Toen ik mijn eetstoornis kreeg, had ik nog geen volgroeid lichaam. Ik was een kind, net aan het puberen. Er veranderde ontzettend veel in mijn lijf en hoofd en er zou nog ontzettend veel aan mijn lichaam veranderen. Door al het gerommel met eten was ik het perspectief totaal verloren. Welk gewicht past bij mij? Hoe hoort mijn lichaam te zijn? Ik wilde niet dikker zijn dan nodig.
Help, ik heb een lichaam
Als een film die ik keer op keer kan afspelen in mijn hoofd, kan ik de beelden van die ene zomer die alles veranderde terughalen. De puberteit is voor iedereen een rare tijd, dat weet ik wel zeker. De dynamiek van een middelbare school, gierende hormonen en een lichaam dat verandert. Ik was een jaar of 13 en had me door de brugklas van de middelbare school heen weten te worstelen. Hoewel het ogenschijnlijk goed leek te gaan, moest het toch een behoorlijk impact op me hebben gehad. Het woord eetstoornis was nog niet genoemd, maar na bijna elke schooldag liep ik linea recta richting de keuken om een half brood met kaas te beleggen, in de magnetron te doen en op te eten. Een soort tosti, minder lekker, maar wel sneller. Waarna ik ‘s nachts stiekem een zak Chinese nootjes mee naar mijn kamer nam, om in bed in één ruk op te eten.
Al een tijdje merkte ik dat mijn broeken wat strakker gingen zitten. Mijn bikini, die de zomer daarvoor nog wat te groot was, sneed een beetje in mijn heupen. Over het algemeen was ik er niet zo mee bezig, dacht ik. Ik wilde er ook niet mee bezig zijn, want blijkbaar vond ik een bepaalde opluchting in het eten. Toch was ik op sommige momenten heel bewust van mijn lichaam. Wanneer ik hurkte om bij mijn kluisje op school te komen, voelde ik me geconfronteerd met mijn onderbenen die plots twee keer zo groot leken. Toen ik twee meisjes op het zag strand zag lachen, had ik ineens het gevoel dat het ging om het feit dat ik me in een te klein spijkerbroekje had gewurmd. En toen ook nog die ene keer op sportkamp, wat voor mij een omslagpunt is geweest…
Het was een bloedhete zomer. Ik zat niet zo lekker in m’n vel. Ik was me heel bewust van het gewicht dat ik was aangekomen en keek vol jaloezie naar de sportieve, knappe en goedgebekte meisjes die lagen te bakken in de zon. Intussen was het stuk onderrug dat onder mijn shirt vandaan kwam roodverbrand. Ik voelde me een vieze dikke man. Zo eentje met gele zweet vlekken op z’n witte tank-top. Ik voelde me een ‘mindere’. Niet dat ik werd gepest, maar ik was ook niet echt boeiend of ergens goed in, vond ik. Gelukkig had ik mijn eigen vriendinnen nog. Al voelde ik me zelfs onder hen nog wel eens een derde wiel. Achteraf gezien een plek waar ik vooral mezelf neer had gezet, vanuit mijn eigen onzekerheid.
Ik zie mezelf nog op het zonnige voetbalveld staan toen ik vroeg aan mijn vriendinnen of ze me te dik vonden. “Nee, hoor!” Zeiden ze. Echt te dik was ik ook niet, maar je kan ook niet zeggen dat ik op een gezonde manier bezig was. Ze hadden geen idee van hoe het thuis ging. Dat wist ik wel, maar met hun toestemming kon ik het mezelf wel toestaan. Semi-opgelucht liep ik naar het snoepwinkeltje om nog een Mars te halen. Nog nooit had ik tijdens sportkamp zo veel geld aan eten uitgegeven. Er is niks mis met het eten van een Mars, maar nu ik terugkijk op de situatie, at ik niet vanuit gezonde beweegredenen. De constante behoefte aan eten, de stapels magnetrontosti’s, de nachtelijke nootjes: hier zat meer achter, maar ik had nog geen idee. Dit zou pas jaren later aan bod komen. Bij thuiskomst hakte ik de knop door. Ik zou afvallen. Ook mijn omgeving maakte zich zorgen over mijn stijgende gewicht en steunde mij in mijn doel wat kilo’s kwijt te raken. Dat dit zou uitmonden in een jarenlange eetstoornis, had niemand verwacht.
Ik ben een vrouw geworden
Vanaf dat moment ben ik jaren niet meer op een gezonde manier met eten omgegaan. Mijn crash dieet bleek in mijn hoofd onomkeerbaar. Er was een zaadje in mijn brein geplant en in rap tempo wortelde de eetstoornis zich muur en muur vast. De periode dat ik anorexia had duurde relatief kort. In een ruim half jaar viel ik ontzettend veel af en in het halve jaar daarna kwam ik weer aan tot een relatief gezond gewicht. Niet omdat ik hersteld was van mijn eetstoornis, maar omdat ik last kreeg van eetbuien. Een eetstoornis gaat tenslotte niet om wat je wel of niet eet, maar om wat er in je hoofd gebeurt. Een eindeloos gevecht en een leven vol angst. Iets niet durven aangaan, iets niet willen voelen. Een copingmechanisme.
