‘Eet je dit ook nog even op?’ Al mijn nekharen gingen overeind staan. Ik wilde eigenlijk best mijn hele bord leegeten, maar na die vraag ging mijn mond op slot en gooide de kleuter in mij de sleutel weg. Nu hoeft het niet meer. Nee, zeker niet meer! Elke vraag, commando of verwachting rondom eten kon rekenen op verzet en weerstand. Terwijl ik aanvankelijk best wilde eten. Maar zodra iemand zich ermee ging bemoeien, kon ik omslaan en wilde ik niet meer. Waar sloeg dat eigenlijk op?
Controle
Alsof ik te allen tijde controle wilde voelen. In die eetstoornis, maar dus ook in het herstel en elke hap die ik extra in mijn mond stopte. Overal moest over nagedacht zijn en alles moest wel overwogen – het liefst in drievoud – goedgekeurd worden. Dat gebeurde allemaal intern, dus geen wonder dat ik volledig verkrampt en overprikkeld aan dat bakje chips begon. Geen wonder ook dat elke opmerking – over dat toch al beladen bakje chips – te veel was. Nee, dit kon er niet bij. Daar kwam bij dat ik het gevoel had dat vanaf dat moment de controle uit handen werd genomen. Iemand wilde mij iets opleggen. Zelfs als ik het er in eerste instantie mee eens was, ging het toch niet gebeuren. Want zo wil ik het niet; ík wil het bepalen. Een controledrang die je in je herstel behoorlijk kan achtervolgen en op veel momenten in de weg kan zitten. Omdat het namelijk zo fragiel is, van zo veel afhankelijk is en dus – blijkbaar – ook snel allemaal om kan slaan. Zwart wit, destructief, zonder relativering. Alles wat juist in die eetstoornis zelf ook zo bepalend is.
Bron: wildlittlethingsphoto
Het moet goed voelen
Het moest allemaal goed voelen. Aan elke maaltijd en elke hap hingen ontzettend veel voorwaarden en stelde ik hoge eisen. Eten moest een hoogtepunt zijn, anders was het zonde van de calorieën en zonde van de tijd. Tijd die ik – in alle eerlijkheid – dan ook had kunnen uitzitten tot een moment dat wél beter voelde. Ik wachtte liever mét honger tot een nieuw moment waar ik van kon genieten, dan dat ik bezig was met mezelf genoeg te voeden gedurende de dag. Het. Moet. Goed. Voelen.
Naast een enorme dwangmatigheid rondom eten, hielp dat perfectionisme ook niet mee. En zo gek is het eigenlijk ook niet, je wilt toch ook gewoon dat het goed voelt? Je weet dat je in staat bent te genieten van eten en dat – als jij de controle hebt – het ook echt goed kan voelen, maar het probleem is misschien dat dat nog te weinig momenten zijn. Dat jij en je omgeving daar niet halve dagen op kunnen wachten, omdat herstel waarschijnlijk ook betekent dat niet elk eetmoment goed voelt. Of, nog veel erger; dat het de hele tijd goed voelt en je bij de laatste paar happen toch dringend verzocht wordt een beetje tempo te maken. Zodat je uiteindelijk met je kaken op elkaar, tegen je zin in, die laatste happen weg aan het werken bent. Nee, dat is niet leuk en niet lekker. Dat voelt niet goed en is niet perfect. Dat voelt misschien zonde, maar dat is het niet. Je lichaam heeft aan het einde van de dag niet bijgehouden of de maaltijden wel goed voelden, die heeft vooral last van de maaltijden die er niet zijn of niet zijn geweest.
Eigen verantwoordelijkheid
Misschien wil je zelf in charge blijven, de verantwoordelijkheid houden en hebben. Het is zo ontzettend van jou, dat eten. Die eetstoornis was van jou en is, ook in herstel, soms nog steeds een groot deel van wie je bent en hoe je je vandaag voelt. Dus ook je herstel voelt van jou, van jou alleen. Alles waar je doorheen gaat, elke stap die je zet, voel jij. Dat is natuurlijk ook helemaal jouw eigen verantwoordelijkheid en als je dat zo voelt, kan dat juist een kracht zijn. De vraag is alleen: waarom voel jij je aangetast in je eigen verantwoordelijkheid als iemand je aanspoort nog wat extra te eten? ‘Je kan toch ook zelf kiezen om nu die laatste hap te eten?’, werd mij vaak gevraagd. Ja, dat was ook zo. Maar nee, zo werkte het niet en ik had geen idee waarom. Alsof niemand eraan mocht komen en niemand iets over mocht nemen. Dan hoeft het gewoon niet meer.
