Ik heb vandaag iets nieuws gezien, of eigenlijk gevoeld. Iets nieuws gevoeld wat vreselijk was. Voor het eerst heb ik écht gevoeld hoe het is om….. wacht. Misschien moest ik eerst even teruggaan naar 2 jaar geleden toen ik haar leerde kennen.
Ik weet het nog goed, ik kwam binnen en nog voor ik de gang door was werd ik half door haar ondersteboven gelopen. Met een vrolijke lach begroette ze me. Enthousiasme alom. Ze was bijzonder, anders dan anderen. Ze was klein en rank en als ze rende, bewoog ze sierlijk. Ondanks haar iele figuur, gedroeg ze zich als stoere vent. Voor niemand week ze uit, nergens was ze bang voor. Of tenminste… ze deed alsof ze nergens bang voor was, want als het erop aankwam, verschool ze zich achter mij.
Vanaf die eerste ontmoeting hadden we een band. We leken op elkaar. Beiden eigenwijs, “stoer”, klein van stuk, soms een beetje bitchy, brutaal en… dol op warmte en gezelligheid. ‘s Avonds kroop je stiekem bij me in bed, onder de dekens, warm tegen me aan. Uren lag je naast me op de bank, ook als dat helemaal niet mocht. We renden samen door het bos, werden samen vies en hebben samen gedouched. Ik gaf je soms stiekem wat van mijn eten en tilde je regelmatig op mijn schoot.
Langzaam werd ik volwassen, minder brutaal, leerde tot tien tellen en kreeg een baan. Jij bleef zoals je was…. Voor iedereen was je iets té, maar voor mij was je perfect. Je ging je alleen voelen, vervelen en je ging steeds meer grenzen over. Je sloopte dingen in mijn huis, viel zomaar anderen aan, maakte ruzie, je jatte mijn eten, je snauwde naar me en bleef soms uren schreeuwen.
Maar altijd was er een moment… dat alles weer was zoals het ooit was…. in bed kroop je iedere nacht weer lief tegen me aan. Je snurkte zachtjes en keek tevreden.
Tot op die ene dag… het ging niet langer. Het kon niet meer. Buren begonnen te klagen, je werd een gevaar voor anderen in huis, je maakte steeds meer kapot. Ik zocht een goede plek voor je… waar je volop kind kon zijn. Waar je kon rennen, lachen, met andere kinderen kon spelen… ga zo maar door.
En toen kwam de dag dat ik je erheen bracht. Tranen met tuiten heb ik gehuild. Twee maanden later werd ik gebeld. Je kon daar niet aarden, je viel ook daar anderen aan, terwijl je tegelijkertijd ook vreselijk lief kon zijn. Ik heb je direct opgehaald……..
Toen ik uit mijn auto stapte, zag ik weer die lach, die enthousiaste blik, ik voelde de warmte…
Maar ik zag ook
Eenzaamheid
Paniek
en
Magerte
Mijn god, wat was je dun geworden, wat zag je er slecht uit. Ik nam je mee in de auto en ben halverwege ergens gestopt om wat te eten voor je te kopen. Je rook eraan, maar nam niets. Vroeger zou je het in 1 minuut hebben opgegeten, nu lag het na een uur nog naast je.
Dagen verstreken op eenzelfde manier
En toen, toen opeens wist ik het: “ik heb vandaag iets nieuws gezien, of eigenlijk gevoeld. Iets nieuws gevoeld wat vreselijk was. Voor het eerst heb ik écht gevoeld hoe het is om van iemand te houden met een eetstoornis.
Voor het eerst kan ik me zo veel beter inleven in al die ouders die een dochtertje hebben dat minder en minder eet en wat je met die dag magerder ziet worden. Houden van vermengt zich met wanhoop, verdriet, boosheid, onbegrip, liefde, paniek….ik zou gek worden.
Soms krijg ik wel eens emails van meiden die verdrietig zijn, omdat hun ouders boos op hen zijn, omdat ze niet meer willen eten… “begrijpen ze dan niet dat ik het gewoon niet kan!” zeggen ze dan.
Misschien wel
Maar denk je eens in…
Dat jij meemaakt wat ik vertel te hebben meegemaakt in bovenstaand verhaal. Hoe zou jij reageren? Zou jij niet boos worden, smeken, huilen, wensen, knuffelen, alles proberen… gek worden?
En weet je… ik dacht dat ik voelde wat ouders dan voelen.
Maar dat is niet zo
Het is nog niet eens de helft denk ik…..
Want weet je over wie ik schreef?
Kijk dan even HIER
Liefs,
Scarlet
Geef een reactie