Ik fiets door stad op weg naar school en opeens heb ik een besef-moment. Alles gaat langs mij heen. Niks komt echt binnen. Wat ik zie, hoor en ruik… Ik registreer het wel, maar het doet mij niks. Of weinig in ieder geval. Het voelt alsof mijn leven langzaam langs mij heen glijdt en ik het allemaal niet meemaak. Het gebeurt mij gewoon. De minder leuke dingen, maar vooral ook de leuke dingen maken weinig in mij los. Ik kan nergens echt van genieten.
Vanaf dat moment realiseer ik mij dit vaker. Op zich gaat het allemaal goed in mijn leven; ik haal prima cijfers op school, ik werk, ik heb vrienden en mijn eigen huisje. Niks mis mee zou je zeggen. Toch voel ik mij niet goed. Ik ben nergens echt blij om. Ik weet dat ik een mooi leventje heb, maar het doet mij niks. Het geluk wat ik daarbij denk te horen voelen, voel ik niet. Het is ook weer niet zo dat ik mij ontzettend ongelukkig voel. Ik ervaar geen extreem verdriet of weerzin naar het leven. Ja, soms ben ik boos of verdrietig vanwege alle nare dingen die gebeurd zijn in mijn leven en met de mensen van wie ik houd, maar dit zijn slechts momenten en het is geen continu gevoel. Niet iets wat overheerst.
En toch… Echt genieten kan ik ook niet. Ik weet rationeel dat ik leuke dingen doe. Ik spreek af met vrienden, ga naar feestjes, etentjes en concerten. Ik wandel in de zon, zwem op mooie dagen in de rivier die door de stad stroomt en heb goede gesprekken met de mensen van wie ik houd. Ik kan zeker bedenken dat dit fijne dingen zijn, dat ik hier vroeger van genoten zou hebben, maar nu voel ik dat niet meer. Dat bruisende, kriebelende gevoel in mijn buik is al lange tijd afwezig. Dat gevoel van enthousiasme, blijheid, liefde, ontspannenheid, van op een positieve manier door iets geraakt zijn, dat gevoel van geluk kan ik niet meer bij mijzelf vinden. Het frustreert me. Ik doe alles wat ik zou moeten doen om gelukkig te zijn, maar waarom voel ik het dan niet?
Dit gevoel, of eigenlijk het niet voelen, heb ik lange tijd gehad. Het duurde even voor ik het bij mijzelf ontdekte, maar toen ik het eenmaal door had kon ik er ook niet meer omheen. Meer en meer realiseerde ik mij dat ik in een soort waas leefde. Ik wilde wel genieten van de mooie dingen in het leven, maar ik kon het niet. Hoe harder ik mijn best deed, hoe minder het leek te lukken. Ik besloot om dit gevoel met mijn psycholoog te bespreken. Ik vond dit lastig om te doen, omdat ik dacht dat ik het niet verdiende om mij zo te voelen. Ik heb toch alles in mijn leven? Van mijn eetstoornis heb ik geen last meer, waarom voel ik mij dan zo? Ik zou me gewoon goed moeten voelen’, dacht ik.
Opzoek naar gevoel
Toen ik het uiteindelijk toch met mijn psycholoog besprak, luchtte dit enorm op. Ze vertelde mij dat het helemaal niet gek was dat ik dit voelde. Samen gingen we opzoek naar waar dit gevoel bij mij vandaan kwam. Ik realiseerde mij dat de enige momenten waarop ik wel echt veel voelde, de momenten waren waarop ik boos en verdrietig was. Het waren de momenten dat ik boos was op het leven, gefrustreerd, verdrietig om alles wat er met mij en de mensen van wie ik houd was gebeurd. De momenten dat ik het allemaal niet meer eerlijk vond en niet begreep waarom het leven is zoals het is. Dat waren de enige momenten waarin ik veel gevoelens had. Het waren weliswaar negatieve gevoelens, maar het waren gevoelens.
