In een studentenhuis met een eetstoornis

Ruim drie jaar heb ik op kamers gewoond in een grote studentenflat. Ik had hier een eigen kamer met wastafel en deelde de keuken en badkamer met vier huisgenoten, twee jongens en twee meiden. Hoewel ik het daar zeker leuk heb gehad, is het verschillende periodes ook heel erg slecht met mij gegaan. Ik was tijdens die jaren vooral depressief en had last van een eetstoornis. Dit is een studentenhuis niet altijd even makkelijk.

De meeste studentenhuizen staan niet bekend om de goede hygiëne. Nu viel dat in het huis waar ik woonde nog mee, maar ik had (toen zeker) behoorlijk last van smetvrees. Voor mij was de drempel om te gaan koken hierdoor al heel erg hoog, dit deed ik dan ook vaker niet dan wel. De periodes waarin ik streng lijnde at ik dan bijvoorbeeld een bakje yoghurt met muesli of appel en in periodes waarin ik last had van eetbuien ging ik heel vaak naar de supermarkt om vervolgens eetbuien te hebben op mijn kamer. Diezelfde avond liep ik constant naar de wc om over te geven. Dit alles deed ik zoveel mogelijk stiekem, zodat mijn huisgenoten het niet door zouden hebben. Mijn kamerdeur deed ik op slot en als er iemand aanklopte, verstopte ik alles snel en deed ik of ik aan het studeren was of op bed lag.

Bron

Mijn huisgenoten hebben lang gedacht dat ik gewoon niet lekker in mijn vel zat. Ik ben dan ook nooit echt eerlijk geweest over hoe het echt in elkaar zat. Natuurlijk zat ik niet lekker in mijn vel, maar ik durfde nooit open te zijn over wat er allemaal speelde. Dit zorgde er echter voor dat ik me nooit op mijn gemak voelde in mijn eigen huis. Als mijn huisgenoten rond etenstijd vroegen wat ik ging eten of koken, dan verzon ik telkens een smoes en ging ik naar mijn kamer. Ook verzon ik weleens een smoes als er allemaal mensen kwamen eten en ik daar niet bij wilde zijn. Ik zei dan dat ik bij iemand ging eten en zwierf vervolgens een paar uur rond in de stad. Dit zorgde voor een enorm eenzaam gevoel.

Als ik terugkijk op deze tijd, heb ik er enorm veel spijt van dat ik niet veel eerder eerlijk ben geweest over wat er bij mij speelde. Ik vertelde twee van mijn huisgenoten pas dat ik depressief was nadat ik twee keer opgenomen was geweest op een crisisafdeling. Dit had ik allemaal doorgemaakt zonder dit aan hen te vertellen. Daarna ging ik een behandeling volgen waardoor ik lange tijd niet op mijn kamer zou zijn, waardoor ik het hen wel moest zeggen. Ze reageerden toen hartstikke lief en eigenlijk zijn we pas vanaf dat moment naar elkaar toe gegroeid. Ze vroegen regelmatig hoe het met me ging en of ze iets voor mij konden doen.

In sommige studentenhuizen wordt heel veel samen gegeten. Waar ik woonde viel dit wel mee. Soms aten we met elkaar, maar dit was maximaal twee keer per week en heel vrijblijvend. Vaak vermeed ik dit maar pas later, toen mijn huisgenoten dus meer wisten over wat er allemaal bij mij speelde, at ik ook af en toe mee. Ze probeerden dan altijd rekening met mij te houden door te vragen wat ik wilde eten en door mij zelf mijn bord en bestek uit te laten zoeken, omdat ik nog steeds veel last had van smetvrees. Het waren kleine dingen waar ik me vaak erg voor schaamde, maar ze probeerden er niet teveel aandacht aan te besteden en mij te betrekken in alle sociale activiteiten, al was het maar een spelletje.

Bron

Vanaf dat moment voelde ik me een stuk minder alleen. Avonden waarop ik me slecht voelde en ik normaal gesproken naar de supermarkt was gegaan om eetbuivoedsel te halen, durfde ik nu aan te kloppen bij een huisgenoot. We konden dan een dvd kijken, even kletsen en soms zelfs niks doen, alleen maar even zitten. Ook dat was vaak al genoeg. Er zijn zelfs nachten geweest waarbij ik vol verdriet bij een van mijn huisgenoten aan heb geklopt en op haar kamer verder mocht slapen.

