Huilend liet ik mijzelf weer op mijn bed vallen. Het kussen smoorde mijn gevloek. De jurk die ik een maand geleden samen met mijn moeder had gekocht weigerde ik aan te trekken. Niemand mag me hierin zien. Waarom heb ik ooit gekozen voor herstel? Nu ben ik weer dik en iedereen zal het vanavond zien. Mijn moeder stond nog radeloos onderaan te trap, hopend dat ik terug zou komen. Maar ik kwam niet terug, niet in die jurk.
Boos griste ik mijn fiets uit de schuur. De linkertrapper raakte mijn been en weer vloekte ik. Mijn gezicht was nog drijfnat van de tranen maar ik was te koppig om een zakdoek te pakken. Eenmaal op de fiets kon ik niet snel genoeg trappen. Al mijn woede kwam terecht bij de trappers. De wind blies door mijn haren en mijn gezicht voelde nog kouder aan dan het al was. Mijn fiets gooide ik tegen het rek aan voor de hema. Ik haastte naar binnen, naar het ondergoed. Mijn enige redding.
Drie broekjes had ik in mijn hand. Ze waren net iets anders maar alle drie zouden ze mijn buik corrigeren. De enige manier waarop ik die jurk aan zou doen vanavond. Na lang twijfelen koos ik een broekje met korte pijpjes. Hij had een huidskleur, vleeskleurig, zoals mijn zusje dit onsmakelijk zou zeggen. Met de buit in mijn tas fietste ik weer naar huis. Iets rustiger dit keer. De woede had ik inmiddels al van me af getrapt.
De vragende blik van mijn moeder durfde ik niet eerlijk te beantwoorden. Ik loog over mijn aankopen en liet mijn alibi nagellakjes zien. Hier had ik wel aan gedacht. Ik kon niet met ‘niks’ terugkomen natuurlijk. De nagellakjes werden goedgekeurd en ik vervolgde mijn weg naar mijn slaapkamer. Mijn hart bonsde toen ik het broekje uit mijn tas toverde. Ik had een snelle weg naar een mooi lichaam gevonden, een oplossing in handen zonder dat iemand iets vermoedde. Zenuwachtig trok ik hem aan. Hij zat een beetje strak maar dat hoorde. Voorzichtig trok ik de jurk weer aan. Twijfelend stond ik weer voor de spiegel, mijn handen op mijn buik. Is het beter? Ik kon het niet goed zien. Ik trok het broekje weer uit. Mijn buik raakte de koude stof van de jurk. Ik rilde. Weer bestudeerde ik mijn buik. Een golf van walging schoot door mijn lichaam. Nee, met broekje was wel echt beter. De jurk hing ik over de stoel bij mijn bureau. Het broekje verstopte ik onder het kussen van de stoel. Niemand hoefde dit te weten. Zodra ik die jurk maar aandeed, dan stelde niemand vragen. Was niemand boos.
Het werd avond. Het avondeten ging moeizaam maar ik liet het niet merken. Ik wilde zo min mogelijk in mijn jurk en dus in mijn buik stoppen. Niet veel later moest ik er echt aan geloven. De jurk staarde me al aan toen ik mijn kamer binnenliep. Ik viste het broekje onder het kussen vandaan. Hij voelde zacht en gelukkig niet zo koud aan als de binnenvoering van mijn jurk. Toch voelde hij niet warm aan, niet warm genoeg in ieder geval.
Voor de zoveelste keer stond ik die dag weer voor de spiegel. Mijn wimpers plakte aan elkaar. De mascara die ik eerder had opgedaan was uitgesmeerd over mijn wangen. Ik kon het niet, hoe dacht ik dat ik met dit vreselijke lichaam die jurk aan kon doen. Waar had ik het lef vandaan gehaald om met dit lichaam naar mijn eindexamen uitreiking te gaan..? Mijn moeder stond weer onderaan de trap. Huilend en vloekend stampvoete ik de trap af. Dit was nog niet zo makkelijk op hakken. Mijn hoofd liep net zo rood aan als de jurk en de tranen liepen over mijn wangen. Waarom kon ik niet normaal zijn, waarom kon ik niet normaal een jurk aan doen en vrolijk naar mijn uitreiking gaan? Mijn moeder probeerde mij te sussen maar zonder succes. Wild trok ik de jurk uit en bijna kapot. Het maakte me niet uit, ik ga toch niet. Met een gloeiend hoofd kroop ik in bed. De deken sloeg ik om mij heen. Terug naar mijn warme cocon.
Een halfuur later. De vriend van mijn moeder sluipt stilletjes mijn slaapkamer binnen. Met de jurk. De vervloekte jurk. Ik ben verrast hem hier te zien en raak nieuwsgierig. Hij komt naast me zitten en verteld hoe trots hij is. Op mij, wat ik heb bereikt, hoever ik al gekomen ben en waar deze jurk eigenlijk voor staat. Hij staat voor mijn kracht, mijn stappen en mijn strijd. De strijd die ik wilde opgeven omdat ik het niet aandurfde. De strijd die te zwaar voelt maar die ik niet alleen hoef te voeren. De strijd waarin ik mij nu kan herpakken.
De jurk ging weer aan. Wél met broekje eronder. Mijn moeder vond het onzin en ik nu ergens ook, maar dat is altijd makkelijk praten achteraf. Ik weet hoe zwaar ik het had en hoe mijn lichaam mij in de weg zat. Ik wist nog niet zo lang dat ik een eetstoornis had en het aankomen was snel gegaan. Sneller dan ik wilde en dat was nu zichtbaar. Ik schaamde mij voor mijn tirade maar ik wist dat deze woede puur uit de onmacht voort kwam.
Op de foto’s is niks te zien. Geen verdriet, geen pijn. Gewoon een meisje in haar jurk, geslaagd voor haar havo. Toch zie ik iets anders. Ik zie de onmacht achter de lach en de boosheid naar haar lichaam. Mijn lichaam. Die jurk kon er niks aan doen, die duivel was ik zelf, die zat in mij. Ik vond het niet goed genoeg, terwijl ik een aantal weken geleden geen moeite had met die jurk. Die jurk was niet veranderd, maar ik wel.
Ook al was ik al uitbehandeld, ik wou dat ik dit had kunnen zien en aanpakken. Ik zag niet hoe sterk die stem in mijn hoofd nog was ik liet mij volledig hierdoor beïnvloeden. De stem die later weer sterker werd en hier opnieuw zijn entree maakte. Had ik het maar herkent, had ik deze kans maar aangegrepen en echt bespreekbaar gemaakt. Had ik maar..
Herken jij tijdig de destructieve stem van de eetstoornis?
Geef een reactie