Ik ben heel lang mijn eigen vijand geweest en nog steeds kan ik dat zijn. Wat ik daarmee bedoel, is dat ik mezelf enorm in de weg kan zitten. Ik heb dingen gedaan waarvan ik van tevoren al wist dat het me pijn zou gaan doen. Ik heb mezelf eisen opgelegd waarvan ik al wist dat ik het toch niet zou halen. Ik heb mezelf heel klein gehouden terwijl ik wist dat ik meer kon. Heel frustrerend, maar toch deed ik het elke keer weer opnieuw. Ik was een echte zelfsaboteur.
Zelfsaboteurs houden zichzelf tegen in het leven. Ze staan zichzelf en daarmee ook hun eigen geluk in de weg. Zelfsaboteurs brengen zichzelf in posities waarin het onmogelijk is om te verwachten dat ze een goed resultaat neer kunnen zetten. Ik herken mezelf hier heel erg in. Ik ben een meester in het mezelf in de weg zitten. Dit ben ik altijd al geweest.
Als ik iets wil, dan ben ik meteen duizend redenen aan het bedenken waarom ik het beter niet kan doen of waarom iets me toch niet zal lukken. Ik doe mezelf eigenlijk stelselmatig tekort. Bovendien was ik altijd bang dat andere mensen iets van me zouden vinden, me zouden kwetsen of raar aan zouden kijken. Ik was bang dat ik dingen toch niet zou kunnen en daarom deed ik het al niet. Zoals ik al zei, stond en sta ik hiermee mijn eigen geluk enorm in de weg.
De vraag is: waarom doen mensen zichzelf dit aan? Waarom blijf ik mezelf dit telkens aandoen? Waarom doe ik niet de dingen die ik echt wil en houd ik mezelf klein? Waarom laat ik zoveel kansen vaak aan me voorbij gaan? Mijn antwoord hierop is dat ik bang ben en was om te falen, mezelf vroeger niks waard vond en dus een gebrek aan zelfvertrouwen had. Door mezelf allerlei belemmeringen op te leggen, mislukte vaak mijn plan. Het beeld over mezelf dat ik niks kon en niks waard was werd hierdoor bevestigd. Gek genoeg voelde dit vertrouwd, omdat ik dat gevoel kende en dus gewend was.
Omdat ik zelf al vond dat ik niks waard was, deed het me minder pijn als mensen dat ook vonden als iets weer eens niet was gelukt. Ik had mezelf immers al op m’n kop gegeven dus het raakte me dan minder als andere mensen dat deden. Mensen kunnen niet méér teleurgesteld in mij zijn dan dat ik zelf al ben. Ik ben mijn grootste criticus. Het is mijn manier om mezelf te beschermen voor de pijn die andere mensen mij zouden kunnen doen.
Mijn grootste angst was dat mensen erachter zouden komen dat ik niet zoveel zou kunnen. Ik was bang dat ik door de mand zou vallen. Bang dat mensen zouden denken dat ik stom en dom was als iets mij niet zou lukken. Wat zouden ze dan wel niet van mij denken? Ik was bang mensen teleur te stellen als ze wel in mij geloofden. Vanwege die gedachte deed ik maar niks. Ik had niet in de gaten dat ik mensen juist teleurstelde door niks te doen.
Zelfsabotage beschermt ons dus voor pijn en schaamte. Als we onze dromen najagen, dan kan het heel gênant en pijnlijk zijn als het niet lukt en we dus falen. En om dat te voorkomen, beginnen we er maar niet aan en blijven we doen wat we altijd al deden. In plaats van bouwen aan kracht geven we de voorkeur aan het vermijden van eventueel falen en de bijkomende pijn.
Een therapeut zei ooit tegen mij: “Het lijkt wel alsof jij niet gelukkig wil zijn.” Op die manier had ik eigenlijk nog niet naar mezelf gekeken, maar de therapeut had gelijk. Ik stond gigantisch mijn eigen geluk in de weg. Ik deed mezelf constant pijn en maakte het me altijd moeilijk. Ik zag overal beren op de weg. Ik had overal een weerwoord op en daardoor schoot ik echt geen meter op. Ik wist wel wat mij gelukkig zou maken, maar ik hield mezelf hierin tegen.
Iedereen in mijn omgeving zag dat ik meer kon. Dat ik het wél in me had om dingen te veranderen. Dat ik een krachtig persoon was. Diezelfde therapeut zei ook tegen mij: “Als jij al jouw negatieve energie om weet te buigen in positieve energie, dan kan jij de wereld veranderen.” Ik vond dat een rake uitspraak en het heeft me wel aan het denken gezet.
Niemand anders legt mij dus méér belemmeringen op dan ikzelf. Als ik iets wil veranderen, dan moet ik dat zelf doen. Ik zal dus anders om moeten leren gaan met gedachtes. Alle negatieve gedachtes zou ik om moeten buigen in gedachtes waarom iets me wél zou gaan lukken. Negatieve gedachtes halen elk mens onderuit. Ze voeden negatieve emoties die we over onszelf en over verschillende situaties hebben. Bovendien roep je daarmee steeds weer teleurstelling bij jezelf op.
Als je jezelf betrapt op dit soort gedachtes, dan wordt het mogelijk om jezelf anders toe te spreken. Wanneer jij je openstelt voor het vallen, opstaan en weer doorgaan, dan sta je jezelf toe om te groeien en te ontwikkelen. Niet alles hoeft meteen goed te gaan. Gun jezelf ook de tijd om te leren en probeer je niet te veel te laten belemmeren door angsten en alle redenen waarom iets mis kan gaan. Elke keer als je iets probeert, groei je van die ervaring. Je zal daardoor jezelf steeds minder in de weg staan en de steeds betere versie worden van jezelf.
Fotografie: Gabriela Pinto
Geef een reactie