen, maar toch kan ik junkfood niet weerstaan. Ik heb geen eetstoornis meer, maar eet ik eigenlijk wel gezond?
Ik weet van mezelf dat als ik geen zak chips had gekocht ik er ook niet per se behoefte aan had, maar als ik eenmaal begin met een chipje ben ik al snel verleid om er steeds meer te nemen. Ik weet heel goed dat ik niet de enige ben. Sterker nog, dat is zelfs waar mee geadverteerd wordt. Neem de Pringles reclame bijvoorbeeld: “Once you pop, you can’t stop!” Ik doe het, mijn vriend doet het, mijn vrienden doet het, maar waarom eigenlijk, waarom is het zo moeilijk om junkfood te weerstaan?
Ik ben een mens
De meest belangrijke en misschien wel enige reden dat ik junkfood moeilijk vind om te weerstaan is omdat ik simpelweg een mens ben. Dat kan je jezelf niet kwalijk nemen. Het begint eigenlijk al bij onze smaakontwikkeling. De eerste smaak die wij lekker vinden is zoet en niet lang daarna volgt zout. Bittere en zure smaken komen over het algemeen pas veel later aan de orde. Dat deze smaken zo in ons systeem zitten maakt dat de voedselindustrie daar op inspeelt. Logisch ook wel, want je wilt verkopen. Fabrikanten maken voedsel zo lekker mogelijk voor ons. Niet zo gek dus, dat het moeilijker is om het te weerstaan. Uiteindelijk ben je ook maar een mens.
Een mens met aangeboren voorkeuren. Een mens met smaakpapillen en hersenen die eigenlijk constant om stimulansen vragen. Hersenen zijn niet graag verveeld, daar schreef ik al eens over in de blog ‘eetbuien uit verveling‘. Voedsel kan op zo’n manier ontworpen worden dat het een enorme stimulans voor onze smaakpapillen en dus onze hersenen is. Helemaal niet zo gek dus, dat we zo erg van dit soort voedsel houden en dat het moeilijk is om het bij één handje chips te houden. Het werkt als het ware verslavend. Hoewel groente en fruit ook erg lekker kan zijn, is het niet zo intens voor ons brein als bijvoorbeeld chips.
Daarnaast is junkfood vaak heel makkelijk om te eten in de letterlijke zin. Het smelt als het ware in op onze tong en we hoeven er niet lang op te kauwen. Zo kan je in een relatief korte tijd relatief snel eten. Hierdoor registreert je lichaam minder goed hoeveel je nou eigenlijk binnen krijgt. Het simpel gezegd ‘denkt’ je lichaam: “Als het zo weinig moeite kost om het te eten, zal ik er wel veel van nodig hebben.” Want hoewel eten ook heel lekker is, is het voor je lichaam uiteindelijk ook iets dat je nodig hebt.
In de tijd dat ik een eetstoornis had, at ik vaak heel snel en onbewust en niet alleen in betrekking tot junkfood, maar ook mijn boterhammen kauwde ik vaak niet goed. Hierdoor bleef ik vaak met een onverzadigd gevoel en een behoefte naar meer eten zitten. Op zich geen probleem, maar gezien ik een eetstoornis had kon dit wel eens eetbuien triggeren. Dit is waarom mijn psycholoog me aanraadde om oefeningen te doen met mindful eten, zodat ik een meer verzadigd gevoel zou hebben na het eten en die trigger in ieder geval onder controle was. Omdat mensen met eetstoornissen hier zo bewust van zijn, kan het ook gebeuren dat je de andere kant op schiet en extreem langzaam gaat eten. Dat is ook iets om voor te waken.
Bovendien leven we in een snelle wereld waarin je misschien voelt dat je weinig tijd hebt. Junkfood blijf langer goed en kost minder tijd om klaar te maken. In dat opzicht is de keuze ook makkelijker gemaakt. Daarnaast is junkfood iets dat vaker gegeten wordt op feestjes op dagjes uit, als traktatie. Op die manier hebben we dus positieve herinneringen aan bepaald voedsel gelinkt, wat het ook aantrekkelijker maakt om iets te eten.
Hoe moet ik omgaan met junkfood?
