Hoe je het confronterende licht
op mijn gestoorde zelfbeeld richt
Alles heb ik mezelf aangedaan
Toch nam je zonder twijfel aan
zonder te troosten, wel zacht en mild
“Dit had jij niet voor jezelf gewild”
We liepen samen de trap af. Ik voorop. “uhm.. vond je het niet vervelend dat ik je laatst vertelde over mijn eetprobleem? Ik wilde eigenlijk vooral eerlijk zijn en je laten weten dat ik hulp krijg, maar misschien was het wel te persoonlijk en voel je je er helemaal niet prettig bij dat ik dit met je deelde.” Ik probeerde het een beetje nonchalant over te laten komen, maar ik hield mijn adem in. Nog niet eerder had ik zoiets persoonlijks met hem gedeeld maar ik voelde me verplicht om het hem te vertellen. Toch bekroop me direct een gevoel van schuld en schaamte. Ik had hem lastig gevallen met mijn shit. Hij had dit nooit achter mij gezocht en kan er eigenlijk niet zoveel mee. Ik wilde de woorden ongedaan maken, wissen uit zijn geheugen.
Hij gaf toe, het was wat ongemakkelijk maar hij vond het goed dat ik het had verteld, aangezien we begonnen waren met een samenwerking. Ondertussen stonden we buiten en hij keek me aan. “Het is gewoon jammer te horen als iemand waar je om bent gaan geven hier doorheen gaat. Ik had het niet voor jou gewild.” De empathie van zijn woorden sloten zich als een dreigende hand om mijn keel. Snel haalde ik zo nonchalant mogelijk mijn schouders op: “Nou, dat hoeft niet. Het is wat het is.” Hij leek even niet terug te hebben van mijn poging de situatie onder te schuiven, maar zei toen: “Maar ik neem aan… dit had jij ook niet voor jezelf gewild.” Zo snel als ik kon denken beaamde ik zijn zachte, milde aanname. De hand om mijn keel verdween, want hij troostte mij niet. Hij nam gewoon aan dat ik een normaal persoon was die dit niet had voor zichzelf had gewild.
Had ik dit ooit voor mezelf gewild? Ik was in de war. Ik doe het mezelf toch aan?
Ik ben hulp gaan zoeken omdat ik een veel te lieve, meelevende en bezorgde omgeving heb die ik gerust wilde stellen. En ik wilde best aan mijn onderliggende problemen werken waarvan ik wist dat ze aandacht nodig hadden, omdat ik op lange termijn niet meer zou kunnen functioneren. Maar de eetbuien, het braken, het vasten en de zelfbeschadiging… Dat is mijn toevluchtsoord. Het onbewoond eilandje waar ik heen kan als de onderliggende problemen zich naar de oppervlak wurmen. Dat mocht niemand mij afpakken en bovendien was ik ervan overtuigd dat ik dat onbewoond eilandje kon verlaten wanneer het in mijn ogen echt nodig zou zijn.
“Dit had jij niet voor jezelf gewild”
De opmerking achtervolgde me een week en opeens besefte ik hoe belangrijk dit was. Want ik wilde dit wél voor mezelf. Ik wílde de eetbuien, ik wílde braken en vasten en ik wílde mezelf pijn doen om te vluchten naar dat onbewoond eilandje waar ik mijn emoties niet hoefde te voelen. Zolang ik dit wél voor mezelf wilde zou ik nooit opgewassen zijn tegen de onderliggende problemen die ik juist níet wil.
De mist waar ik de hele tijd in rond dwaalde verdween. Ik dacht al die tijd dat ik al was begonnen aan mijn herstel, maar het tegendeel is waar. Ik doe alsof. En opeens wil ik dit niet meer voor mezelf. De
onderliggende problemen niet, maar ook de eetstoornis niet. De eetstoornis die ik al die tijd nog heb ontkend ook.
Ik wil dit niet meer voor mezelf.
Photo by Jon Chambers on Unsplash
Geef een reactie