Soms heb je van die dagen…. Van die dagen dat het eigenlijk al niet lekker voelt als je uit je bed stapt. Na een mega optimistisch en krachtige blog van kort geleden, dan nu de andere kant van de medaille. Ik had mijn gewicht vanmorgen al gehaald. Hoppa xxx gram extra…. Voor jullie peanuts, maar voor iemand met een eetstoornis is dit enorm. Ik wist dat het aankomen op dit moment iets sneller dan gepland ging, maar hier schrok ik toch een beetje van.
Ik had al advies van de diëtiste gekregen over iets te minderen op mijn eet-aankom-lijst. Alleen vind ik dit ontzettend moeilijk omdat ik weet dat hetgeen wat er nu af mag, er straks ook weer bij moet als het aankomen stagneert en ik het dan ontzettend moeilijk ga vinden om het er weer bij te doen. Dus had ik besloten om niet te minderen en dan toch iets meer voor te lopen met de gewichtscurve. IK kan me dat wel voornemen met mijn verstand, maar behalve verstand speelt gevoel een belangrijke factor. Gevoel gevoed door de eetstoornis die ergens in mijn brein gehuisvest is. Gevoel dat vanmorgen in de spiegel echt iets anders ziet dan gisteren, die überhaupt niet snapt waar mensen zich eigenlijk zoveel zorgen om maken.
De eetstoornis in mij is een krachtig beest. Die trekt en duwt de hele dag aan me totdat ik toegeef. Vanmorgen na schrikreactie ook iets positiefs: Ik mocht naar huis. Braaf alles opgegeten en niet geminderd. Om 13 uur deed ik de voordeur open: MAMA MAMA MAMA kwamen twee vrolijke enthousiaste kinderen me al tegemoet. Al knuffelend werd ik ontvangen in mijn gezin. Hoewel dit super, super, super lief is, was mijn bezoek aan het thuisfront ook vermoeiend en confronterend. Ik merkte eigenlijk pas hoe ziek ik ben, terwijl ik daar rondliep. Ik knoeide een beetje melk op mijn hand bij het inschenken van een beker voor een van de kinderen. Normaal reflex zou zijn: hop vinger in de mond en weg is het weer… ik kon het niet. Ik kon dat druppeltje melk niet in mijn mond stoppen.
Ik durfde geen hapje van de heerlijke wafels die de buurvrouw gemaakt had te proeven. Ik kon zelfs niet eens er aan ruiken. De eetstoornis had gewonnen. Ik was echt ziek. Eenmaal terug in het ziekenhuis vertelde ik hierover aan de verpleegkundige. Die verzekerde mij (nogmaals) dat de ECHTE strijd pas gaat beginnen. In het ziekenhuis voelt alles veilig, heb je een bepaalde structuur waar je aan gewend bent. Gebeurt er weinig onverwachts. Thuis is dat allemaal anders. Natuurlijk kun je daar ook structuur in brengen maar met drie enthousiaste kinderen loopt de dag toch vaak iets anders dan gepland.
Deze uitstapjes naar huis werden niet voor niets oefenmomenten genoemd. Er werd me dan ook de vraag gesteld of ik het morgen nog eens wilde proberen: Ja dat wil ik. Ik wil beter worden. Ik eet volgens de lijst van de diëtiste en ik wil thuis ook weer kunnen genieten van de kinderen, mijn ontzettend hardwerkende man en van de eetmomenten samen. Eten mag geen straf worden voor de rest van mijn leven… Ik moet blijven vechten!
Geef een reactie