Ik ben waardeloos. Welkom in mijn wereld. Deze drie woorden omschrijven een groot deel van mijn doen en laten. Ze maken het me niet altijd makkelijk, maar het lijkt wel alsof ik er niets tegen kan doen. Ze beïnvloeden me. Ze maken me onzeker. Ik heb mezelf altijd al minderwaardig aan anderen gevoeld. Ik vraag me af of het ooit weg zal gaan…
Mijn schooltijd was niet makkelijk. Zowel op de basisschool als op de middelbare school werd ik zowel gepest als buitengesloten. Op de middelbare deed ik steeds meer mijn best om alles goed te doen en werd ik bang om fouten te maken. Ik wou er gewoon zo graag bij horen, maar het kwam er nooit van. Toen ik in de vierde klas kwam was ik er echt zó klaar mee. Ik was er klaar mee om steeds alleen over te blijven. Ik was zo klaar met de valse beloftes. Ik was zo klaar met de pijn en het verdriet. Ik was blijkbaar niet goed genoeg. Waarom zou ik anders altijd alleen overblijven? Waarom liet iedereen me dan in de steek?
Ik besloot voor mezelf te kiezen. Ik ging niet langer mijn best doen om erbij te horen. Ik ging niet langer vechten om een plek in de klas of om een plek in een groepje. Ik bleef immers toch altijd over. Op dat moment begon het gevoel van waardeloosheid steeds meer op te komen. Ik dacht op dat moment dat ik voor mezelf koos, maar achteraf ben ik er achter gekomen dat dat het moment is geweest dat ik mezelf heb opgegeven…
Ik zag het licht aan het einde van de tunnel niet meer. De eerste maand van het nieuwe schooljaar was nog niet eens voorbij en ik besloot naar de docent te gaan die ik het meest vertrouwde. Hij was bezorgd en hij luisterde naar me. Hij gaf me het gevoel dat ik er toe deed. Het ging gewoon niet goed met me. Ik zat in mijn examenjaar, maar leren of huiswerk maken kon ik niet meer. Ik sloot me steeds meer af. Bij verschillende vakken zat ik in mijn eentje op de gang. Er zijn momenten geweest dat ik tijdens de pauze de kantine niet in durfde. Stel je voor dat iemand mij zag?! Dat kon echt niet. Ik deed namelijk alles fout. Achteraf is dat een totaal zinloze gedachte, maar op dat moment was het één waar ik niet tegen vechten kon.
School was voor mij niet fijn. Mijn docenten maakten het meer dragelijk voor me, want ik had een goede band met ze. Mijn klas maakte het me haast ondragelijk. Ik ging vaak de klas uit en anderen konden makkelijk aan me zien dat er iets aan de hand was. Niemand was er voor me, behalve mijn docenten. Als ik een paniekaanval had of ik zat ergens mee, dan kon ik naar hen toe. Dan was ik weer even veilig. Ze konden me helpen.
Waar niemand me mee kon helpen waren de momenten dat ik bijna kapot ging van het idee dat ik waardeloos ben. Ik had op school een ‘veilige plek’. Het was een tafeltje in de gang bij de docentenkamer. Op de momenten dat ik me zo waardeloos voelde, was ik overal verspilling. Ik weet nog dat ik me een keer bijna misselijk begon te voelen van de waardeloosheid. Ik ging er mee naar twee docenten en sprak met ze af dat ik het twee lesuren vol zou houden en dat ik dan naar huis mocht. Ik kon niet meer. Ik moest nog een poosje wachten tot die twee lesuren begonnen, maar ik ging kapot. Ik moest naar huis. Ik ging weer naar één van de docenten toe en zei dat ik het echt niet kon volhouden. Tranen sprongen in mijn ogen. Uiteindelijk was ik thuis voordat die twee lesuren waren begonnen.
Elke keer dat ik me waardeloos voelde, ging ik van binnen een beetje kapot. Voor mij was dit nog erger dan een paniekaanval. Bij een paniekaanval kon ik geholpen worden, maar hierbij niet. Beetje bij beetje gaat het nu wat beter… Ik ben ondanks alles geslaagd voor mijn examen. Ik probeer mijn leven nu weer op te pakken.
Geef een reactie