Inmiddels zijn we allemaal afgestudeerd en hebben we een baan, maar zijn we nog steeds goede vrienden. Dit had ik nooit verwacht toen ik bij hen kwam wonen en stiekem allerlei afvalplannetjes bedacht omdat er niemand meer zou zijn die mij kon controleren. Wel zou ik willen dat ik zoveel eerder eerlijk was geweest en niet had gelogen of dingen had verzwegen naar mijn huisgenoten toe. Het gaf mij een, zo bleek later, onnodig eenzaam gevoel.

Als jij kampt met een eetstoornis en in een studentenhuis woont of gaat wonen, dan is het heel belangrijk dat je dit onderwerp bespreekbaar maakt. Dat is niet makkelijk, dat weet ik heel goed, maar dit is wel voor de komende tijd je thuis waar je je op je gemak moet voelen. Huisgenoten hoeven niet alles te begrijpen en misschien ook niet alles tot in detail te weten, maar ze kunnen je op meer vlakken steunen dan je wellicht van tevoren denkt. Je hoeft niet alles alleen te doen.

Sandra

Geschreven door Sandra

Reacties

6 reacties op “In een studentenhuis met een eetstoornis”

  1. Wauw, hier dacht ik net overna aangezien ik binnenkort op kamers ga. Bedankt voor de goede blog!

  2. Deze week ga ik op mezelf wonen en vind het nu al spannend ik heb ook last van smetvrees en koken vind ik niet leuk. Hebben jullie tips want ik denk vaak negatief en heb last van stress in mijn hoofd.

  3. @Sanne en Framboos
    Ik woon inmiddels al meer dan een jaar op kamers en mij heeft het heel veel goeds gedaan. Ik heb voor mezelf leren zorgen, nieuwe vrienden gemaakt en gewoon heel veel leuke dingen meegemaakt. Het is heel spannend, maar ook heel leuk! Veel succes maar ook veel plezier dus alvast 🙂

    En als je niet zo van koken houdt kun je misschien voor meerdere dagen iets koken? Dan hoef je minder vaak te koken maar maak je gewoon grotere hoeveelheden.

  4. “Ik zei dan dat ik bij iemand ging eten en zwierf vervolgens een paar uur rond in de stad. Dit zorgde voor een enorm eenzaam gevoel”… Dit is heel erg herkenbaar voor mij. Ik zit dan wel niet op kamers, maar ik gebruikte deze smoes thuis tegen mijn ouders tijdens de periode dat ik anorexia had voortdurend om aan de maaltijden te ontsnappen. Ik sprak zogezegd af met een vriendin, wat in mijn geval sowieso al erg ongeloofwaardig is, want mijn ouders zijn er maar al te goed van op de hoogte dat ik geen vriendinnen heb. Dag na dag zwierf ik doelloos rond in de stad, ik verveelde me en voelde me zo alleen. Nu ik geen anorexia meer heb (maar BED), bestaan mijn vrije dagen eigenlijk nog steeds uit eenzaam rondlopen en verveling. Hopelijk geraak ik hier ooit nog uit 🙁

  5. Mooie blog. De eenzaamheid en het verbergen, erg herkenbaar. In eerste instantie woonde ik met één huisgenootje, die ervan wist en die altijd een veilige plek bood. Als het niet ging, dan gingen we samen een filmpje kijken, et cetera. Tegelijkertijd woon ik nu in een huis met acht mensen en kwam ik tot de conclusie dat ik het alleen maar moeilijker vond om te laten weten dat ik een eetstoornis had, puur omdat mensen enorm gaan letten op elke hap die ik neem, waardoor ik het eten eerst alleen maar moeilijker vond. Toch is het denk ik wel ergens ook een stok achter de deur, om in ieder wel gewoon mee te eten.

  6. Confronterend dit.. Ik ben vanaf het begin eerlijk geweest naar mijn huisgenoten over mijn eetstoornis en depressie. Dat was fijn en ik had er veel steun aan totdat ik van een flexopname thuis kwam en mijn huisgenoten me vertelden dat ik weg moest. Ze dachten dat ik niet voor mezelf kon zorgen, dat ik zelfmoord zou plegen en dat ik alleen maar een profiteur was. Ik ben daar echt weg gepest en heb veel narigheid over me heen gekregen. Hierdoor ben ik het vertrouwen in andere mensen kwijtgeraakt en durfde ik niks meer te delen. Ik weet nu wel dat zij zich veel te verantwoordelijk voor mij voelden en daardoor niet zagen dat ik die verantwoordelijkheid zelf aan het nemen was. Ik heb er spijt van dat ik zo open ben geweest maar ik ben ook opgelucht dat ik hier nu niet meer woon en dat ik anders niet het fijne huis had gevonden waar ik nu woon.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *