Ik veranderde door de eetstoornis

Al klein meisje was ik altijd vrolijk en gezellig. Ik had graag mensen om mij heen, vond het leuk om dingen te ondernemen, was sociaal en altijd oprecht en eerlijk. Hoe ouder ik werd, hoe meer mijn karakter echter veranderde. Dat gebeurde al helemaal toen ik een eetstoornis ontwikkelde. Van dat lieve vrolijke, sociale meisje was niet veel meer over. Ik veranderde ontzettend erg toen de eetstoornis me steeds meer in de greep kreeg.

Zoals ik al zei, was ik voor de eetstoornis altijd vrolijk en had ik graag mensen om mij heen. Ik had veel mensen met wie ik goed op kon schieten en met wie ik graag wat ondernam. Ook had ik eigenlijk altijd wel zin in de dag. Ik kan me in ieder geval niet herinneren dat ik ooit heel erg tegen iets opzag. Mijn leven was goed en ik was er tevreden mee. Ik was ook tevreden met mezelf.

veranderen als persoon eetstoornis

Toen ik van de basisschool naar de middelbare school ging, veranderde er een hoop in mijn leven. Die overgang was groot. Ook raakte ik wat vriendinnen kwijt en kon ik moeilijk aansluiting vinden bij mijn klasgenoten. Ik wist totaal geen raad met hoe ik mij voelde en begon met afvallen, omdat ik dacht dat ik me dan wat beter zou voelen. Nooit, maar dan ook nooit had ik toen gedacht dat ik in de ellende van een eetstoornis belanden.

Dat gebeurde echter wel en voordat ik het wist, kon ik niet meer stoppen met het denken aan eten en afvallen. Het was een obsessie geworden. Iedere minuut van de dag was ik ermee bezig. Wat ging ik eten? Hoeveel zou ik dan eten? Hoe kon ik het eten kwijtraken? Was het niet te veel? Zou ik nog gaan sporten? Zou ik nog wel afgevallen zijn? Wat als ik was aangekomen? Hoe kon ik onder die maaltijd uitkomen? Wat moest ik zeggen?

Als je een eetstoornis hebt, verander je als persoon. Ik deed er namelijk alles aan om de eetstoornis verborgen te houden. Aan de buitenwereld moest ik laten zien dat het goed met me ging, dat ik geen problemen met eten en met mezelf had. Ik wilde niet dat mensen zich zorgen om mij zouden maken. Ik verdiende hun zorgen niet. Daar was ik niet belangrijk genoeg voor. Om die reden deed ik er alles aan om te laten zien dat het zogenaamd heel erg goed met me ging en de eetstoornis wel meeviel. Ik wilde niemand tot last zijn. Aan de andere kant was ik bang om de eetstoornis los te moeten laten, waardoor ik er alles aan deed om het te verbergen.

Door mijn eetstoornis ben ik gaan liegen. Echt, ik loog de hele boel bij elkaar. Als iemand vroeg of ik had gegeten, zei ik altijd ‘ja’ ook al was het ‘nee’. Op de vraag of ik nog een eetbui had gehad en over had gegeven antwoordde ik altijd ‘nee heb ik niet’ terwijl ik soms een half uur daarvoor nog had gespuugd. Het ging altijd ‘goed’ met me. Op een gegeven moment ging het liegen ook op de automatische piloot. Ik dacht er niet meer over na. Ik was eraan gewend geraakt om sociaal wenselijke antwoorden te geven. Met andere woorden: ik was eraan gewend geraakt om antwoorden te geven die mensen wilden horen. Ik loog over hoe het écht met me ging.  

Ik voelde me net een junk die angstvallig haar drugs verborgen probeerde te houden. Ik hield angstvallig mijn eetstoornis verborgen. Ik verstopte mijn laxeerpillen. Ik spoot luchtverfrisser in de hoop dat de braaklucht weg zou trekken. Snoeppapiertjes verstopte ik op verschillende plekken in het huis, zodat het niet op zou vallen dat ik eetbuien had gehad. Niemand mocht weten van mijn zieke gedrag. Het was mijn geheim.

Naast iemand die veel loog en de boel voor de gek hield, was ik ook veranderd in een depressief, ongelukkig meisje. Ik zag op tegen het leven. Alles was zwaar en lag als een last op mijn schouders. In spontaan leuke dingen doen had ik geen zin meer. Gezellig even ergens naartoe gaan voelde niet meer aan als gezellig. Ik voelde me depressiever en ongelukkiger worden.

Ik geloofde altijd dat mensen mij aardig en leuk vonden, maar door de eetstoornis geloofde ik dat niet meer. Ik had het idee dat de hele wereld tegen mij was en dat iedereen maar deed alsof ze me aardig vonden. Ik was toch ook niet leuk? Ik geloofde niet als mensen zeiden dat ik een leuk meisje was en dat ik goede karaktereigenschappen had. Voor mijn gevoel loog iedereen tegen me. Iedereen wilde me alleen maar dik hebben en daarom moest ik van hen gaan eten. Ze hadden helemaal niet het beste met mij voor. Ze logen tegen me om me alleen maar een goed gevoel te geven.

veranderen als persoon eetstoornis

Af en toe had ik momenten dat ik reflecteerde op mezelf. Als ik naar mezelf keek, zag ik eigenlijk een treurige bedoeling. Van een vrolijk levenslustig meisje was ik veranderd in een leugenachtig, depressief, ongelukkig persoon. Waar was de oude ik gebleven? Zij moest toch nog wel ergens in mij zitten? Het kon toch niet zo zijn dat zij helemaal weg was en dat dit ervan overgebleven was? Ik zou toch niet voor altijd zo’n treurig geval blijven?

Ik was mezelf totaal kwijtgeraakt. Hoe langer de eetstoornis duurde, hoe verder ik van mezelf af kwam te staan. Op een gegeven moment wist ik ook niet zo goed meer wie ik nou eigenlijk was zonder eetstoornis. Wel had ik een beeld voor me van hoe ik wel graag zou willen zijn. Dat beeld was mijn houvast in therapie. Ik wilde weer vrolijk zijn, gelukkig en op andere mensen kunnen vertrouwen. Ik wilde weer zin krijgen in de toekomst. In therapie heb ik mezelf gelukkig stapje voor stapje weer teruggevonden.

Nu ik geen eetstoornis meer heb en terugkijk op die tijd heb ik eigenlijk wel spijt van mijn acties. Al dat gelieg over alles… Ik snap het wel, maar ik zou het mezelf zoveel makkelijker hebben gemaakt door ‘gewoon’ eerlijk te zijn geweest over wat er in mij omging. Het had me zoveel ellende gescheeld als ik durfde te zeggen wat er daadwerkelijk in mij om ging. Dat is ook iets wat ik wel geleerd heb: eerlijkheid duurt het langst. Met eerlijkheid bereik je veel meer dan met liegen en bedriegen.

Fotografie: Khánh Hmoong

Danique

Geschreven door Danique

Reacties

5 reacties op “Ik veranderde door de eetstoornis”

  1. Zo herkenbaar.
    Ik was in de brugklas al verder dan de meeste meiden met de vrouwelijke vormen.
    Was moeilijk en wilde weer terug naar het beschermde leven op de basisschool.

  2. Minder stress en nog lekker kind kunnen zijn.
    Automatisch vergeleek ik mezelf met andere meiden die strakke broeken droegen en nog meisjesachtig eruit zagen.
    Wilde dit ook.

  3. Gelukkig is dit over en accepteer ik mezelf weer zoals ik er nu uitzie.

  4. De meiden van toen zijn nu ook vrouwelijk.

  5. Herkenbaar.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *