Ik kijk in de spiegel en de wallen onder mijn ogen zijn niet te ontkennen. Gatver, wat heb ik slecht geslapen. De nachtmerries zijn te naar om hier te herhalen en ik wens vurig dat ik ze snel zal vergeten. Ik heb liggen woelen en zweten in mijn bed en mijn huid voelt warm en plakkerig. Ik voel me een beetje vies. Ik ben moe, voel me zwaar, echt zwaar, dik misschien? In ieder geval lelijk. Ja. Sloom staat ik voor me uit naar de wallen, vlekken, kleine haartjes en rimpels in mijn gezicht. Pfff.
Naakt ga ik op de wc zitten en ik staar naar m’n buik, de vouwen die erin verschijnen, de rode vlekjes van geïrriteerde huid. Ik kijk naar m’n knieën waar zwarte haartjes omhoog springen, omdat knieën zo irritant en lastig zijn om goed te scheren. Wie heeft daar nou tijd voor? Wie heeft daar nou zin in? Ik niet.
Ik trek door en loop terug naar de slaapkamer. Daar ligt m’n bed nog onopgemaakt. Het ziet er vies uit. Hier hebben vannacht, in mijn dromen, vreselijke dingen in plaatsgevonden, maar ergens is het ook aanlokkelijk om er weer terug in te springen. Haastig maak ik m’n bed op. Niet echt netjes, maar dan is dat hoofdstuk in ieder geval afgesloten. De dag is begonnen, geen weg meer terug.
Ik kijk naar de kleding die op de stoel ligt. Gisteren had ik dit nog aan. Dat kan best nog wel een dagje, maar zodra ik het jurkje over mijn hoofd heen trek bekruipt een vervelend gevoel mij. Ik kijk in de spiegel en denk ‘nee’. Nee, nee, nee. Liep ik er gisteren ook zo bij? Toen voelde het toch echt anders, maar nu voelt het niet goed. Dit jurkje staat me niet meer.
Een half uur later liggen er verschillende kledingstukken door de kamer die ik daar gefrustreerd heb neergegooid, maar eindelijk heb ik iets aan waar ik me ‘wel oké’ in voel. Een mannenmodel t-shirt en een broek met veel stretch. Het zijn kledingstukken die ik oprecht wel mooi en leuk vind, maar nu komt het wel erg goed uit dat ik ze in de kast heb liggen.
M’n haar zit, naar mijn mening, voor geen meter dus er rest mij niets anders dan het omhoog te doen in een knot. De kapper had het laatst niet helemaal geknipt zoals ik het wilde en de kortere laagjes in m’n haar floepen zo weer uit het staartje. Hooooo!!! Dit is elke keer als ik m’n haar omhoog doe, maar vandaag vind ik het extra vervelend, want ik zit niet lekker in m’n vel. Ik steek 5 schuifspeldjes in m’n haar op hoop van zegen. Prima zo. Niet te veel tierlantijntjes. Ik moet vandaag gewoon even terug naar de basis.
Ik vertel mijn nare droom in geuren en kleuren aan mijn beste vriendin met wie ik altijd mijn dromen kan bespreken. Zelf verteld ze ook over die van haar. “Het was vast de volle maan!” Roepen we beide. Ja, ja dat was het. Iedereen is nu een beetje raar volgens ons. Dat doet de maan immers met je en met deze gedachte valt er weer een beetje last van m’n schouders af. Ik vind het ergens wel fijn dat ik op deze manier ook in verbinding mag staan met mijn omgeving.
Gedurende de dag ebt het nare gevoel langzaam weg. Mijn lichaam en spijsvertering komen op gang en het vocht dat ik vasthield na een nacht slapen verdwijnt langzaam uit mijn gezicht. Misschien is dit niet mijn meest fantastische dag, maar ik weet dat dit gevoel ook weer over gaat. Wellicht begon m’n dag een beetje stroef, maar dat hoort er ook gewoon bij. Ik voel me ook niet altijd mooi. Ik voel me ook niet altijd goed.
Later op de dag besluit ik dat ik toch even de deur uit moet. Dat thuiswerken is aan de ene kant heel fijn, maar aan de andere kant wil ik ook niet de hele dag thuiszitten. Vaak ben ik in de ochtend nog wel even buiten, maar dat was me vandaag echt niet gelukt. Ik app een vriendin of ze zin heeft in een kop koffie na werk bij het café om de hoek. Geen tijd… Hmmm, misschien iemand anders? Ik scroll door m’n contactenlijst en zie een naam voorbij komen van iemand die ik al een tijd niet had gesproken. Het werd eens tijd. “Ja gezellig.” Appt ze terug. Ik kijk naar buiten en zie de zon schijnen. Het is prachtig weer. Misschien is het nu wel goed geweest met deze kledingkeuze en ik trek het jurkje aan dat ik vanochtend vol afschuw op de grond had gegooid. Eigenlijk staat ie me toch best wel leuk.
Aan het einde van de dag voel ik me eigenlijk wel prima. De dag begon een beetje stroef en mij energielevel is de hele dag niet geweest wat ik van mezelf gewend ben, maar toch heb ik een lichtpuntje voor mezelf weten te creëren en dat voelt goed. Morgen weer een nieuwe dag.
Wanneer je niet lekker in je vel zit is het helemaal niet gek dat je zelfbeeld even wat negatiever is. Iedereen heeft wel eens een dag dat ie zich wat minder mooi voelt. Met of zonder eetstoornis. Ook jij, ook ik. Dat is niet erg, maar wat wel uitmaakt is hoe je daar vervolgens op reageert. Vroeger had ik het direct op mijn lichaam betrokken en vurig de wens hebben gehad om af te vallen, want ja, afvallen zou het toch beter maken? Als een gek zou ik zijn gaan vasten om hoogstwaarschijnlijk aan het einde van de dag in eetbuien te vervallen en met een rotgevoel naar bed te gaan. De kans dat ik dan weer rot wakker zou worden was akelig groot. Zou het dan helpen om wéér diezelfde fout te maken?
Zou stoppen met eten me dan werkelijk helpen? Het heeft me nooit geholpen, dus ik peins er niet over. Bovendien is mijn gewicht nagenoeg stabiel gebleven voor het grootste gedeelte van mijn eetstoornis. Op datzelfde gewicht heb ik zowel rotdagen als fantastische dagen beleefd. Lag het dan aan m’n gewicht of misschien toch aan iets anders? Ik leerde het los te laten. Stukje bij beetje en te vertrouwen op het feit dat gevoelens komen en gaan. Te leren dat ik mezelf op die dagen tegemoet mag komen, maar misschien ook mezelf een beetje moet pushen. De balans vinden. Een eetstoornis heeft mij nooit die balans gebracht.
Losraken van je eetstoornis is geen garantie dat je altijd lekker in je vel zal zitten. Ook ik voel me niet altijd mooi. Dat is oké. Losraken van m’n eetstoornis betekent namelijk wel dat ik geleerd heb wat ik mezelf wel kan geven en dat ik vertrouwen heb in het feit dat het morgen weer helemaal anders kan zijn. Het is goed zo.
♥
Geef een reactie