Ik heb lang nagedacht of ik mijn verhaal wel zou willen delen. Wat zouden mensen wel niet denken? Dat ik een aansteller ben? Dat ik aandacht zoek? Dat ik niet ziek genoeg ben? Ik vind het erg moeilijk om erover te praten, dus doe ik dat liever niet. Het opschrijven is wel veel makkelijker voor me. Dus zet ik toch de stap om het gevecht tegen mijn eetstoornis te delen. Niemand, behalve familie en goede vrienden, weet dat ik al ruim 3 jaar last heb van depressie. Hiervoor had ik gesprekken met een psycholoog op het Curium, een kinder en jeugd psychiatrie.
Het begon met 2 keer per week, dit heb ik tijdens mijn examenjaar weten af te bouwen naar 1 keer per maand, omdat het goed met me ging. Helaas veranderde alles in de zomervakantie. Ik raakte volledig de structuur kwijt en wanhopig zocht ik iets om me mee bezig te houden om de lange vakantie dagen in te vullen. Opeens begon ik anders naar mezelf te kijken. Ik had hier in het begin van mijn examenjaar al last van. Ik werd onzeker en was heel erg bezig met mijn gewicht. Ik dacht bij mezelf: “Als ik wat kilo’s afval, word ik vast gelukkiger met mezelf.” Dacht ik. Dus regelde ik een abonnement op de sportschool en zei tegen mijn moeder dat het niet was om af te vallen, maar dat loog ik.
Het begon met 2 keer per week 1 uurtje, gezond eten en niet komen aan producten die ik zag als ‘ongezond’. Toen ik een aantal kilo’s afviel, was ik blij dat ik eindelijk iets had gevonden om me in de vakantie mee bezig te houden. Maar omdat ik bang was om die controle kwijt te raken, ging ik er maar mee door. Waarom zou ik stoppen? Ik was er toch goed in? Ik had een bepaald streefgewicht voor mezelf opgesteld, maar ook al haalde ik dat gewicht, ik wilde steeds meer, steeds lager. Ook ging ik steeds meer naar de sportschool. Het veranderde van 2 keer per week een uurtje naar 5 keer per week 2 tot 3 uur. Ik at steeds minder en dat bleef niet onopgemerkt.
Mijn moeder had al snel door dat er iets mis was. Maar ik bleef zeggen dat ze zich geen zorgen hoefde te maken en dat er niks aan de hand was. Toch wilde ze dat ik het bekend ging maken bij de volgende afspraak met mijn psycholoog. Met lang getwijfel had ik het toch maar verteld. Ook tegen mijn psycholoog zei ik dat ze zich geen zorgen hoefde te maken, maar ook zij dacht er anders over. Het kwam tot het punt dat dingen van me af werden genomen. Ik mocht niet meer sporten totdat ik weer normaal at. Wat vond ik dat een onzin. Ook al had ik al last van al die lichamelijke klachten zoals haaruitval, het altijd koud hebben, altijd moe zijn etc. en at ik maar een x aantal calorieën per dag, ik zag gewoon niet dat ik een probleem had.
Ik verbergde het voor mezelf. Ik wilde het gewoon niet geloven. Maar toen had ik samen met mijn ouders een gesprek met hun ouderbegeleider. Mijn ouders hadden doorgegeven dat het niet goed ging met me. Daar was ook een arts bij aanwezig. Ze gingen mijn bloeddruk meten en ik werd gewogen. Ze waren allemaal erg geschrokken dat ik in zo’n korte tijd zoveel was afgevallen. Dus ze hadden een kleine eetlijst opgesteld met de hoop dat ik die ging volgen. Maar die volgende dag gingen we naar Leersum, de camping waar mijn opa en oma soms zijn. Daar hadden we zoveel gelopen dat ik gewoon op was. We zouden die middag gebeld worden door de ouderbegeleider van mijn ouders met de vraag of het goed was gegaan. Dat was het dus niet. Ik had me niet aan de eetlijst gehouden en dus moesten we de volgende dag meteen om 9 uur komen voor een gesprek.
Mijn bloeddruk werd weer gemeten en ik werd opnieuw gewogen. Mijn bloeddruk was gevaarlijk laag en hetzelfde gold voor mijn gewicht. De kinderarts werd meteen gebeld en we werden gelijk doorgestuurd naar het ziekenhuis. Daar werden opnieuw allerlei testen gedaan. Wegen, bloeddruk meten, een ECG, bloedprikken en mijn bloedsuiker werd gemeten. Het duurde allemaal heel lang en uiteindelijk kregen we later in de middag te horen wat er ging gebeuren. “Jij gaat niet naar huis vandaag”, zei de kinderarts. Ik schrok hier heel erg van. Hij zei zelfs dat als ik later gekomen was, ik het na het weekend waarschijnlijk niet haalde. Ik werd dus opgenomen, er werd een eetlijst voor me opgesteld die ik moest volgen en om zo snel mogelijk weer naar huis te mogen at ik maar.
Na ongeveer 2,5 week mocht ik weer naar huis. Maar omdat ik alleen maar at om uit het ziekenhuis te komen ging het al snel weer de verkeerde kant op. Ik volgde mijn eetlijst niet meer en na 2 weken had ik weer een afspraak in het ziekenhuis. Ik moest bloedprikken en daaruit bleek dat ik uitgedroogd was. De kinderarts maakte me duidelijk dat het echt nodig is om te drinken en wilde voor de zekerheid nog even mijn bloedsuiker meten. Hij was veel te laag, dus de 2e opname stond voor de deur, en deze keer met sondevoeding omdat ik weigerde te eten. Deze opname duurde iets langer dan een week, ik werd voor het weekend ontslagen om te kijken of het in het weekend goed ging. Als ik mijn eetlijst niet helemaal gevolgd had, moest ik terug naar het ziekenhuis. En dat was het geval. Op zondagavond zat ik weer op mijn ziekenhuisbedje.
Deze 3e opname zou langer duren om de periode naar de kliniek te overbruggen, omdat ik zou worden opgenomen in het Curium. Zowel voor mijn eetstoornis als voor mijn depressie en PDD-NOS. Maar een paar weken voor de opname in de kliniek werd ik toch nog ontslagen uit het ziekenhuis met ‘ziekenhuisje thuis’, dat betekent dus dat de sondevoeding thuis verder ging. Op 16 oktober werd ik opgenomen in het Curium op unit G voor 2 maanden. De eerste paar dagen waren een ramp. Ik had heel erg last van heimwee en wilde heel graag weer naar huis. In een gesprek met mijn hoofdbehandelaar en de ouderbegeleider van mijn ouders hadden ze beslist dat ik wel moest blijven. Deze opname heeft me helaas niet verder geholpen. Ik had wel echt een superfijne en motiverende groep, ik heb met sommige nog steeds contact. En precies op mijn verjaardag werd ik ontslagen uit de kliniek, en als verjaardagscadeau kreeg ik van mijn ouders een tattoo!
Ik kijk er elke dag naar en op de momenten dat ik het moeilijk heb en niet meer weet wat ik moet doen. Het is echt een enorme steun voor me. Inmiddels is het nu een half jaar verder en vecht ik nog elke dag tegen mijn eetstoornis. Ik heb helaas in februari een terugval gehad en probeer daar nu uit omhoog te klimmen. Ik ben nog steeds in behandeling bij het Curium, maar ben inmiddels doorverwezen naar de Ursula. Ik heb weer gesprekken bij een diëtiste en in de tijd dat we moeten wachten voordat we bij de Ursula terecht kunnen, heeft mijn moeder een eerstelijns psycholoog geregeld waar ik nu gesprekken mee heb.
Ook ga ik volgend jaar starten met mijn kappersopleiding waar ik superveel zin in heb. Want na een jaar bijna geen school te hebben gehad, vind ik het wel fijn dat ik eindelijk weer wat te doen heb. Ik hoop ook dat ik zo snel mogelijk weer een gezond gewicht heb zodat ik weer kan dansen, want dat mis ik ontzettend na 2 jaar. Ik ben nog niet van mijn eetstoornis af, maar probeer iedere dag kleine stapjes te maken. Het gaat met ups en downs en het is een zware strijd. Maar ik weet, ooit kom ik er. Maakt niet uit hoe.
‘Strength grows in the moments when you think you can’t go on
but you keep going anyway’
Geef een reactie