Ik kook omdat mijn eetstoornis het wil

Met argusogen kijk ik vanaf de keukentafel toe hoe mijn moeder het avondeten bereidt. Gekookte aardappelen met sperziebonen, een slavink en jus. Niks bijzonders verder. Ik mag het niet klaarmaken en helpen mag ik ook al niet. Ik ben onrustig en vooral boos. Waarom heb ik ook alweer afgesproken dat ik voorlopig niet meer kook? Ik vind het toch leuk om te doen? Het was altijd al een hobby van mij, ook vóór mijn eetstoornis.

Het klopte, koken was al ver voordat ik een eetstoornis kreeg een van mijn favoriete dingen om te doen. Ik kookte vooral graag Italiaans en Aziatisch, maar ook gewoon Hollandse pot op dinsdagavond, vond ik leuk om te doen. Toen ik een eetstoornis ontwikkelde wilde ik steeds vaker koken. Op een gegeven moment begon ik het lastiger te vinden als iemand anders kookte en wilde ik altijd helpen. Ik werd boos als bijvoorbeeld mijn moeder iets anders deed dan hoe ik het bedacht had en we kregen er dan ruzie over. Het koken werd steeds minder een hobby en steeds meer iets wat ik moest van mijzelf.

Op een gegeven moment kwam dit ter sprake tijdens therapie. Eerst hield ik vol dat ik het gewoon superleuk vond om te doen, net als vroeger. Ik wilde het niet loslaten. Stukje bij beetje kwam naar de oppervlakte dat het koken een deel van mijn eetstoornis was geworden. Toen ik dit eenmaal toe kon geven, besefte ik mij ook dat ik het hele koken eigenlijk niet leuk meer vond. Dat vond ik heel erg jammer. Samen met mijn therapeute en mijn moeder heb ik toen besloten om het koken even los te laten en niet meer te doen, tot het weer wat beter met mij ging. Het koken was iets wat mijn eetstoornis in stand hield en dat wilde ik niet.

Controle

Zoals ik eerder schreef werd het koken steeds meer iets wat ik moest doen. Het moest van mijn eetstoornis. Ook als ik er geen zin in had, moe was of geen tijd had, wilde ik per se het avondeten klaarmaken. Op die manier had ik controle over wat wij ’s avonds zouden eten. Of eigenlijk: had mijn eetstoornis die controle.

Toen ik stopte met koken vond ik dit in het begin heel erg lastig. Ik raakte in paniek omdat ik niet meer mocht bepalen wat er in de pan ging en hoeveel dat was. Ik moest de controle loslaten en op iemand anders vertrouwen. Eerst bleef ik vaak in de keuken dralen, maar mijn moeder was streng en duidelijk en liet zich niet door mij beïnvloeden. Op dat moment vond ik dat niet eerlijk van haar, maar achteraf denk ik dat het goed is geweest. Doordat ze niet naar mij luisterde en mij niet liet helpen, gaf ze mijn eetstoornis ook geen ruimte. Uiteindelijk had ik door dat mijn moeder niet toe zou geven en ben ik andere dingen gaan doen terwijl zij kookte. Ik zocht afleiding. Dit hielp me om steeds rustiger te worden. Ik gaf mij eraan over

Obsessie

Tijdens mijn eetstoornis was ik veel bezig met afvallen, met wat ik wel en niet at, maar ook met eten in het algemeen. Ik had een obsessie met alles wat me eten te maken had, ook als ik het niet at. Ik las artikelen over eten, keek documentaires over eten en ging daarnaast veel vaker koken. Gewoon, om met eten bezig te kunnen zijn. Bij koken hoort bedenken wat je gaat koken, oneindig veel recepten lezen, kijken wat je in huis hebt, boodschappen doen, alles voorbereiden en dan nog het koken zelf. 

