Vrije tijd. Een lange periode heb ik het helemaal niet fijn gevonden om vrij te zijn. Vrije tijd stond gelijk aan mij rot voelen. Niet weten wat ik moet doen. Denken. Piekeren. Eetbuien. Extra ruimte voor mijn eetstoornis. Ik vond het ontzettend stom van mijzelf. Waarom kon ik er niet gewoon van genieten, zoals ieder mens? Vaak, vooral in het begin, verwachtte ik ook niet dat ik mij rot zou gaan voelen als ik vrij was. Ik had er zin in en ik keek uit naar de rust. Daardoor was de teleurstelling des te groter wanneer het geen fijn weekend of fijne vakantie was geworden.
Naar mate het vaker gebeurde dat ik mij rot voelde wanneer ik vrij was, begon ik steeds meer op te zien tegen vrije tijd. Soms had ik er nog wel zin in of ik had iets leuks gepland. Toch voelde ik mij 9 van de 10 keer rot en somber en telkens weer stelde ik mijzelf teleur. Ik baalde van mijzelf dat ik het niet kon. Hoe meer ik er tegenop ging zien, hoe groter het vrij zijn in mijn hoofd werd. Misschien werd het zelfs een beetje een self-fulfilling prophecy; ik wist van tevoren al zo zeker dat ik mij rot zou voelen en dat het niet zou lukken om het fijn te hebben, dus dat gebeurde ook.
Ik schaamde mij ervoor. Na het weekend, een vrije dag of de vakantie zag ik mijn vrienden weer. Het eerste gesprek ging over wat we allemaal gedaan hadden. Iedereen vertelde vrolijk over uitjes, lekker eten en gezelligheid.
Ik durfde echt niet te zeggen dat ik de hele dag in bed had gelegen en filmpjes op het internet had gekeken, zodat ik nergens over hoefde na te denken. Dat ik heel veel had willen doen maar dat het niet gelukt was. Dat ik veel te veel gegeten had. Dat ik pas was gaan douchen toen mijn lichaam pijn deed van het liggen en ik mijzelf zo erg naar zweet vond stinken dat ik er niet goed van werd.
Het was gênant, vond ik. Soms verzon ik iets wat ik had willen doen. Met pijn en moeite toverde ik een glimlach op mijn gezicht en vertelde over de fantasie-dag die ik wenste dat het was geweest. Volgende keer zou het goed gaan.
Structuur aanhouden
Wanneer ik vrij heb wil ik graag uitslapen. Ik merkte echter dat dit mij geen goed deed. Hoe langer ik in bed bleef liggen, hoe lastiger het was om eruit te komen. Vaak dacht ik ‘nog even’, maar wanneer het dan eenmaal 12 uur was baalde ik alweer erg van mijzelf dat ik zo lang was blijven liggen en vond ik dat mijn hele dag al was verpest.
Het helpt mij om een vergelijkbare structuur aan te houden die ik op een doordeweekse dag heb. Ik zorg ervoor dat ik ten minste acht of negen uur slaap en zet een wekker. Ik ga er dan ook echt uit om even te ontbijten. Als ik dan nog echt moe ben, kan ik altijd nog een dutje gaan doen. Door er wel even uit geweest te zijn, voel ik mij toch al veel beter dan wanneer ik zou blijven liggen.
Plannen
Vroeger plande ik soms juist niks als ik vrij was. Ik was moe en wilde alleen zijn. Ik dacht dat de rust mij goed zou doen. Daarbij had ik toch nog 1000 en 1 dingen in het huishouden of dingen voor school die ik moest doen van mijzelf.
Doordat ik niet van te voren had bedacht wat ik zou gaan doen, wist ik vaak niet waar ik op mijn vrije dag moest beginnen. Dus ik begon niet. Op een gegeven moment merkte ik dat de dagen waarop ik van te voren had bedacht wat ik zou gaan doen, vaak fijner waren dan wanneer ik had bedacht ‘gewoon wel te zien’. Het kan helpen om te plannen wat je gaat doen. Het kan vooral goed helpen om in ieder geval iets in de ochtend te plannen waarvoor je je bed uit moet. Hierdoor ben je al op gang en voel je je vaak de rest van de dag ietsje beter.
