Interview met Annemarie van Elburg over Rintveld

Proud2Bme heeft Annemarie van Elburg mogen interviewen. Zij is werkzaam bij Rintveld als kinder- en jeugdpsychiater. Daarnaast is Annemarie ook de medische manager van Rintveld. 

Rintveld, centrum eetstoornissen in Zeist is een gespecialiseerde afdeling voor kinderen, jeugdigen en volwassenen met een eetstoornis en voor kinderen en jeugdigen met overgewicht in combinatie met psychische problemen.

Zou u willen vertellen welke stappen worden genomen bij een nieuwe aanmelding?
Alle aanmeldingen worden één keer per week besproken door alle psychiaters en de mensen van het zogenaamde voordeurteam. Dit team gaat over de nieuwe aanmeldingen. Wij krijgen bijna alleen maar schriftelijke aanmeldingen. Wij krijgen aanmeldingen van mensen die nog nooit behandeld zijn, maar ook van mensen die al bijvoorbeeld tien eerdere behandelingen hebben gehad. Dat is een groot verschil. Van iemand die al een behandeling heeft gehad, krijgen we al veel achtergrondinformatie. Maar bij iemand die nog geen behandeling heeft gehad, staat er soms alleen “eetstoornis, gaarne behandelen” of iets dergelijks.

We proberen dan te kijken naar waar die persoon het beste bij zou passen binnen Rintveld. Als er alleen “eetstoornis gaarne hulp” staat, dan vinden we dat niet genoeg en sturen we een brief terug naar de huisarts. We zullen dan een aantal dingen vragen. Dit kunnen vragen zijn over welke eetstoornis bedoeld wordt en over de urgentie van de aanmelding. Met die informatie proberen we niet alleen de cliënt in de goede lijn te zetten, maar ook de urgentie van een aanmelding in te schatten. Als iemand nog nooit behandeld is, krijgt de cliënt een ‘reguliere diagnostiek’. Dit houdt in dat diegene een gesprek krijgt. Maar er komt ook een gesprek met de ouders, partner of een naaste. Daarnaast doen we ook een eating disorder examination(EDE). Dit is een eetstoornisgerelateerd interview. Alle cliënten worden ook lichamelijk onderzocht door middel van een bloedonderzoek en een hartfilmpje. En dan wordt er nog een psychiatrisch onderzoek gedaan.

Wanneer iemand van een andere instantie komt, is het minder uitgebreid. Er is tenslotte al veel informatie terug te vinden en we snappen ook wel dat het niet prettig is wanneer iemand 1000 keer hetzelfde moet vertellen. Bij hun doen we geen reguliere onderzoek, maar dan doen we een consult. Dus dan is het één gesprek waarin een psychiater met een andere behandelaar, zoals een verpleegkundig specialist of een GGZ psycholoog of een SPV, samen in het kort het onderzoek doen. Als we dan toch denken dat het nut heeft om die EDE te doen, dan wordt die als nog gepland. Als iemand heel acuut is, zullen we een spoedconsult inplannen. We hebben dus verschillende manieren van een intake en dat is dan afhankelijk van hoeveel spoed er is en hoeveel we al weten over iemand.

En aan de hand van die stappen wordt een gepaste behandeling gekozen?
Bij een consult en een spoedconsult wordt er meteen een onderzoek gedaan. Dan komt daaruit ook meteen het behandeladvies. Bij een reguliere diagnostiek kom je een week later terug en krijg je dan een advies. Je weet dus hoe lang het gaat duren en wat de wachttijd is voordat je hier binnen komt. Wanneer je binnen bent, gaat de behandeling meteen van start. We hebben hier vier zorglijnen, zowel klinisch als ambulant. Daarvan zijn drie lijnen voor cliënten met Anorexia Nervosa en één lijn is er voor cliënten met Boulimia en Binge-eating. Voor de laatste groep is het haast nooit nodig om een opname aan te bieden. Wanneer iemand binnenkomt bij Rintveld doe je ook meteen intake bij de lijn waarvan wij denken dat jij daar hoort. Ik ben bijvoorbeeld psychiater bij lijn 1. Dus als iemand binnenkomt in die lijn komt die of bij mij of bij de andere kinderpsychiater terecht. Dus je kent de cliënten vanaf de dag dat ze binnen komen.

Hoe wordt een wachttijd overbrugd?
Vanaf de dag dat je hier binnen stapt, voelen wij ons helemaal verantwoordelijk. Dus wij zorgen dan ook dat je ondertussen hulp zal krijgen. Maar de wachttijd hangt ook erg af van de lijn waarin je terecht komt. Sommige lijnen, zoals lijn 1, worden vaak gebruikt. Dus daar is de wachttijd langer. De helft van de cliënten is onder de 18 jaar. En per jaar komen er ongeveer 500 cliënten bij, dus dan is het erg veel. Terwijl we al erg zijn gegroeid. Bijvoorbeeld bij lijn 3 is de wachttijd korter, maar het gaat dan wel vaak om hele ingewikkelde cliënten die veel zorg nodig hebben. Dus die kunnen ook niet zo’n grote wachttijd hebben.

Hoe zijn die lijnen verdeeld?
Lijn 1 is voor mensen die eigenlijk nog nooit een behandeling hebben gehad. Deze mensen zijn dan nog vrij jong en niet te ernstig. Wat we bij lijn 1 proberen is de goede kanten van die persoon zo te versterken dat die persoon straks denkt: ‘Ik kan leven zonder die eetstoornis!’. Die lijn is hier heel groot. We hebben veel expertise op het gebied van jonge mensen met een eetstoornis, dan moet je denken aan cliënten tussen de 7 en 17 jaar.