Het koken werd een uiting van mijn eetstoornis. Ik deed het niet meer om te ontspannen, maar puur om met eten bezig te zijn. Eten beheerste op alle vlakken mijn leven en daar moest ik van af. Ik moest andere dingen gaan ontdekken die ik leuk vond en waar ik mijn leven mee kon vullen. Doordat eten mijn leven beheerste, wist ik niet meer goed wie ik was zonder dat eten en die eetstoornis. Toen ik tijdelijk stopte met koken had ik opeens tijd over. Eerst wist ik niet goed wat ik met die tijd aanmoest en het maakte mij onrustig. Aan de andere kant vond ik het ook wel fijn; ik had meer tijd voor school, vrienden en andere dingen. 

Jezelf testen

Eigenlijk was het koken voor mijn eetstoornis ook een manier om het extra lastig te maken voor mijzelf. Ik zag het als een uitdaging; eerst zo min mogelijk eten en dan de hele middag met eten bezig zijn, maar niks proeven. Het was een manier om mijzelf te testen; was ik sterk genoeg? Kon ik het weerstaan? Eigenlijk gek, want hoe kun je lekker koken zonder het zelf te proeven? Soms proefte ik het eten wel en dan vond ik dat alles was mislukt. Ik had gefaald en baalde enorm. Soms zo erg dat ik mijzelf helemaal liet gaan en ik een eetbui kreeg. 

Het koken was niet leuk meer, het was niet ontspannen. Eigenlijk bracht het mij op den duur alleen maar meer spanning. Door te stoppen met koken ervaarde ik ook een bepaalde rust. Het moest van mijn therapeute en mijn moeder en ik kon hen de schuld geven. Ik hoefde het mijzelf niet meer zo moeilijk te maken en kon het uit de weg gaan. 

Anderen meer laten eten

Tijdens het koken was ik niet alleen met mijzelf en het eten bezig, maar ook met de mensen voor wie het eten was. Ik voelde mij goed als ik minder at dan anderen. Ik gaf anderen expres meer en dat deed mij goed voelen. Het was een soort pesterij. Op hetzelfde moment voelde ik mij schuldig; waarom deed ik hen dat aan? Ik vond het een fijn gevoel maar ik vond het ook ontzettend flauw van mijzelf. 

Als ik hier nu op terugkijk realiseer ik me hoe eetgestoord dit was. Geen van de mensen voor wie ik kookte had door dat ik hen meer gaf. Als ze dat al wel doorgehad zouden hebben, had het ze niks uitgemaakt. Zij genoten van het eten, de smaak ervan. Ze vonden het lekker. Het was een wedstrijd die ik in mijn hoofd voerde. Met mijzelf en mijn eetstoornis. Ik realiseerde me dat ik hen helemaal niet aan het pesten was, ik was alleen mijzelf aan het pesten. Ik wilde ook onbezorgd van dat eten kunnen genieten. Ik wilde dat het mij niks uitmaakte. 

Ik had de luxe dat ik nog thuis woonde en er voor mij gekookt kon worden. Als je dit niet hebt, kan het helpen om bijvoorbeeld met mensen samen te koken. Door het koken los te laten gaf ik mijzelf uiteindelijk meer ruimte en rust. Mijn moeder gaf mij geen ruimte en was streng. Op dat moment vond ik dat ontzettend lastig maar nu ben ik blij dat ze dat heeft gedaan. Het hielp om mijn eetstoornis patronen te doorbreken. Na een tijdje niet gekookt te hebben, wilde ik niet eens meer koken. Ik werd moe van het idee en wilde er niet meer mee bezig zijn. Dit heeft jaren geduurt tot ik het ongeveer een jaar geleden een kookcursus deed. Ik heb een passie herontdekt, alleen nu met een gezonde drijfveer. Het stoppen koken hielp mij om mijn eetstoornis een beetje meer los te laten. Alle tijd die ik eerst aan koken besteedde, kon ik vullen met andere dingen. Hierdoor werd het eten een iets minder groot ding in mijn leven en had ik ruimte om te ontdekken wie ik was, los van mijn eetstoornis. 


Wat voor plek heeft koken in jouw leven? 