Plan niet te veel
Soms had ik wel voor mijzelf bedacht wat ik allemaal wilde doen op mijn vrije dag. Ik vond dat alle taken die ik al weken had laten liggen wel op één dag gedaan konden worden. Dat lukte natuurlijk nooit. Mijn planning was niet realistisch en uiteindelijk baalde ik van mijzelf dat wat ik had bedacht, niet gelukt was.
Het is goed om van te voren te bedenken wat je wilt doen op je vrije dag, maar houd het wel realistisch. Daarbij; je mag ook niks doen. Je mag op de bank hangen. Een vrije dag hoeft niet productief te zijn. Als je dat (nog) lastig vindt, kun je de niks-doe momenten ook inplannen. Jouw lichaam en hoofd hebben rust nodig om alles wat je doet te verwerken en weer op te laden.
Zoek mensen op
Als je het lastig vindt om jezelf bezig te houden, kan het helpen om een plek op te zoeken waar andere mensen zijn waar je je fijn voelt. Als je bijvoorbeeld op kamers woont, kun je naar je ouders gaan. Of je spreekt af om bij je boer, zus of beste vriendin iets te gaan drinken. Zelf vond ik het ook vaak fijn om extra te werken tijdens mijn vakantie. Ik verdiende daardoor iets bij en ondanks dat ik ook tegen het werken op kon zien, deed het mij uiteindelijk altijd goed. Ik werd ergens verwacht, was onder de mensen en had niet te veel ruimte om na te denken.
Het kan natuurlijk ook heel fijn zijn om leuke dingen te doen met vrienden. Als je je veilig voelt bij hen, kun je hen vertellen dat je het lastig vindt om alleen te zijn wanneer je vrij bent. Je hoeft er niet eens uitgebreid over te praten, maar alleen al het samen zijn kan veel doen om je beter te voelen.
Even naar buiten
Soms lukt het niet om met mensen af te spreken of je hebt daar écht geen behoefte aan. Wat mij op deze dagen niet hielp, was de hele dag binnen blijven. Hoe erg ik er ook tegenop kon zien, ik voelde mij altijd beter als ik even buiten was geweest. Al was het maar om een koffietje te halen bij de zaak op de hoek. Even douchen, even frisse lucht. Soms voelde ik mij daarna nog steeds rot, maar ik was er in ieder geval even uit geweest.
Het hoeft niet leuk te zijn
Ik voelde mij vaak verplicht om het leuk te hebben wanneer ik een vrije dag of vakantie had. Het zijn ook vaak de hoogtepunten waar we elkaar naderhand over vertellen. Ik zal eerlijk zijn; zelfs nu ik er wel van kan genieten bestaat het grootste deel van mijn vrije tijd uit huishoudelijke taken en niks doen. Het verschil met vroeger is alleen dat ik dat ok vind. Als ik nu terug kijk had ik soms veel te hoge verwachtingen. Ik dacht dat vrije tijd altijd geweldig leuk moest zijn met allerlei dingen die je normaal niet doet. Nu hoeft dat niet meer van mijzelf. Daar durf ik inmiddels ook eerlijk over te zijn en dat helpt ook. Ik zeg het eerlijk wanneer ik een hele dag niks heb gedaan en de reacties zijn veel minder verbaasd of negatief dan ik had verwacht.
Wees niet boos op jezelf
Als je je toch rot voelt wanneer je vrij bent. Wanneer het toch niet goed gaat met eten of je toch je bed niet uit kunt komen. Wanneer je er toch niet van kunt genieten; dat is ok. Wees vooral niet boos of teleurgesteld naar jezelf toe. Daar schiet je niks mee op het het maakt het alleen maar nog minder leuk. Accepteren dat het soms gewoon niet leuk is, heeft mij heel veel rust gegeven.
Geef een reactie