Ik ben gepest, denk ik. Anderen begonnen het tenminste zo te noemen, voordat ik zelf de situatie goed onder woorden kon brengen. Ik weet niet zeker of het echt pesten was. In ieder geval niet in de klassieke zin van het woord. Ik kan me enkel herinneren dat er altijd ‘wat’ was op de middelbare school. Er was altijd ‘gedoe’. Wat ik ook deed, het was nooit goed. Ik voelde me buitengesloten en onveilig. Ik was extreem onzeker en wist mezelf geen houding te geven. Daardoor gedroeg ik me misschien wel eens ‘raar’ en was ik een makkelijk doelwit.
Ik weet niet zeker of ik gepest ben, al denk ik eigenlijk van wel. Misschien wil ik het simpelweg niet onder ogen zien? Het is ook niet niks om te zeggen dat je gepest bent. Als ik weleens aangeef gepest te zijn geweest krijg ik namelijk standaard terug: “Maar met jou is toch helemaal niks mis?” Als je gepest wordt is er dus iets mis met je. No way, dat ik uit mezelf zou zeggen dat ik gepest ben. Ik wil niet dat mensen alsnog gaan denken dat er misschien wél iets mis is met me, toch?
Hoe dan ook, gepest of niet, het onveilige gevoel dat ik ervoer was erg genoeg om elke dag met buikpijn naar school toe te gaan. Ik herinner me dat ik altijd op mijn hoede was. Er kon zomaar ‘iets gebeuren’: Bijvoorbeeld een klasgenoot die ineens besloot om ruzie te maken zonder duidelijke aanleiding. Er werd veel geroddeld en van het één op het andere moment kon je uit de gratie vallen. Ik voelde me verschrikkelijk onzeker en gespannen op school en huilde veel.
Langzaam begon ik het mezelf kwalijk te dat ik niet ‘gewoon normaal’ kon doen op school en het gewoon leuk kon hebben. Ik raakte depressief en dacht veel na over de dood. Het leven leek zo uitzichtloos en ik kende niet veel andere meiden buiten school om. Mijn wereldje was heel klein en ik was verschrikkelijk kwetsbaar.
Op een gegeven moment ging het echt niet meer: Ik wilde niet meer naar school en als ik er al was, wilde ik alleen maar naar huis. Mijn gedrag begon op te vallen en er volgde gesprekken met mijn moeder, mijn mentor en het afdelingshoofd. Ook moest ik naar een kinderpsycholoog die aan school verbonden was.
Op school waren ze het erover eens dat ik de confrontatie met de meiden uit mijn klas aan moest gaan. Ik moest maar eens voor mezelf op gaan komen en aangeven wat me dwars zat. De psycholoog meldde na een paar gesprekken doodleuk “dat ze me niet kon helpen” en ik werd vrolijk weggebonjourd. Niet veel later werd mijn moeder door school opgebeld met de mededeling dat ze niks meer voor me konden doen en dat het tijd werd om “hun handen van me af te trekken”.
Ik was een kind, misschien net veertien jaar oud. Een hoopje ellende dat alleen nog maar kon huilen. Ik kan me nog steeds ontzettend kwaad maken om hoe onprofessioneel er is gehandeld vanuit school destijds. Hoe kun je een jong meisje nou zo aan haar lot overlaten?
Uiteindelijk heb ik samen met mijn moeder besloten om van middelbare school te veranderen. Dit leek ondenkbaar, maar was het beste wat ik had kunnen doen. Mijn oude school bood veel weerstand: Ik zou het probleem op deze manier alleen maar ontkennen. Het probleem lag bij mij, dus ik moest veranderen en dan zou het vanzelf ook beter gaan op school. Ik deed het fout. Van school veranderen voelde als falen.
Toch heeft het mijn leven gered, dat denk ik oprecht. In de zomervakantie heb ik me ingeschreven voor de kleinste middelbare school bij mij in de regio. Die was toevallig ook streng Christelijk. Geen idee of dat er iets mee te maken had, maar het was een verademing. Iedereen deed voor de verandering eens gewoon normaal tegen me. Ik was eigenlijk in één klap van al het achterbakse gedoe en de misselijke streken af. Het lag dus toch niet aan mij?
Natuurlijk voelde ik me niet ineens helemaal beter, het heeft best lang geduurd voordat ik alles wat er gebeurd was een plekje heb weten te geven. Zeker in het begin was ik nog super onzeker, maar langzaam ben ik wel opgekrabbeld. Ik kreeg nieuwe vriendinnen waarmee ik het goed kon vinden. Blijkbaar vonden zij mij wél leuk en de moeite waard. Langzaam durfde ik ook weer wat in mezelf te gaan geloven.
Ik ben zo blij en dankbaar dat ik de keuze heb gemaakt om van school te veranderen destijds. Het was super eng en echt niet makkelijk, maar ik ben trots dat ik op deze manier alsnog voor mezelf ben opgekomen. Ik heb er veel van geleerd, dat is zeker. Uit een situatie ontsnappen waarin je gepest wordt kan heel lastig zijn, maar het is wel mogelijk. Jezelf redden is in ieder geval heel wat anders dan weglopen voor je problemen.
Fotografie: Allison Matherly
Hoe denk jij dat je pesten het beste kan stoppen?
Geef een reactie