Ik wist vroeger niet waar ik last van had. Ik dacht dat ik niks had, althans niets dat een naam mocht hebben, maar tegelijkertijd ging het niet goed met me. Soms dacht ik dat ik depressief was, maar daar twijfelde ik dan weer aan als ik overdag gewoon vrolijk was. Soms dacht ik dat ik een soort van eetstoornis had of anorexia, maar dat verwierp ik dan weer als ik op een avond voor de televisie chips aan het eten was. Ik wist niet wat ik had, want ik voldeed nooit aan alle symptomen als ik die op internet bij verschillende psychische problemen opzocht. Soms wilde ik graag dat ik wel aan al die symptomen voldeed, want dan wist ik tenminste wat ik had.
Ik had al zo vaak een zelftest voor depressie en een zelftest voor eetstoornissen online gedaan, maar ik voldeed volgens mij nooit helemaal aan al die vragen en eisen. En dat begrijp ik ook wel. Ik was niet altijd depressief. Als ik naar school ging en met een vriendin leuke dingen ging doen tussen de lessen door, had ik het vaak best naar mijn zin. Ik kon dan plezier maken en echt lachen. Op die momenten dacht ik dan vaak bij mezelf ‘Zie je wel, er is niets met me aan de hand, ik loop me gewoon aan te stellen’. Maar als ik dan na school thuiskwam en mijn huiswerk aan het doen was, voelde ik die donkere wolk weer langzaam boven me komen hangen. Ik begon me negatief en leeg te voelen. Was ik dan toch depressief? Weer zocht ik de kenmerken van een depressie op internet op.
Symptoom 1. “Depressieve stemming gedurende het grootste deel van de dag, bijna elke dag, zoals blijkt uit ofwel subjectieve mededelingen (bijvoorbeeld voelt zich verdrietig of leeg) ofwel observatie door anderen”
Nee, daar voldeed ik dus al niet aan. Ik was gedurende het grootste deel van de tijd die ik op school doorbracht, best redelijk positief. Maar waarom voelde ik me dan toch zo ongelukkig, leeg en eenzaam? Ik was ook aan het rommelen met eten, maar om nou te zeggen dat ik een eetstoornis had? Opnieuw zocht ik op internet naar de symptomen van een eetstoornis. Ik gaf in die tijd nog niet over, dus ik zou dan moeten voldoen aan alle kenmerken van de eetstoornis anorexia. De eerste twee kenmerken die ik vond waren:
Kenmerk 1. Snel verlies van gewicht, gespreid over een periode van slechts enkele maanden of weken.
Kenmerk 2. De vaste overtuiging dik te zijn hoewel daar geen enkele reden voor is.
Nee, daar voldeed ik dus ook al niet aan. Ik probeerde wel om af te vallen, maar dat lukt me niet echt. Ik was dus de afgelopen maanden dus geen kilo’s kwijt geraakt. Daarnaast wist ik best dat ik slank was, ik was immers de dunste van de klas. Ik vond mezelf dus ook niet dik.
Mijn conclusie naar aanleiding van bovenstaande was dan ook dat ik geen eetstoornis of depressie kon hebben. Natuurlijk is het fijn om te weten dat je niet lijdt aan deze nare psychische problemen, maar als je je aanhoudend niet gelukkig, negatief en leeg blijft voelen, dan zou je soms liever wel een soort van diagnose hebben. Met een diagnose kon ik tenminste wat doen. Ik kon dan op internet opzoeken wat ik tegen deze psychische problemen kon doen. Ik kon op zoek naar een oplossing.
Bovendien kon ik dan niet alleen op zoek naar een oplossing, ik zou mezelf dan ook meer serieus kunnen nemen. Nu had ik toch regelmatig het gevoel me aan te stellen, terwijl wanneer ik zou weten dat er daadwerkelijk iets met de aan de hand was dat een naam had, ik de bevestiging zou krijgen dat ik me niet aanstelde.
Soms wilde ik zo graag dat ik gewoon wist wat ik had dat ik me wel eens een dag gedroeg naar de symptomen waarover ik had gelezen. Misschien had ik hier eigenlijk wel last van maar hield ik voor mijn omgeving een masker op? Ik zat dan een dag lang met een extra chagrijnig gezicht in de klas om erachter te komen of ik misschien toch depressief was. Maar eigenlijk hield ik dit soort dingen bijna nooit vol, want er was altijd wel iets om te lachen of plezier door te maken. Ook voor eten gold dit. Ik was dol op lekker eten zoals friet, pizza en snoep. Wanneer ik dan een dag mijn best deed om niets te eten, maar een vriendin me na schooltijd vroeg samen naar de pizzeria te gaan, dan zei ik maar wat graag JA. Natuurlijk baalde ik dan wel van mezelf, omdat ik het niet-eten dan weer niet had kunnen volhouden, maar ik wilde een gezellig avondje pizza eten ook niet door dit alles laten verpesten.
En zo dacht ik jarenlang dat er niets serieus met mij aan de hand was en durfde ik geen hulp te vragen. Mijn negativiteit verergerde, zo ook mijn problemen met eten. Uiteindelijk groeide dit uit tot een eetstoornis en depressie. Nee, daar was ik niet blij mee, maar ik wist wel eindelijk wat er met me aan de hand was. Ik had achteraf gezien echter gewild dat ik mijn ‘psychische problemen in ontwikkeling’ serieuzer had genomen en er hulp voor had gevraagd. Dan had het namelijk nooit zover hoeven komen. Het had me heel wat ongelukkige jaren gescheeld.
Neem je problemen serieus, ookal voldoen ze niet aan een officiele diagnose. Wacht niet totdat ze dat wel doen. Het is geen positief iets om een diagnose te hebben. Hoe eerder je ingrijpt, hoe eerder je een gelukkig leven kun leiden, hoe minder levensjaren je letterlijk en figuurlijk verziekt.
Geef een reactie