Het hartje klopt. Het huilt. Het leeft. Een nieuw leven op deze aarde. Een kindje van een paar seconden oud, net op de wereld en de levensreis kan gaan beginnen. Onbewust stapt het, gedragen door de ouders, de levenstrein in. De geboorteplaats wordt achtergelaten, een volgende halte wordt al omgeroepen. In de veilige armen van de ouders gaat het mee, de wijde wereld in.
De trein heeft veel wagons, met allemaal verschillende mensen. De één stapt in, de ander stapt uit. Ook jij zit in deze trein. Al vanaf het begin dat je kon ademhalen ben je door je ouders meegenomen om kennis te maken met deze trein. Je hebt al vele reizen gemaakt, veel herinneringen. Mooie herinneringen, maar ook mindere momenten. Aan de hand van je ouders reis je door dit leven. Toch komt er een op een gegeven moment een tijd dat je je los moet maken van je ouders.
Jij slaat af en neemt een andere trein. Je bent zelfstandig geworden. Je reist nu alleen. Natuurlijk kun je altijd bij je ouders langs, geen probleem. Maar jij bepaalt nu welke haltes je voorbij gaat en bij welke haltes je uitstapt. Oef, dat valt zwaarder dan gedacht. Je weet niet precies welke trein je moet nemen en hoe laat je ergens aan wilt komen. Toch gaat de reis door. Soms ontmoet je mensen, waarmee je een lange tijd samen reist. Zo komen de vriendschappen op je levenspad.
Tot er op een ochtend een mevrouw instapt. Ze ziet er succesvol en gelukkig uit. Wel wat moe, maar daar let je niet op. Je ogen worden getrokken naar haar lichaam, naar haar uitstraling. Opeens vraagt de mevrouw of de plaats naast jou nog vrij is. Je kijkt op in haar vermoeide, maar ook zelfverzekerde, ogen. Iets in haar blik trekt jouw aandacht. Wat het precies is weet je niet. De mevrouw gaat naast je zitten en stelt zich voor. ‘Mevrouw anorexia, aangenaam.’
Je raakt diep verwikkeld in een gesprek met deze mevrouw. Ze lijkt aardig, vertelt veel over haar leven. Je voelt je iets minder op je gemak, omdat jouw leven niet zo interessant is dan die van haar. Toch geef je jezelf bloot en vertel je jouw verhaal. Jouw wensen, jouw dromen, jouw doelen. Mevrouw anorexia stelt voor om samen met haar aan jouw toekomst te gaan werken. Een succesvol leven ligt voor je, maar je moet er wel iets voor overhebben. “Niet iedereen is ervoor weggelegd” fluistert ze in jouw oor. Verward kijk je om je heen. Niemand in de trein heeft iets gehoord van jullie gesprek. Opgelucht kijk je haar weer aan. Het antwoord op haar voorstel is duidelijk.
Het leven gaat door. De reis naar de toekomst was onzeker, maar nu sta je er niet meer alleen voor. Samen met mevrouw anorexia vervolg je je weg. Je voelt je vertrouwd bij haar. Je kunt bij haar alles kwijt. Je gevoelens, je gedachten, je problemen. Ze vertelt jou dat ze je helpt om alles op te lossen. En inderdaad, ze houdt haar woord. Je voelt je eerst geweldig. De reis is niet meer zo eenzaam als eerst. Vrienden heb je niet meer nodig. Ouders al helemaal niet. Je bent toch volwassen?
Maar gaandeweg verandert er iets. Mevrouw anorexia is niet meer echt jouw vriendin. Ze neemt steeds meer controle over jouw leven. Zij bepaalt welke halte jij uitstapt en welke haltes jij voorbij rijdt. Je begint je steeds minder op je gemak te voelen. Het enige wat je nog doet, is luisteren naar mevrouw anorexia terwijl jij door het raampje het leven voorbij ziet razen. Je wilt wel uit de trein stappen, de volgende halte is al in zicht. Maar de angst om dan helemaal alleen in de wereld te staan is zo enorm groot. Je wilt je enige, overgebleven vriendin niet loslaten. Je kan het niet. Maar om het leven te leven zul je moeten.
Jij en ik. We zitten allebei in de levenstrein. Misschien zelfs wel in dezelfde wagon. Misschien kennen wij dezelfde mevrouw. Is zij onze enige hoop, onze enige vriendin die we over hebben gehouden. In deze wagon lijkt het alsof de wereld even stilstaat. Maar het leven raast aan je voorbij. In sneltreinvaart. Dan remt de trein af. De volgende halte is in zicht. Durf je uit te stappen? Durf je het leven aan te gaan?
Ik niet, maar het moet. Ik heb geen keus. Mevrouw anorexia heeft te veel van mij afgepakt. Zoveel mooie haltes, waar ik zomaar voorbij ben gereden. Ik moet een keuze gaan maken. Afscheid nemen, ook al lijkt dat onmogelijk. Overal is een tijd voor. Ook vandaag.
Kom, pak mijn hand. Dan stappen we samen deze trein uit. Dan zwaaien we samen mevrouw anorexia gedag. Samen gaan we vechten voor onze toekomst. Kijk niet meer achterom, maar kijk vooruit. Jouw toekomst, jouw dromen.. Ze wachten op je!
Geef een reactie