Ik kwam erachter dat ik helemaal gevuld was met deze negatieve gevoelens. Ik wist niet waar ze vandaan kwamen en ook niet hoe ik er mee om moest gaan. De enige manier om er mee om te gaan en niet de hele dag overspoeld te worden door deze negatieve gevoelens, was door mijn gevoel helemaal uit te schakelen. Iets wat ik onbewust deed, maar waar ik ook mijn positieve gevoelens mee uitschakelde. Niet voelen was beter dan mij continu heel slecht voelen.
Samen met mijn psycholoog heb ik uitgeplozen waar mijn heftige, negatieve gevoelens vandaan kwamen. Ik dook mijn familiegeschiedenis en mijn eigen verleden in. Samen met haar en door er ook met andere mensen over te praten, zocht iik naar verklaringen en die vond ik. Hierdoor kon ik alle gevoelens langzaam maar zeker een plekje gaan geven. Iets wat niet 1, 2, 3 gedaan was, maar wat wel steeds beter lukte. Ik begon beter te begrijpen waarom ik voelde wat ik voelde. Doordat ik de negatieve gevoelens leerde te verwerken en een plekje te geven, werd ik daar minder door overweldigd. Hierdoor kwam er ook steeds meer ruimte voor de positieve gevoelens en gevoel in het algemeen.
Leren en mogen genieten
Naast de overweldigende hoop onverwerkte, negatieve gevoelens kwam ik er ook achter dat ik het mijzelf helemaal niet toestond om te genieten. In mijn hoofd wilde ik wel kunnen genieten, maar iets in mij liet dit niet toe. Ik vond het moeilijk om goed voor mijzelf te zorgen, om mijzelf iets extra’s te geven, om mijzelf te verliezen in enthousiasme of blijdschap. Ik vond dat ik moest genieten van de dingen die ik deed, maar op hetzelfde moment stond ik het mijzelf niet toe.
Waarom mocht ik niet genieten van mijzelf? Het was een combinatie van mijn perfectionisme, schuldgevoel naar mijn moeder toe en een vrijwel niet bestaande hoeveelheid eigenwaarde. Perfectionisme omdat het nooit goed genoeg was wat ik deed. Als ik in de zon lag, had ik ook aan mijn studie kunnen zitten. Als ik een goed gesprek had gehad, vond ik dat ik niet meelevend of geïnteresseerd genoeg was geweest. Alles kon beter of anders, zelfs de fijne dingen in het leven.
Ik weet nog goed dat ik de opdracht kreeg om meer tijd voor mijzelf vrij te maken. Met weerstand nam ik in opdracht van mijn stagebegeleidster en psychologe de middag na therapie vrij van stage. Het was heel veel voor mij om na therapie ook nog stage te lopen en daarom kreeg ik binnen mijn stage-uren tijd om voor mijzelf te leren zorgen. De eerste middagen wist ik niet wat ik moest doen, het voelde ontzettend verkeerd en verloren.
Tot ik begon te merken dat het vrij zijn een positief effect had. Vanaf het moment dat ik mijzelf toestond om op deze vrije middagen iets leuks voor mijzelf te doen, begon ik mij beter te voelen. Ik was niet meer zo ontzettend moe aan het einde van de dag. Ik sliep beter en de volgende dag was ik veel energieker en kon ik mij beter concentreren op stage.
Ik moest bijna gedwongen worden om tijd voor mijzelf te nemen en hiervan te genieten, maar uiteindelijk heeft het mij wel veel gebracht. Ik leerde dat het niet slecht is om te genieten van de momenten waarop ik niet super productief ben. Ik leerde dat ontspanning nodig is om op andere vlakken in het leven meer te kunnen geven. Genieten van de leuke dingen is niet fout, het is iets wat iedereen verdiend en wat er uiteindelijk voor zorgt dat je beter in je vel zit.
Geef een reactie