Hoewel het aankomen vrij snel en op een ongecontroleerde en zieke manier gebeurde, heb ik het op een wederom zieke manier toch weten te stoppen. Door na een eetbui extreem weinig te eten en later ook door te braken, hield ik mijn gewicht redelijk laag. Het was een gezond gewicht volgens het BMI, maar achteraf gezien geen gezond gewicht voor mij, want ik kon het gewicht alleen behouden op een ongezonde manier. Ondanks mijn gezonde gewicht, betekende herstel voor mij toch aankomen tot het gewicht waarop ik nu zit. Een gewicht waar ik me op dit moment super comfortabel bij voel. Al is het een broekmaat groter dan ik destijds voor mezelf acceptabel vond. Een gezond gewicht vond ik prima, maar ik wilde niet veel ‘dikker’ worden dan toen ik dat meisje van 13 was.
Het gewicht dat ik toen had, was voor mij een magische grens. Dat is ooit gezond geweest, dus meer hoeft niet. Meer is te veel, maar ik was geen 13 meer. Ik was intussen al 18 of 19, hard op weg naar het zijn van een volwassen vrouw. Pas rond m’n 20ste lukt het me om te accepteren dat die magische grens te laag was voor de leeftijd van mijn lichaam. Het is niet zo dat je per se dikker wordt als je ouder wordt, maar het is wel zo dat je lichaam verandert. Het lichaam van een meisje van 13 is nu eenmaal niet hetzelfde als het lichaam van een vrouw van 20. Dat is logisch. Dat is gezond. Dat is niet te veel. Dat is mooi.
Echter heeft dat besef, nee, vooral dat geloof dat het voor mij ook zo zou gelden, een hele tijd moeten groeien. Het aankomen overkwam me een beetje, omdat ik eetstoornis gewoontes niet uitvoerde. In de eerste instantie heb ik al die tijd gedacht dat ik nog wel af zou vallen als ik het eten écht weer onder controle had, maar hoe langer ik op het gewicht zat en hoe meer ik aan mijn herstel werkte in therapie, hoe meer ik dit gewicht leerde te omarmen. Aankomen is niet leuk, zeker niet als je een eetstoornis hebt, op welk gewicht dan ook. Acceptatie kan je niet afdwingen, maar door te werken aan mezelf kwam het als een neveneffect.
Groeien in m’n broeken
Naast mijn magisch gewicht, had ik ook een magische broekmaat voor mezelf bedacht. Groter dan die specifieke broekmaat mocht niet. Ik walgde van mezelf, toen ik merkte dat ik als 18 jarige niet meer in de broeken paste die ik op mijn 14e droeg. Een grotere broek kopen was uitgesloten, maar afvallen wilde maar niet lukken. Mijn lichaam en hoofd weigerde. Een lange tijd heb ik het mezelf makkelijk gemaakt door vooral leggings te dragen of rokjes die extreem stretchy waren, omdat ik kleine borsten heb, was het met shirtjes nooit zo’n groot probleem wat die magische maat betrof.
Helemaal prima, als dat op dat moment een fijne oplossing is. Ik had op dat moment al genoeg uitdagingen en had geen zin om elke ochtend dat gevecht met die broek aan te gaan. Bovendien zou het alleen maar triggeren. Het zou later wel goed komen. Hoewel ik toen dacht dat dat betekende dat ik na mijn eetstoornis op een gezonde manier wat af zou kunnen vallen, bleek het uiteindelijk dat ik realistischer en milder naar mijn lichaam leerde kijken.
Inmiddels heb ik er geen problemen meer mee om een grotere broekmaat te kopen als dat gewoonweg lekkerder zit. Ik weet dat wat lekker zit, automatisch ook mooier zit, omdat het bij je lichaam past. Maar ook omdat je je er goed in voelt. Juist in te kleine kleding kon ik me echt ‘een rollade’ voelen. Koop geen te kleine kleding met als plan in je achterhoofd dat je nog wat af gaat vallen als dat eigenlijk niet nodig is. Daarmee trigger je niet alleen de eetstoornis, maar blijf je ook met die te kleine kleding zitten waar je alleen maar een rotgevoel van krijgt. Je hoeft niet meer te wegen dan nodig is, maar er zit nog een heel groot gebied tussen te dun en te dik. Dit maatje meer was voor mij wel nodig. Het is gezond en staat me mooi. Ik ben geen kind meer. Ik ben een vrouw.
♥
Geef een reactie