Hoeveel ik ook douchte of schone, net gewassen kleding aantrok en deodorant op spoot, ik bleef me vies voelen. Het vieze gevoel ging niet weg, ik voelde me vreselijk. Ik was dik, lelijk en vies. En ik kreeg dat gevoel niet uit mijn lijf. Wat ik ook deed. Op sommige dagen stond ik meerdere keren onder de douche of dook ik juist weg in bed, omdat ik me waardeloos en smerig voelde. Een vreselijk gevoel dat ik tijdens mijn eetstoornis regelmatig ervoer.
Mijn huid zag er vettig uit, ik had wallen, was bleek en mijn haar zat voor geen meter. Ik vond dat ik mijn wenkbrauwen wel weer eens moest epileren en mijn benen waren er ook aantoe om onthaard te worden. De huid op mijn benen was droog, mijn bovenbenen hadden putjes en mijn broek zat te strak, waardoor ik een vetrolletje voelde over mijn broek. Ik voelde me vies.
Waar dat gevoel vandaan kwam, dat weet ik niet precies. Wel weet ik zeker dat het te maken had met mijn stemming en zelfbeeld. Als ik mij slecht voelde, voelde ik me snel lelijk, dik of vies. Als ik mij goed voelde, was dat allemaal veel minder. Het had dus duidelijk verband met hoe ik over mezelf dacht. En dat was in die tijd niet zo positief.
Natuurlijk voel ik mij nu ook nog wel eens vies. Bijvoorbeeld als ik een beschimmelde boterham in de prullenbak gooi, ik met mijn blote voet in een meeuwenflats ben gaan staan of als ik flink gezweet heb tijdens het hardlopen. Maar dat is een heel anders soort vies. Dat soort vies kan ik met een douchebeurt van me afspoelen. Ik voel me weer school en fris als ik dat doe en het beinvloedt mijn stemming niet zoals vroeger.
Het ‘vies voelen’ dat ik ervoer tijdens mijn eetstoornis was heel anders. Het was groter, zwaarder, viezer en overheersend. Ik kon er niet omheen, afleiding zoeken lukte niet en het bleef steeds weer terugkomen. Ik vond mezelf zo stom en dit gevoel maakte dat nog erger. Het bevestigde wat ik vond van mezelf. Dit vieze gevoel zat tussen mijn oren. Muur en muur vast tussen mijn oren.
Soms kan zo’n vies gevoel te maken hebben met aankomen. Toen ik richting een gezond gewicht ging, voelde ik mij ook erg vies. Dat voelde ik mij met mijn ondergewicht trouwens ook, daarom was het nooit genoeg. Maar het vieze gevoel van te dik zijn was ook een enorm sterk gevoel. Al vraag ik me ook wel eens af of dik voelen een gevoel is, of dat het juist een gevoel maskeert. Ik denk het laatste. Je voelt je slecht en daarom voel je je dik, al lijkt het andersom te zijn.
Als je een eetstoornis hebt, vind je jezelf niet leuk of mooi. Je hebt vaak een hekel aan wat je voelt, wie je bent en hoe je eruit ziet. Dat is nogal wat. En het idee dat je je zo slecht voelt over jezelf, is ook nog eens heel bevestigend voor die blik die je op jezelf hebt. Jezelf niet leuk of mooi voelen is een rotgevoel, het beperkt je om jezelf op te laten bloeien, te groeien en goed te voelen. Zeker wanneer het een heel sterk gevoel is dat er vaak is. Het is belangrijk om positief over jezelf te denken, zodat je vertrouwen hebt in die ontwikkeling en groei die je nodig hebt om te leren hoe jij gelukkig kunt leren zijn.
Wanneer jij je herkent in bovenstaande rotgevoelens, heb je misschien de neiging om zelfs die gedachtes en gevoelens weg te stoppen. En dat is nou precies wat je nu eens een keertje niet moet doen. Juist wanneer je je zo slecht voelt over je lichaam, is het super belangrijk dat je gaat onderzoeken waarom je je zo voelt, gevoelens toe gaat laten, gaan verwerken en gaat praten. Schrijf, als dat een eerste begin is, over wat je voelt. Laat het toe.
Gevoelens toelaten is een heel ding bij mensen met eetstoornissen. Maar ik kan je een ding vertellen wat mij geholpen hebt en dat is alles voelen en huilen. Heel veel gevoelens voelen, gewoon alles. En daarmee om leren gaan. Dat heeft mij geholpen. Pijn toelaten, zodat ik ook geluk toe kon leren laten. Met mijn armen wijd open leven. Super eng, want daarmee laat je controle los. Controle die we vaak juist willen hebben. Voelen we ons rot dan is de eerste reactie weglopen, wegduiken of wegstoppen. Dat je die neiging hebt is ook niet erg, maar geef er niet constant aan toe. Maak juist ruimte om alles eruit te halen, wat erin zit.
Sinds ik leerde, en dat had tijd nodig, om gevoelens toe te laten en er op een gezonde manier mee om te gaan, voelde ik mij eerst nog wel eens vies, maar steeds minder. Hoe minder ik wegstopte in mijn lichaam, hoe fijner het ging voelen. Rotgevoelens moet je niet in je lichaam houden maar uiten, want anders is het net als je poep ophouden. En daar ga je je niet goed van voelen. Gevoelens zijn er om geuit te worden, niet om weg te proppen en op te stapelen.
Ik hoop dat je deze blog leest en beseft dat je iets anders moet gaan doen. Met of zonder hulp, het is belangrijk dat je je ten eerste bewust wordt van de dingen die jij wegstopt en probeert deze met de mensen om jou heen steeds, beetje bij beetje, to te laten. Voel je je vies, neem dan gerust en uitegebreide douche met je lievelingssop en shampoo, maar zie het niet als enige oplossing, wanneer je merkt dat het gevoel blijft terugkeren.
Geef een reactie