Ik parkeer mijn fiets voor het gebouw en zet het op slot. Voordat ik naar binnen ga, haal ik even diep adem. Ik sta voor het centrum voor eetstoornissen waar ik elke week gesprekken heb met mijn therapeut. Elke keer weer zie ik ertegen op. Ik ben er al vaker geweest, maar ik blijf het spannend en ongemakkelijk vinden.
Een beetje onzeker loop ik naar binnen. Ik meld mezelf bij de receptie en krijg daar te horen dat ik plaats mag nemen in de wachtkamer. Mijn therapeut komt me zo halen. In de wachtkamer staan een aantal stoelen. Tussen wat stoelen in staat een tafeltje met daarop wat tijdschriften. Soms pak ik wel een tijdschrift, maar dat doe ik dan meer zodat ik niet al te veel op de andere mensen in de wachtkamer let. Van de zenuwen kan ik vaak juist helemaal niet het tijdschrift lezen. Ik blader ‘m dan dus vaak maar een beetje door. Deze keer besluit ik echter om geen tijdschrift te pakken.
In de wachtkamer zit nog een ander meisje. Ik mompel een ‘hoi’ naar haar. Ze kijkt op van haar telefoon en zegt gedag terug. Meteen daarna duikt ze weer in haar telefoon. Ik ga een paar stoelen verderop van haar zitten. Ik vind het ongemakkelijk om dicht bij haar in de buurt te zitten. Van een afstandje kan ik haar bovendien ook makkelijker bekijken. Ik kijk naar hoe ze eruit ziet, hoe dun ze is en ik vergelijk mezelf er eigenlijk direct mee. Gelukkig is ze niet zo super dun. Ik maak me wel zorgen over wat zij van mij zal vinden. Zal ze me niet te dik vinden?
Opeens kijkt het meisje weer op van haar telefoon en kijkt me recht aan. Shit, ik voel me betrapt. Gauw kijk ik de andere kant op. Ik bekijk de lelijke schilderijen die in de wachtkamer hangen en vraag me af wie ze uitgekozen heeft. Echt mooi zijn ze namelijk niet. Sowieso vind ik de wachtkamer geen gezellige plek. Ze hebben het echt wel gezellig proberen te maken, maar ik vind dat ze dat niet zo goed is gelukt. De stoelen zijn lelijk, de muren zijn saai wit en ondanks de bloemen en schilderijen hangt er gewoon een nare sfeer.
Zodra ik altijd de wachtkamer binnenloop, voel ik me meteen geen normaal mens meer. Ik voel me dan direct een ziek persoon en anders dan anderen. Het liefst draai ik me altijd direct weer om, maar ik weet dat dit wel moet gebeuren. Ik ben ook altijd bang voor wat andere mensen hier van mij zullen denken. Wat vindt bijvoorbeeld de vrouw achter de balie? Denkt ze dat ik een aansteller ben door hier te komen? Wat denkt het personeel dat steeds langs komt gelopen? Zullen ze wel denken dat ik een eetstoornis heb of dat ik hier voor iets anders kom? Wat denken de andere mensen die hier in de wachtkamer zitten?
Ik werp een blik op de klok die in de wachtkamer hangt. Ik ben altijd bang om te laat te komen, maar uiteindelijk ben ik er altijd veel te vroeg. Ik moet nog zeker tien minuten wachten voordat ik opgehaald word door mijn behandelaar. Ik pak mijn telefoon uit mijn tas om te checken of ik nog berichtjes heb, maar die heb ik jammer genoeg niet. Wat moet ik nu doen om de tijd te doden?
Uiteindelijk pak ik toch maar een tijdschrift van het tafeltje af. Het is een glossy. Ik blader er een beetje doorheen en bekijk de plaatjes van bekende mensen die in dat tijdschrift staan. Mijn blik valt op een artikel dat gaat over welke afslankmethodes deze mensen allemaal gebruiken. Ik lees het artikel aandachtig door om te kijken of er nog wat boeiends staat. Nadat ik het artikel gelezen heb, vraag ik me af waarom zulk soort tijdschriften eigenlijk in de wachtkamer van een centrum voor eetstoornissen staat. Ze weten hier toch hoe beïnvloedbaar mensen met eetstoornissen zijn? Waarom leggen ze er dan tijdschriften neer waarin min of meer tips staan over hoe je het beste af kan vallen?
Terwijl ik verder door het tijdschrift blader, denk ik aan het gesprek dat ik zo zal gaan hebben. Ik weet dat het een moeilijk gesprek gaat worden, omdat het de afgelopen week niet goed met me is gegaan. Ik ben bang dat mijn therapeut boos op me wordt als ik daar helemaal eerlijk over ben. Het voelt alsof ik gefaald heb en dat wil ik niet. Ik ben er dus nog niet helemaal over uit of ik de waarheid moet vertellen of niet.
Ik hoor de schuifdeuren opengaan en er stapt een nieuw meisje binnen. Ook zij meldt zich bij de balie en wordt verzocht plaats te nemen in de wachtkamer. Het andere meisje en ik bekijken direct het nieuwe meisje. Jeetje, wat is zij dun zeg! We zeggen haar gedag en het nieuwe meisje gaat twee stoelen naast mij zitten. Het andere meisje en ik kijken elkaar eventjes kort aan. We snappen precies wat de ander denkt. We voelen ons veel dikker dan het nieuwe meisje. Wat doen we hier?
Meteen spoken er nog meer gedachtes door mijn hoofd. Ik voel me een enorme aansteller vergeleken met dat andere meisje. Ik ben te dik voor hier. De paniek die ik krijg als er dunnere mensen binnenkomen is altijd zo groot. Ik weet dat ik me niet moet vergelijken, maar ik doe het toch. Ook ben ik bang om me straks bij de therapeut te moeten wegen. Ik wil het gewoon écht niet.
Gelukkig, het is tijd. Ik verwacht dat mijn therapeut elk moment binnenkomt om me te halen. Ik ben blij als ik weg mag uit die verschrikkelijke wachtkamer met die andere meisjes. Ongeduldig houd ik de deur in de gaten. Er komt echter een andere therapeut uit de deur. Ze noemt een naam en het meisje dat er als eerste zat, staat op en geeft haar een hand. Samen verdwijnen ze achter de deur. Ik kijk nog een keer op de klok en concludeer dat mijn therapeut te laat is. Zou ze me misschien zijn vergeten?
Niet veel later zie ik gelukkig mijn therapeut verschijnen. Ik sta op, leg het tijdschrift weer op het tafeltje, pak mijn tas en loop naar haar toe. Eindelijk mag ik weg. We begroeten elkaar en geven elkaar een hand. Ik haal diep adem en loop achter haar aan. Ik voel de ogen van het andere meisje in mijn rug prikken, maar ik probeer daar geen aandacht aan te besteden. Daar gaan we. Op naar weer een nieuwe therapiesessie…
♥
Fotografie: Amanda Graham & TitoRo
Geef een reactie