Als ik het stukje hierboven had gelezen in de tijd dat ik een eetstoornis had had het me absoluut kunnen afschrikken. Ik had me heel erg machteloos kunnen voelen en kunnen denken: “Oh, maar als ik het dus onmogelijk kan weerstaan, kan ik het maar beter helemaal niet eten!” De angst voor bepaalde producten en voedingsgroepen kon me al snel in zijn greep nemen. Ik snap het heel goed als zo’n soort gedachte op dit moment door je heen gaat, maar gelukkig is het niet zo zwart wit.
Sterker nog, het is juist niet goed om jezelf iets helemaal te ontzeggen. Probeer maar eens om niet te denken aan een roze olifant. Wedden dat het enige waar jij aan kunt denken die roze olifant is. Hoe harder je probeert om niet ergens aan te denken, hoe moeilijk het is om het uit je hoofd te krijgen. Dat weet ik uit ervaring. Hoe minder ik van mezelf mocht eten, hoe meer ik ernaar ging verlangen. Soms hield ik het een tijdje vol, maar het eindigde bijna altijd in een eetbui. Daarom is het goed om je zelf af en toe iets toe te staan. Het is goed om toe te geven aan je cravings, want dat geeft voldoening.
In ga hier geen blogs schrijven waarin ik vertel dat junkfood gezond is. Dat je na je eetstoornis er geen probleem mee zou mogen hebben om dagelijks zakken chips en bakken patat te eten, want dat is niet zo. Natuurlijk mag jij zakken chips en bakken patat eten als jij je daar goed bij voelt, maar het hoeft niet. Uiteindelijk mag je helemaal zelf bepalen hoe jij wel of niet wil leven. Het gaat erom waar jij je goed bij voelt, maar voor mijzelf weet ik dat mijn eetstoornis en de angst voor eten mij nooit gelukkiger hebben gemaakt. Dat dat nooit echt goed heeft gevoeld.
Voor mij is het ontzettend belangrijk geweest om geen angst te hebben voor eten en mezelf niets te verbieden. Ik mag alles eten van mezelf, maar waar kies ik voor? Waar heb ik trek in? Waar heb ik behoefte aan? Wanneer gaat het daadwerkelijk om eten of wanneer gaan het om emoties? Mijn eetstoornis kon mijn cravings namelijk nogal uit verband trekken, dus dat was ook iets heel belangrijks om aandacht aan te besteden. Mogelijk met behulp van een psycholoog. Uiteindelijk zal je merken dat eetbui-drang en ergens trek in hebben dingen zijn die los van elkaar kunnen staan.
Af en toe mag best. Een nogal vaag begrip misschien? Wat is ‘af en toe’? Ik denk dat dit per persoon kan verschillen. We zijn geen machines die allemaal hetzelfde nodig hebben. Er zijn geen vaste regels voor. Doe vooral wat goed voelt. Het kan bij mij ook per periode een beetje verschillen. De ene week heb ik misschien wat meer zin om te koken, terwijl ik de andere week meer dan één dag een patatje haal of een pizza in de oven knal. Het ene weekend drink ik een biertje in het café, terwijl ik het andere weekend chips eet en film kijk. Zelf denk ik dat het belangrijk is dat je erop let dat je er op let dat je wel voldoende voedingsstoffen binnen krijgt, maar dat je daarnaast bijvoorbeeld ook best chips mag eten. Het zou pas een probleem zijn als je alleen maar chips zou eten. Of als je merkt dat alles bij elkaar te veel voor je is en je aankomt tot een ongezond gewicht. Als je twijfelt aan of wat jij doet goed voor jou is, is het helemaal niet gek om advies aan een diëtist te vragen.
Wanneer je er gevoelig voor bent of problemen hebt met eten kan het lastig zijn om niet door te slaan in junkfood, want ja, dat het verleidelijk is, daar kan je niet omheen. Zelf heb ik ook heel veel last gehad van eetbuien. Hoewel dat niet enkel en alleen door het eten zelf kwam, maar vooral ook door de achterliggende problemen, heeft het me toch ook geholpen om meer te genieten van zelf-bereid en voedzamer eten. Bijvoorbeeld door meer mindful te eten, maar ook door lekkere recepten te zoeken en weer echt plezier te hebben in eten. Eten is niet de vijand, eten heb je nodig. Eten is goed voor je, maar ook leuk, lekker en gezellig. Dat mag er allemaal zijn. Stop met vechten en maak van eten je vriend. Je zal zien dat het contact een stuk prettiger verloopt. Wat dat betreft is gezond of normaal eten absoluut ook eten met gezonde of normale gedachtes.
Hoe ga jij hiermee om?
fotografie: pexels
Geef een reactie