Hannah

Geschreven door Hannah

Reacties

7 reacties op “Ik kook omdat mijn eetstoornis het wil”

  1. Wat grappig om te lezen! Koken/bakken heeft mij juist deels van mijn eetstoornis afgeholpen. Doordat ik nieuwe smaken ging ontdekken wilde ik weer nieuwe dingen uitproberen. Al was het maar een beetje, het zorgde er wel voor dat ik wat meer binnen kreeg. Niet om het ‘moeten eten’, maar omdat ik nieuwsgierig was naar de smaak. Zo kreeg ik ook meer energie en kon ik de link leggen tussen voeding en brandstof, in plaats van alles als dikmaker te zien.

  2. ik heb gewoon geen energie om nog te koken. niks smaakt me nog. ik eet altijd dezelfde boterhammen … en nadien eetbuien van snoep en koek.

  3. Dat alles rondom eten mijn leven beheerst, herken ik. Niet alleen het koken en eten, maar ook de boodschappen. Ik maak al een week van te voren mijn boodschappenlijstje, zodra de reclames bekend zijn. Soms midden in de nacht. En dan de voorraden. Vooral dat laatste is een dingetje. Ik hamster mij suf op tussendoortjes, om vervolgens een lijst te moeten maken wat ik aan voorraad heb met welke houdbaarheidsdatum, kcal en khd. Want ik wil niets moeten weggooien omdat het over datum gaat. En o wee als één van de kinderen dan daarvan iets neemt. Dan moet ik die lijst weer aanpassen. Ik baal er zelf van dat ik het doe, maar kan het niet stoppen. Gekmakend is het. Word er verdrietig van, maar ga er maar mee door….

    1. herken me heel erg in wat je schrijft! ik woon op mezelf, zonder partner of kinderen, dus de stress dat anderen het overzicht in de war helpen heb ik gelukkig niet. maar aan de andere kant ‘moet’ ik dus wel alles zelf eten (want weggooien is ook geen optie zoals je schreef), ook als die producten eigenlijk nog te eng zijn.. stomme eetstoornis, ik hoop dat we ons hier ooit uit kunnen vechten!

  4. Koken heeft er voor gezorgd dat mijn eetstoornis alle controle kon overnemen en duwde me zo dieper in die eetstoornis. Maar anderzijds helpt het me nu ook om er uit te geraken. Ik begin het steeds leuker te vinden om nieuwe recepten te proberen, kruiden toe te voegen en te koken volgens recept ipv vanalles weg te laten.

  5. Herken het dwangmatig koken.

    Vooral andere meer geven. Maar niet omdat ik wilde pesten. Was bang dat ze niet genoeg binnen zouden krijgen. Het was voor mij een geruststelling: 1 dat mijn geliefden niet dood gaan van honger of vitamine gebrek. 2. Dan had ik niet te veel gegeten.

    God, als ik terugdenk aan mijn opnames krijg ik nog steeds allergische reacties op zulke mensen. Weet nog dat sommige azijnzeikerds zeiden tegen de socio’s: ‘Ik wil niet stoken hoor (Uhm, ja eigenlijk wel) Gigi heeft haar toetje niet op..

  6. Oh wauw wat herkenbaar. Ik kookte toen ik bij mijn ouders woonde eigenlijk nooit (behalve de knoflooksaus en de guacamole bij de tortillas of BBQ, omdat iedereen thuis die het lekkerst vond als ik ze maakte, haha!). Toen ik op mijzelf ging wonen nam ik niet eens de moeite om te koken en eigenlijk ben ik pas gaan koken toen ik samen ging wonen. Toen durfde ik niet zoveel te maken omdat de ex van mijn vriend mega goed kan koken en ik me echt een loser voelde in de keuken, maar na verloop van tijd nam mijn eetstoornis het compleet over en moést ik wel koken zodat ik precies wist wat er in de maaltijd ging. Op dat punt zitten we nu nog en ik word helemaal moeilijk als mijn vriend een keer de maaltijd verzorgt. Ik vind de tips daarom heel fijn om te lezen; ik hoop echt dat ik de controle en dwang stapje voor stapje los kan laten en mijn vriend ook weer eens ‘los’ mag gaan in de keuken zonder dat ik sta te steigeren!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *