Geld. We geven het allemaal uit. Bijvoorbeeld aan kleding en make-up, aan eten en drinken, aan reizen in binnen- en buitenland en aan spullen voor in huis, maar één ding weet ik zeker: geluk is niet te koop. Het was wat ik jarenlang wenste, wat ik hoopte, wat ik probeerde te bereiken. Tevergeefs …
Toen ik achttien jaar was, kreeg ik een Wajong-uitkering toegewezen vanwege mijn psychische problematiek. Werken was geen optie en ik durfde niet langer naar school. Ik kon uren achter de computer doorbrengen en ondanks dat de uitkering geen vetpot was, begon ik steeds meer te bestellen in online winkels. Het leek zo simpel. Ik hoefde enkel spullen die ik leuk vond op te speuren, aan te klikken, in het virtuele winkelmandje te leggen, naar de virtuele kassa te gaan en af te rekenen, zonder dat ik de deur ervoor uit hoefde. Soms kon ik er zelfs voor kiezen om achteraf te betalen. Klinkt ideaal, toch … ?
Wat ik het meest kocht, waren kleding, make-up, verzorgingsproducten, boeken, films, CD’s en computergames. Als ik een mooi jurkje zag, moest en zou ik het kopen. Ik kon het niet laten. Dat jurkje zou mijn bezit worden en mij gelukkig maken. Dat wist ik zeker, en met die paarse lippenstift erbij die ik in die andere webshop had gezien, zou ik stralen en die veelbelovende gezichtscrème zou mijn imperfecte huid perfect maken. Dat spannende verhaal zou mij naar een wereld laten afdwalen waar ik mijn problemen even zou vergeten. Die fantastische muziek van die geweldige artiest zou mij doen opleven en die game zou mij alles bieden wat het echte leven mij niet bood.
Soms kon ik niet wachten en kocht ik iets gelijk. Soms gaf ik mijzelf bedenktijd en stelde ik het uit. Dan kon ik het niet uit mijn hoofd krijgen. Het bleef erin rondspoken, het bezorgde mij zelfs hoofdpijn en het achtervolgde mij in mijn dromen. Uiteindelijk gaf ik mij aan de drang over. Ik besloot het te kopen en de ideeën die ik in mijn hoofd had te realiseren. Soms was ik door het dolle heen als ik iets had gekregen, maar het viel ook regelmatig tegen. Dan bleek dat jurkje mij niet zo goed te staan als verwacht, die paarse lippenstift bleek niet bij mij te passen of die zuiverende gezichtscrème bleek geen enkele verbetering te brengen. Het verhaal bleek slaapverwekkend te zijn, de meeste liedjes op de CD bleken tegen te vallen of de game bleek constant vast te lopen.
“Jij blijft maar kopen,” zei de postbode toen hij voor de zoveelste dag op rij een pakketje aan mij overhandigde. Ik schaamde me dood en ik besefte me dat hij gelijk had. Ik woonde destijds nog bij mijn ouders en ook zij kregen door dat ik veel te veel kocht. Ze begonnen er opmerkingen over te maken en ze waarschuwden mij voor de gevolgen, maar ik wilde het niet horen. Ik wilde blijven geloven dat de spullen mij gelukkig zouden maken. Bovendien wilde ik er een leegte mee opvullen. De eenzaamheid, het gebrek aan liefde en plezier, het pijnlijke gat in mijn hart dat was ontstaan in het verleden en steeds dieper was geworden. Ik probeerde het vol te stoppen met alles wat ik kocht. Ik probeerde het weg te maken. Het niet langer te voelen. Door te kopen wilde ik mijzelf verdoven.
Toen ik op mijzelf ging wonen, ging het kopen door. Ik had nu echter vaste lasten die ik moest betalen en waarmee ik hierdoor in de problemen raakte. Ik begon me steeds meer te beseffen dat ik het me allemaal niet kon veroorloven. Dat er iets moest veranderen. Steeds vaker kreeg ik spijt, direct na een aankoop. Bovendien verloor ik het overzicht. Ik begon te verlangen naar minder spullen, maar de drang bleef kriebelen. Shoppen bracht spanning met zich mee die mij een kick kon geven, maar dat duurde altijd maar even. Al gauw kreeg ik aanmaningen. Schulden ontstonden en doordat ik zoveel moest aflossen, hield ik amper geld over voor eten en moest ik geld lenen. Ik kreeg een huurachterstand en ik kreeg bijna te maken met deurwaarders. Dit kon ik net voorkomen.
Mijn moeder hielp mij bij de financiën, maar ook voor haar werd het te veel. We zaten letterlijk met de handen in het haar, en dat allemaal door mij … Ik voelde me schuldig, ik was depressief en de wanhoop nabij. Daarin speelde meer mee dan de financiële omstandigheden en het huishouden dat ook een zooitje was, maar het was de druppel die de emmer deed overlopen. Samen met mijn moeder kreeg ik gesprekken bij de GGZ waar ik al een tijdje liep, maar het hielp niet genoeg. Volgens de therapeut had ik iets intensievers nodig: thuisbegeleiding.
Die thuisbegeleiding krijg ik nu twee jaar. We hebben onder andere gewerkt aan het verbeteren van mijn woonsituatie, waar nog wel wat aan te doen valt, en aan het ordenen van mijn financiën. Ik zit in geldbeheer, wat betekent dat ik mijn geld niet zelf krijg. Alle rekeningen worden voor mij betaalt en ik krijg wekelijks een vast bedrag. De schulden zijn afgelost en nu ik minder geld kan uitgeven, is de koopdrang duidelijk afgenomen. Als ik niet lekker in mijn vel zit, kan ik nog sterk de neiging krijgen om te shoppen, in de hoop de nare gevoelens op die manier te stoppen. Dan wil ik spullen aantreffen die mijn zorgen als sneeuw voor de zon zullen doen verdwijnen, die mijn laag zelfbeeld zullen verhogen, maar ik besef me nu dat geluk van binnenuit moet komen, en dat is nog gratis ook.
Als dit herkenbaar is, heb ik tien tips:
– Vind andere, constructieve manieren om je beter te voelen i.p.v. kopen
– Maak het bespreekbaar en vraag om hulp
– Kies niet voor achteraf betalen
– Pin een vast bedrag per week en geef je pinpas daarna uit handen
– Bewaar de bon, zodat je aankopen terug kunt brengen
– Koop niets impulsief: denk er goed over na
– Betaal de vaste lasten direct
– Houd een kasboekje bij
– Wees creatief: het kan je een hoop geld besparen
– Open een extra rekening, waarop je geld apart kunt leggen
Koop jij veel spullen en kun jij goed met geld omgaan?
Geef een reactie