De eerste jaren van mijn eetstoornis noemde ik in een ander blog wel eens ‘het begin van mijn eetstoornis‘. Als ik er aan terugdenk, was dat eigenlijk al lang een hardnekkig probleem waar ik hulp bij had kunnen gebruiken. Iets dat echt niet zomaar zou overwaaien en wat uitgroeide tot een nog groter probleem dat niet met vijf gesprekken bij een diëtist te verhelpen was. Ik rommelde met eten, al jarenlang voordat ik hulp vroeg en kreeg van mijn omgeving. Ik klooide er al veel langer mee, in het geheim. Ik durfde er alleen niets over te zeggen.
De eerste jaren van mijn problemen met eten waren anders dan de laatste jaren in behandeling of de jaren dat ik het al langer had. De eerste jaren bestonden vooral uit chaos. De ene keer at ik heel veel, de andere periode heel gezond en weer een andere periode lijnde ik streng. Soms at ik twee dagen heel weinig en dan weer weken lang normaal. Het was in mijn beleving zeker niet iets dat je een eetstoornis kon noemen, maar toen ik jaren later nog steeds zo rommelde, was het er wel naar uitgegroeid. Ik ging op en neer in gewicht en in stemming. Soms voelde ik mij periodes heel goed en dan zakte ik toch weer terug in de problemen en onzekerheden die er lagen.
Ik vond mezelf niet leuk, dat was denk ik wel de basis van alles. Ik vond mezelf lelijk en dik, daar uitte ik dat in. Het leven vond ik ingewikkelde de wereld vond ik verdrietig. Ik wist niet hoe ik moest leven. Los daarvan piekerde ik uren en verzande ik in plannen om af te vallen. Plannen die 9 van de 10 keer helemaal niet doorgingen of mislukte, maar toch was ik er keer op keer weer mee bezig. Ik nam mezelf voor maanden lang op dieet te gaan, maar dat strandde dan steeds in twee of drie dagen. Ik hield het niet vol, ik had een nep-eetstoornis.
Op den duur begon ik meer af te vallen. Ik klooide al een aantal jaren met ups and downs met eten en voelde me erg onzeker en soms somber. Ik dacht dat het normaal was, maar ik wist niet hoe ik er op een normale manier mee om moest gaan. Ik wist niet hoe ik me zekerder kon voelen of met die gevoelens om moest gaan. Ik wilde ergens misschien vluchten, onderduiken, weg van alles wat ik moeilijk en eng vond in het leven. En zo raakte in verwikkeld in een obsessie met eten en afvallen. Ik wilde niet meer voelen, mezelf verdoven, oplossen in mijn eetstoornis.
Rommelen met eten klinkt heel luchtig. Dat doet iedere vrouw misschien wel eens of een bepaalde periode in haar leven. Helaas zijn we het zelfs normaal gaan vinden dat vrouwen zichzelf te dik vinden en op dieet gaan. Het is gewoon om te lijnen. Dat je dus een beetje rommelt met eten, wordt niet meteen als probleem gezien als je dat uitlegt aan je docent, vertrouwenspersoon op school, vriendinnen, ouders of je huisarts. Het laat hun alarmbellen niet zo snel rinkelen, want; Dat doen we allemaal toch wel eens?
Duidelijk aangeven dat je niet enkel rommelt met eten, maar dat er meer achter schuil gaat, is dan ook heel belangrijk. Want jij rommelt niet alleen maar een beetje met eten. Als dat zo was, las je dit nu niet, kwam je niet op Proud2Bme en herkende je jezelf hier niet in. Het gaat om meer dan dat. Misschien zit je al lange tijd helemaal niet lekker in je vel, voel je je somber of heb je grote zorgen om je thuissituatie, school of je toekomst. Het kan ook zijn dat je last hebt van angsten. Je bent bang om te falen, bang om niet leuk gevonden te worden of bent heel erg onzeker. Je vindt jezelf niet leuk of niet mooi of beiden. In ieder geval ben je niet happy en daarom zit je zo te rotzooien.
Laten we een ding voorop stellen en dat is dat het super vervelend is dat je hier mee zit. Wat je problemen ook precies zijn. Of je nu af en toe braakt of iedere dag. Of je nu al maanden streng lijnt of je lijnpogingen juist alleen maar constant mislukken en je vervalt in eetbuien. Of je nu laxeertabletten gebruikt en gewoon normaal eet of dat je dit combineert met heel veel sporten. Het maakt eigenlijk allemaal helemaal geen bal uit in welke hokje of bij welke diagnose je past of niet past. Het gaat erom dat jij je heel vaak *** voelt en dat dat super vervelend voor je is.
Het gaat er ook niet om wat anderen daarvan vinden, het gaat er eigenlijk alleen maar om dat je op zoek gaat. Op zoek naar iemand die jou wel begrijpt, die je kan steunen of die met je mee kan denken naar oplossingen, oefeningen of afspraken om je te helpen jezelf weer wat beter te voelen. Dat je gaat praten, schrijven of op een andere manier uit gaat leggen dat hoe je nu met je gevoelens en eten omgaat je geen goed gevoel geeft en dat je dat graag wilt leren. Kortom: dat je aan de bel trekt om te zeggen; Ik voel me rot, wil jij me helpen?
Doe dit op jouw manier, maar doe het wel. Langer rondlopen met je problemen dan nodig is in alle gevallen heel naar en doet je geen goed. Het brengt je alleen maar verder van huis. Sommige dipjes of problemen met jezelf gaan nu eenmaal niet vanzelf over. Zeker niet als je merkt dat je er eigenlijk al maanden of jaren mee zit, ook al is het maar een klein beetje. Je hoeft niet te wachten tot je de volledige diagnose ‘anorexia’ hebt, om hulp te krijgen van je vriendinnen, ouders, een psycholoog, je huisarts of een diëtist.
Wees open en eerlijk. Zeg niet enkel dat je rommelt met eten maar vertel dat het gewoon eigenlijk helemaal niet lekker gaat of schrijf op wat er allemaal in je omgaat. Praat en deel in je gevoel en gedachtes. Bespaar jezelf nog meer gedoe en blijf uitleg geven tot ze je begrijpen. Jouw problemen, wat die problemen ook zijn, mogen serieus genomen worden. Wees lief voor jezelf, probeer het rommelen met eten te stoppen of te verminderen en blijf er niet alleen mee rondlopen.
Geef een reactie