Excuus
En dat kon in alle eerlijkheid leiden tot een nieuw excuus. Om toch niet te eten. Toch die laatste hap te laten staan. En toch de maaltijd uit te stellen. Daar had ik duizend en één perfect uitgedachte redenen voor. Al die redenen gingen uiteindelijk altijd meer over mijn angsten, twijfels en emoties, dan over het eten zelf. Ik wist namelijk ook wel dat die laatste hap of die extra opscheplepel niet zo veel verschil maakte, maar het stond voor mij voor hele andere dingen. Angst de controle te verliezen, angst om onafgebroken aan te blijven komen, angst om iets te verliezen dat ik had opgebouwd, angst om te moeten huilen voor de spiegel, angst om me mislukt te voelen, lelijk te voelen… Tja, dan is die laatste hap niet makkelijk. Dan zit je eigenlijk al vol.
Verwachtingen
Stiekem ging het tegelijkertijd misschien ook wel over de verwachtingen van anderen, die met de liefdevolle bemoeienis tijdens het eten toch ineens heel sterk naar boven kwamen. Er wordt toch wel heel duidelijk verwacht dat je nog even wat extra’s eet, of je dat nu wilt of niet. Er wordt toch duidelijk gemaakt dat het de bedoeling is dat dat normaal is en ook steeds makkelijk moet gaan, en dat je zelf toch trouwens ook wel snapt inmiddels?
En die verwachtingen zijn helemaal niet erg of gek, heel gezond juist. Maar met verwachtingen komt ook de angst om teleur te stellen. De angst om er niet aan te voldoen en het misschien wel nooit te kunnen. Of erger; nooit te willen. Misschien heb je ervaren dat met die verwachtingen van anderen, die het beste voor jou willen, ook een soort pijn kan ontstaan. Bij jullie allebei. De pijn als het een keertje niet lukt, de pijn als je toch je bord niet leeg eet. De teleurstelling, niet in jou, maar in de eetstoornis. Die je allebei – zeker op dat moment – zo ongelofelijk zat bent.
Ook dit is herstel
Eetstoornisherstel kan niet zonder verwachtingen en ook niet zonder pijn. Die verwachtingen zijn er omdat ze geloven dat je het in je hebt om te herstellen en om steeds vaker normaal mee te eten. Ik weet dat ‘normaal mee eten’ kan voelen als iets dat heel ver weg is en echt onhaalbaar voelt. Maar juist over de angst die je hierbij de keel dichtknijpt, daar gaat herstel over. Dat hoeft namelijk niet vandaag, maar elke ‘laatste hap’ zorgt ervoor dat je over een jaar met iets heel anders bezig kunt zijn. Elke extra opscheplepel vandaag zorgt ervoor dat je over een jaar minder bang bent, in ieder geval minder bang voor die opscheplepel. Herstel voelt niet altijd goed, vraag niet van jezelf om vierkant achter elke stap – en elke hap – te staan. Misschien is dat nu helemaal niet haalbaar, maar dat betekent niet dat je het dus niet hoeft te doen. Je kan namelijk wel achter jezelf blijven staan, door het toch te proberen vandaag. En vergeet niet; die irritante bemoeienis en die kinderachtige vliegtuigjes richting jouw mond, betekenen dat die persoon al die tijd al vierkant achter jou staat.
Deze blog kwam oorspronkelijk online in 2021
Kom bij Proud2Bme gratis en anoniem in contact met lotgenoten, ervaringsdeskundigen, psychologen en dietisten. Op ons forum kun je jouw verhaal delen en/of vragen stellen. Ook kan je dagelijks met ons chatten (de agenda vind je hier). Wij staan voor je klaar.
Geef een reactie