‘Wat zie je rood? Gaat het wel goed?’ Vraagt een vriend tijdens een verjaardag. Ik knik en voel mijn wangen nog warmer worden. Iedereen draait zich om en beaamt dat ik inderdaad wel rode wangen heb. Hoe meer mensen er over beginnen hoe roder ik wordt. Ik wil het niet maar kan het ook niet tegenhouden. Als niemand kijkt houd ik stiekem mijn lege glas tegen mijn wangen. Het verkoelt maar minder rood wordt ik niet.
Nu ik dit typ voel ik de warmte alweer omhoog lopen. Mijn wangen gloeien, en waarom? Wist ik het maar. Ook al is dit in de loop der jaren wel minder geworden, nog steeds laat mijn huid snel zien wanneer ik nerveus ben, gefocust of verdrietig. Als ik boos ben wordt ik rood, als ik verdrietig ben gloei ik en bij vreugde heb ik blosjes. Sommige mensen vinden het lief of schattig. Ik vond dit ontzettend vervelend en deed er alles aan om dit voor te zijn.
Verbergen
Al sinds ik een klein meisje wordt ik snel rood. Op de middelbare school begon ik hier echt onzeker over te worden. Zodra ik voelde dat mijn hoofd warm werd haastte ik mij naar de wc om meer make up op mijn gezicht te smeren. Ik had standaard twee soorten foundation in mijn tas en zonder durfde ik ook echt niet de deur uit. Veel te bang dat mijn hoofd weer de aandacht zou vragen (en krijgen).
De make-up was niet goed genoeg. Mijn warmte straalde hier gewoon doorheen. En daarbij zag ik er ook gek uit. Een semi oranje smoeltje met een rode nek, want die ging ik niet insmeren natuurlijk. Ik begon sjalen te dragen die het uiteindelijk nog meer uitlokte. Ik had het vaak al te warm en die sjaal zorgde voor nog meer hitte in mijn lichaam. Die hitte uitte zich in, je raad het al, een rood gezicht. De oplossing. Sjalen met korte mouwen. Wat moet dit er gek uit gezien hebben, maar alleen zo voelde ik mij een beetje prettig. Ik kon het verbergen en afkoeken tegelijk, ideaal!
Toen ik merkte dat dit niet genoeg was, werd ik radeloos. Ik begon mijn polsen te spoelen onder koud water tijdens pauzes en tussenuren maar het hielp niet. Ik miste de koude glazen van thuis, die kon ik ongezien tegen mijn wangen aanduwen. Stiekem begon ik die glazen mee te nemen uit de kast, zo in mijn schooltas. In de vrije momenten haalde ik dat glas uit mijn tas en verkoelde mijn gezicht in een wchokje. Niemand had het door. Niemand wist hoe ik jarenlang glazen meenam naar school, hoe ik alle pauzes de zon vermeed. Hoe veel waarde ik eigenlijk hechtte aan die veel te grote sjaal.
Pas op de kunstacademie leerde ik dit loslaten. Ik werd niet langer omringt met meiden met een laag make-up. Ik merkte dat ik ook niet langer zo’n meisje wilde zijn en ondanks de angst begon ik minder tot geen make up te gebruiken.
Accepeteren
Hier begon denk ik ook mijn acceptatie. Ik gooide alle crèmes weg die een bleke huid beloofde zonder rooie vlekken, de sjaal werd opgeborgen en de glazen bleven weer netjes in de kast. Het heeft wel echt een tijd geduurd voordat ik hier redelijk oké mee werd. Tijdens feestjes en presentaties ging toch die laag make-up weer op en nog steeds voelde ik mij niet op mijn gemak als ik wist dat ik een belangrijk gesprek zou voeren. De focus was er nog.
Tijdens mijn eetstoornis verloor ik de kracht en energie om mijzelf te verzorgen. De make-up werd vergeten en mijn haren bleven ongeborsteld. Het deed me niks. Mijn focus lag ergens anders. Rood werd ik nog zelden. Ik was niet meer boos of verdrietig, ik was niet meer gefocust want ik had die concentratie allang niet meer. Ik voelde de warmte van de zon niet meer. Ik was compleet afgevlakt. Mijn gezicht liet niet langer meer zien hoe ik mij voelde of wat er in mij omging. Ik was niet meer lief of schattig, ik was en wilde even niks meer zijn.
De happen werden groter en mijn wangen werden roder. Hoe meer ik in mijn herstel vorderde, hoe meer ik weer begon te leven. Mijn hoofd had weer kleur en mijn leven had weer zin. Hier lag denk ik echt het omslagpunt. Ik heb geleerd dat rooie wangen niet iets negatiefs zijn. Misschien is het niet wat ik op dat moment uit wil stralen, maar voor mij betekent het dat ik weer voel, weer zin heb. Ik wil weer leven en genieten en mijn hoofd straalt dat uit. Ik omarm mijn roodheid (nog) niet, maar ik wil het ook niet meer bedekken. Die behoefte is ondertussen wel echt gezakt.
Word jij snel rood?
Geef een reactie