Ik lig in bed, staar naar het plafond. Was ik maar dun, dan lag ik hier nu niet, maar was ik buiten, met vrienden. Leuke dingen doen. Leven en herinneringen maken. Ik wou dat ik kon toveren en met een vingerknip er precies zo uit kon zien als ik altijd al wilde. Het perfecte lichaam, het perfecte haar, een mooi gezicht. De sleutel tot geluk. Wanneer komt mijn tijd? Hoeveel dagen van calorieën tellen, wegen, compenseren en buikspieroefeningen moet ik nog doorstaan? Ik zit vast in mijn hoofd vanwege een droom die nooit uit kan komen. Want hoeveel ik ook zou afvallen of trainen, perfectie is onhaalbaar.
Het moment waarop je denkt: ‘Nu ben ik er, nu ben ik goed. Nu is mijn lichaam goed genoeg en ben ik klaar voor het leven’, komt nooit. Ik heb me tijdens mijn eetstoornis jarenlang ingebeeld hoe het zou zijn om eindelijk vrede te vinden met mijn lichaam en met wie ik was. Ik zag het al helemaal voor me. De woorden ‘vrij, blij, licht en luchtig’ beschrijven het beste hoe ik me dat inbeeldde. Voor mijn gevoel zou ik pas gelukkig en zelfverzekerd zijn als ik zou voldoen het ideaalbeeld dat ik voor mezelf bedacht had.
Ik zie het onder jonge vrouwen en mannen, steeds vaker om me heen: Die drang naar méér, beter, strakker en perfecter. We vergelijken onszelf de hele dag door met anderen en op de één of andere manier vinden we altijd wel iemand de er beter vanaf lijkt te komen dan wijzelf. Ik vind dat zo ontzettend jammer! Wanneer zijn we veranderd in een stel ‘goede’ of ‘slechte’ lichamen die telkens gekeurd en verbeterd moeten worden? Want we zijn zoveel meer dan dat.
Toen ik een eetstoornis had, was ik zelf een ontzettende perfectionist. Zo iemand die alleen maar focust op het eindresultaat en boos op zichzelf wordt wanneer iets niet uitpakt zoals gepland. Ik wilde het ‘gewoon’ goed doen en ik wilde graag grip hebben op dingen. Het meest van alles wilde ik meetbare resultaten. Het getal op de weegschaal was dan ook erg belangrijk voor me en calorieën telde ik ook een tijd lang enorm fanatiek.
Perfectionisme is voor mij een heel verraderlijke eigenschap gebleken. Van de ene kant motiveerde het me natuurlijk om voor mijn doelen te gaan, maar van de andere kant kon ik voor mijn gevoel nooit bereiken wat ik wilde. Dat leidde niet alleen tot teleurstelling en frustratie, maar na een tijdje ging ik ook helemaal voorbij aan wie ik was. Juist de dingen die mij, mij maken zijn namelijk niet te meten met een apparaat of samen te vatten in een getal, heb ik geleerd.
Heel cliché gezegd zijn de dingen die ons uniek maken ook de dingen die ons waardevol maken. Het gaat om wat er aan de binnenkant zit: Dat wat niet direct in cijfers of prestaties uit te drukken valt. Het gaat bijvoorbeeld om humor, compassie, liefde, empathie, creativiteit en levenslust. En laat dit nou ook net de dingen zijn die ons kunnen leiden tot écht blijvend geluk.
Het was voor mij tijd om op te staan uit dat bed, waar ik hele dagen in kon liggen. Tijd om wakker te worden uit de nachtmerrie van mijn eetstoornis. ‘Vrij, blij, licht en luchtig’ bleek te gaan over hoe ik me van binnen wilde voelen. Dáár zat dus iets niet helemaal goed. Het ging uiteindelijk helemaal niet om mijn uiterlijk, maar om het uitoefenen van grip op hoe ik me voelde over mezelf. Als perfectionist had ik mijn innerlijk, dat eigenlijk ontastbaar is, behoorlijk over het hoofd gezien.
Het loslaten van je eetstoornis gaat voor een groot deel over het opgeven van controle en accepteren dat perfectie niet bestaat. Ik heb moeten leren dat ‘goed, goed genoeg is’ en dat mijn innerlijk, hoe onzichtbaar dan ook, veel meer aandacht verdient dan mijn uiterlijk. Alleen dan word ik gelukkig.
Fotografie: Pexels
Geef een reactie