Na maanden van vechten en verdriet is het je gelukt om van ondergewicht of ondervoeding hapje bij beetje naar een gezonder gewicht of eetpatroon te gaan. In het begin ging dit rustig, met kleine stapjes, hapjes en kilo’s. Na verloop van tijd werd dat getal op de weegschaal toch wel groot. Niet te groot als getal, maar te groot in je hoofd. Het getal op de weegschaal beïnvloedt je gevoel. Het zorgt voor alles of niets gedachtes. Het zorgt voor drang naar destructiviteit. Kapot maken. Je schaamt je dood voor het feit dat je weer normaal eet. Voor het feit dat je zoveel eet. Je schaamt je voor je gewicht, je gezicht en voor je lijf. De schaamte is zo groot dat je je het liefst zou verstoppen onder de dikste deken die jouw gedachtes en gevoelens kan bedekken. Je wilt niet bewegen.
Je wilt niet bewegen, want dan voel je de verandering. Je voelt de verdikking, zonder dat deze daadwerkelijk dik is. Je voelt iedere plooi van je lijf en iedere gegroeide gram op je billen. Als een opgeblazen ballon, zonder luchtig en vrij te zijn. Mensen maken complimenten. Je ziet er zo goed uit. Je bent weer zo mooi. Je doet het zo goed. Goed hoor.
Zo goed zijn je gedachtes nog niet. Wat goed doet, is niet wat goed voelt. Het niet meer vasten voelt als falen. Controle verloren. Opgegeven. Het einde zoek. Dik, dikker, dikst. Waar stopt de strijd en wanneer wint de weegschaal. De extreme honger is verleden tijd, maar je gedachtes aan eten beleven bijna een burn-out.
“Is het al lunchtijd? Mag ik al ontbijten? Is er nog iets lekkers? Zal ik dat opeten? Wat als ik dat ook neem? Dikzak. Veelvraat. Niemand eet zo veel als jij. Ik heb zo’n zin in die chocoladekoekjes in de kast. Zal ik nog wat vla eten?”
HET. HOUDT. NIET. OP. Uitputtend. Een put die niet gevuld kan worden, omdat het ding gewoonweg geen bodem heeft. De honger naar voedsel is in weze de honger door leegte. Niet de leegte in je maag, maar de leegte in je ziel. Onbehagen. Angst en paniek. De storm stillen door voedsel te stouwen. Wat je ook eet, het is te veel. Nooit goed genoeg. Nooit genoeg.
Je zou de hele dag door kunnen eten om de stilte te sparen. Even geen gedachtes. Geen gekte of gedoe. Je wilt eten of niets voelen. Eten en bewegen gaan niet samen. Dat bevestigt jouw bestaan. Jouw bolle, dolle en dikke bestaan.
“Ik denk, dus ik ben. Ik eet, dus ik leef… Niet. Ik leef niet. Ik leef, als ik níet eet. Dan durf ik te bewegen. Dan ren ik me rot naar alle hoeken van mijn zijn. Waarom gaat mijn eten en leven niet samen? Mijn overlevingspakket bevat geen voedsel. Geloof het of niet. Ik geloofde erin. Doodzonde. Nu is mijn overlevingspakket te zwaar om te tillen. Overal ligt eten. Te veel voor mijn rugtas.”
Vermoeid van het vechten. Je moet hier doorheen, maar het voelt zo eindeloos. Eindeloos eten. Je wilt niet leven om te eten. Je wilt eten om te leven. Die kritische kant mag wat meer gesust worden. Een klein kind dat gilt en schreeuwt, vanuit de gedachte niet goed genoeg te zijn. Biedt het vertrouwen, de ruimte om te voelen dat het goed is. Dat het goed komt. Niet vandaag, niet morgen. Wel met geduld.
Die duistere drang. De gestoorde gedachtes. Ze gaan voorbij. Ga er liefdevol mee om. Hoe ingewikkeld ook. Jouw lichaam is dat waard. Het is goed genoeg. Beweeg en ben je bewust van dat wat je waard bent. Je bent meer waard dan leegte. Je bent waardevol.
Geef een reactie