Dag in dag uit weer weerstand bieden tegen die eetstoornis. Ik wil wel toegeven, maar het mag niet, niet als ik hier vanaf wil. Ik wil hier wel vanaf, maar het is ook doodeng. De eetstoornis bood mij een bepaalde veiligheid, maar tegelijkertijd deed het me ook heel erg slecht voelen. Er waren momenten dat het allemaal niet meer hoefte van mij. Ik wilde niet meer leven, maar…
…ik wilde ook niet dood.
Het hebben van een eetstoornis of een depressie is zwaar. Het maakt je leven tot een hel, maar het betekent niet dat je niet meer het goede ergens in kan zien. Het betekent niet dat je geen dromen hebt. Het betekent niet dat je niet wilt. Het betekent niet dat je nooit kan lachen. Het betekent niet dat je geen geluktmomentjes hebt al maken die geluksmomentjes het eigenlijk ook ontzettend zwaar.
Voor energie en enthousiasme schreef ik me in voor een cursus modeltekenen. Ja, hier had ik zo ontzettend veel zin in. Dit fijne, wekelijkse dingetje zou mij motivatie gaan bieden. Het zou regelmaat brengen in mijn lastige, lege weekenden. Het zou mijn lichtpuntje gaan worden, stabiliteit, maar al snel merkte ik dat het ook wel erg veel van me vroeg en dat die regelmaat helemaal niet zo vanzelfsprekend was.
Maar ik had het toch echt goed uitgedacht. Het was iets dat ik leuk vond om te doen, van 10 tot 13. Precies tussen het ontbijt en de lunch. Een tussendoortje kon ik meenemen. Dit was toch een perfecte houvast… Helaas wurmde mijn eetstoornis zich overal tussen. Ha, toch een eetbui onderweg. Toch overgeven op de wc naast het leslokaal. Ik schaamde me dood. Ik wilde dit niet.
Ik voelde me niet goed, maar wanneer mensen ernaar vroegen ontblootte ik mijn tanden tot de meest stralende lach. “Ja, het gaat lekker! Ik volg ook een hele leuke cursus nu!” Dat was ook zo, het was ook leuk, maar ging het echt lekker? Het deed pijn om te liegen. Om anderen, maar vooral mezelf teleur te stellen.
“Wat leuk die cursus! Dat is toch daar en daar? Ik ben dan en dan in de buurt. Lijkt het je leuk om te gaan lunchen samen?” Jaaaa, ontzettend leuk (en veilig). Ja, ja laten we dat doen. Ik wil ook gewoon op de positieve dingen focussen. Uit eten gaan vond ik al lang niet meer spannend, als ik maar geen eetbui zou krijgen, maar toen ik die ochtend op mijn rekening keek zag ik dat mijn eetbuien me behoorlijk wat geld hadden gekost.
Ik haatte mezelf. Kon ik nu wel gaan lunchen? De stress en spanning leverde me die ochtend al een eetbui op en hoewel ik veel zin had in de afspraak zei ik hem af. Ook had ik geen zin meer om naar de cursus te gaan. Laat allemaal maar, ik kan dit toch niet. Het is te moeilijk. Ik kan dit leven niet. Hoe moet het ooit goed komen met mij?
Van het ene obstakel liep ik tegen het andere aan. In zeven sloten tegelijk. Wat ben ik ook een ezel. Zo dom. Ik stootte me tegen wel honderden stenen. Liep op hete kolen. Het deed pijn. Het was zwaar. Ik wilde dit niet, maar ik wilde het wel. Ik wilde gewoon leven. Niet opgeven. Blijven proberen, maar elk beetje hoop eindigde in een teleurstelling en dat deed misschien wel meer pijn dan helemaal niet meer proberen.
Ik zag de toekomst niet bepaald rooskleurig tegemoet. Hoe kon dat ook. Het enige waar ik echt houvast in leek te vinden was therapie. Ik ging zo vroeg mogelijk naar bed om maar geen eetbui te hebben in de avond. Ik belde wel 100 keer dezelfde persoon vlak van tevoren af als die eetstoornis weer om de hoek kwam kijken. Ik wilde echt, echt, maar het lukte me niet.
Als elke keuze die je maakt verkeerd lijkt te zijn, wat kies je dan? Als alles wat je doet lijkt te mislukken, wat doe je dan? Als je telkens weer hoop hebt waar je zo hard aan vasthoudt dat het haast niet anders kan dan in stukken uit elkaar vallen. Als je het gevoel hebt dat je jezelf niet bent. Als je het gevoel hebt dat jij niet jouw leven leeft. Als je niet meer wilt leven, maar ook niet dood wil.
Die momenten ken ik. Ik ken ze ontzettend goed. Ik kan me voorstellen dat het lastig is om voor te stellen als je me zo ziet. Het was zelfs al lastig om voor te stellen als je me vroeger zou zien. Je zag namelijk niks aan mij. “Echt irritant dat je steeds afbelt hoor! Waarom kom je nooit mee iets leuks doen?” Als ik niks zei wist niet niemand het en stond ik er alleen voor. Misschien moest daar eens verandering in komen.
Het was niet makkelijk om me uit te spreken over hoe het echt met me ging. Zeker niet als de eetstoornis hard aan me trok en een eetbui of minder eten eigenlijk wel goed voelde. Toch was het juist dan belangrijk om me open te stellen en over m’n gevoel te praten. Aan te geven wat ik nodig had. Ook als dat betekende dat ik moest vertellen dat ik even niks wilde vertellen. Nee, het is niet de verantwoordelijkheid van mijn omgeving, maar ze konden en wilden me wel steunen.
Hey, ik wil wel. Ik wil leven, maar ik weet niet hoe. Het lukt me niet. Misschien kunnen we erover praten of even iets anders gaan doen? Misschien kunnen we even niet praten. Even zijn. Even leven. Is het oke zo? Ben ik oke zo?
Laat jij weten wat je nodig hebt? Hoe wil jij leven?
fotografie: lorraine
Geef een reactie