“Ik weet het niet zo goed”
Duizenden keren gingen deze woorden al over mijn lippen de afgelopen weken.
– Wil je dat ik thuisblijf?
“Ik weet het niet zo goed”
– Wat wil je gaan doen dit weekend?
“Ik weet het niet zo goed”
– KAN JE DE REST VAN JE LEVEN MET MIJ DEALEN
“Ik weet het niet”
Dat ik het niet meer zo goed weet is beter dan direct meegaan in de situatie, mijn 1ste natuur te volgen en aangeven dat wat jij wil, ook is wat ik wil. En dan ook daadwerkelijk denken dat ik dat ook wil. Er zelfs bij voorbaat al van uitgaan dat wat jij wil, ook is wat ik wil. “Jij blij, ik blij” Maar ik doe het niet meer. Zelfs niet met de paniek in jouw ogen. Je mond in een rechte lijn. Pijn in je hart dat zich vertaalt naar het verdriet in je stem. Je boosheid, je vuist op tafel. Je moet en zal weten waar je aan toe bent, dat moest ik toch begrijpen?!
Ja dat begrijp ik, maar mijn gevoel daarin is afgevlakt. De empathie die mij altijd zo ondersneeuwde is naar de achtergrond vervaagd. Dat moet ook wel, anders ga ik mee in je verdriet, dan ga ik je troosten net als altijd. Mijn lippen tintelen want de automatische woorden ‘Het komt wel goed’ slik ik in. Mijn vingertoppen jeuken want als een geprogrammeerde robot wil ik over je wang aaien en je met een warme glimlach gerust stellen, maar in plaats daarvan kijk ik je strak aan en haal lafjes één schouder op. Twee schouders ophalen is te zwaar.
Mijn auto-pilot staat uitgeschakeld en ik ben op mezelf aangewezen. Nooit heb ik geweten welke functies de knoppen in mijn brein hebben en de onleesbare kaart van het land der zelfliefde ligt uitgevouwen op mijn schoot. Verdoofd draai ik de kaart een paar keer, maar het heeft geen zin. “Waar gaat de reis naartoe?” “Ik weet het niet zo goed.” Bovendien kun je nergens heen zonder je identiteitskaart. Ik kneed mezelf altijd net zolang tot het werkt tussen ons. Dát was mijn identiteit.
Nu ik erachter ben dat dit mij kapot aan het maken was ben ik daarmee gestopt, met als gevolg dat ik mijn identiteit kwijt ben. En opeens weet ik het niet meer zo goed. Ik weet niets meer. Het is verloren geraakt in de scherven van mijn kapot geslagen spiegelbeeld. Zo ben ik ook aan mijn littekens gekomen. Ik heb mezelf pijn gedaan met mezelf en daarmee heb ik ook door de zielen gesneden van mijn dierbaren. Dat feit maakt me eigenlijk nog het meest misselijk van alles. Ik heb het niet alleen mezelf aangedaan.
Als tranen mij steken
en angsten vrij breken
kapsel ik ze onbewust in
Nooit geweten dat ik zo al jaren
verbeten maar bedarend
de liefde voor mij win
Maar nu na elke prik
elke duw en elke tik
voel ik dat ik mijn kracht verlies
Want nooit kwam ik eraan toe
om te leren waarom en hoe
ik met liefde voor mezelf kies
De sessies bij de psycholoog zijn nu een houvast geworden. Zij knijpt mijn ziel leeg en wringt me uit. Elke week loop ik daar leeg de deur uit, zodat ik mezelf opnieuw kan vullen met stukjes van mijn échte identiteit en stukjes van de nu nog onleesbare kaart. Elke week opnieuw, totdat ik het wél weet.
Geef een reactie