Maar leeftijd zegt natuurlijk niet alles. Het kan zijn dat je 17 bent en net je vmbo hebt gehaald. Je gaat dan door met MBO en gaat misschien het huis uit. Maar je kunt ook 17 zijn en nog bezig zijn met 5 VWO. Dan woon je dus nog thuis. En met zulke dingen proberen we rekening te houden, want dit zegt meer over hun ontwikkeling dan een leeftijd.

Als iemand nog echt een ‘opvoedeling’ is, past zo iemand heel goed in lijn 1. Dan gebruiken we je omgeving (ouders, vrienden, broers en zussen en je school) om dat gezonde te benadrukken en je uit de eetstoornis weg te duwen. Maar ben je al aan je vervolgopleiding bezig en al een stuk onafhankelijk van je ouders, dan moeten we ons veel meer op jou richten. Lijn 2 heeft dan een meer individuele benadering. Dan zeggen we dus van: “We hebben het besproken, hier staat jouw eetstoornis en dat is jouw ding. Met jou praten we of je hier vanaf wilt.” Dat wil niet zeggen dat we geen hulp uit de omgeving vragen, maar dan ben jij degene die dat beslist. Terwijl als je jonger bent (bijvoorbeeld 10) dan kom je hier nog met jouw ouders. En ouders kunnen heel veel overnemen van wat je anders zou doen bij een opname. Dus die worden bijna nooit opgenomen. Die mensen zouden ook heel erg last krijgen van heimwee wanneer ze worden opgenomen en dat zou alleen maar belemmerend zijn. Daarom hebben we ook lijn 1 ontwikkeld. Het is zo onnatuurlijk om zo’n jong kind weg te halen van hun ouders, vooral wanneer het al slecht gaat.

In lijn 3 zitten de mensen die al heel lang ziek zijn of die om een andere reden echt zorg op maat nodig hebben. Lijn 1 doet ook zorg op maat, want als je 7 bent moet je echt anders behandeld worden dan wanneer je 14 bent. Maar zorg op maat in lijn 3 kan ook inhouden dat je bijvoorbeeld blind bent of dat je in een rolstoel zit. Dit kan betekenen dat je dus niet mee kan draaien in een groepsprogramma. Of je bent bijvoorbeeld zwak begaafd of autistisch of één van die dingen waardoor je niet mee kan draaien in een standaard programma.

En het tweede punt van lijn 3 is dat het in die lijn niet meer gaat om het nastreven van een genezing, maar dat het gaat om het nastreven van een verbetering van de kwaliteit van jouw leven. En dat is natuurlijk aan diegene zelf. Je komt hier met jouw klacht en wij bespreken met je waar jij nou een verbetering in wilt ervaren. En eigenlijk doen we dus heel veel aan het zogenaamde management van verwachtingen. Als je hier komt met de verwachting om alsnog beter te worden terwijl je al 40 jaar een eetstoornis hebt, ga je weer mislukken. Dus je kunt beter iets anders kiezen en daar succes in boeken en het gevoel hebben dat je iets hebt bereikt waar je iets aan hebt.

Het moeilijkste van die lijn is dat je dat in het oog moet houden. Je ziet bijvoorbeeld bij ouders die toch heel erg hopen dat hun kind er dan alsnog uit gaat komen. En ze worden dan toch wel eens boos of verdrietig als iemand zegt dat ze die hoop een beetje los moeten laten. Maar er moet wel met ons gekeken worden naar wat uw kind zou helpen om toch een leuk leven te hebben.

Soms moet je kijken naar andere doelen, bijvoorbeeld wanneer iemand twaalf keer per dag braakt, maar dat naar zes keer wil brengen. En is die dan bij zes keer, dan heeft die succes geboekt. Als hij zegt dat hij bemoedigd is om dit naar drie te brengen, is dat nog beter. Maar het is niet erg als het niet nul keer wordt. Bij een andere lijn zullen we daar geen genoegen mee nemen. Dan willen we dat je meer bereikt.

Zijn jullie dan van mening dat iemand die langer een eetstoornis heeft niet meer kan genezen of is het meer bedoeld om die successen te kunnen behalen?
De kans op een totale genezing is niet heel groot en het vervelende is dat deze mensen al zo vaak “gefaald hebben” dat het belangrijk is dat je iets kiest waarbij zij zeggen: ‘Als ik dat bereik zou ik me zo veel beter voelen.’ En dat dan ook halen zodat ze ook af en toe een succes behalen in hun leven. Dat is ook wel heel bijzonder om te zien. En af en toe wordt er wel één beter, maar misschien juist omdat we de druk niet zo hoog maken.

Er was een moeder met twee kinderen en er was zo veel mis gegaan in haar leven. Eerst ging ze bijna dood en vervolgens is ze zo erg opgeknapt. Dat geloof je gewoon bijna niet. Ik vind dat ook wel een wonder. Maar ze zei ook dat we haar nooit hebben opgegeven, maar ook nooit gezegd hadden dat we haar beter zouden maken. We zouden met haar aan de slag gaan en kijken wat ze wilde behalen. En dat is denk ik een typisch kenmerk van Rintveld. We proberen aan de ene kant onze expertise over de eetstoornis in te brengen, maar aan de andere kant proberen we heel goed te luisteren naar wat iemands vraag eigenlijk is. En die vraag moet je soms ook ombuigen.

Het gaat niet als iemand zegt “ik wil wel beter worden maar ik wil niet eten”. Of als iemand denkt “ik wil gelukkig worden want ik ben ongelukkig”. Daar zijn wij niet voor.

Vanochtend was er een meisje en die had een terugval. Zij was teruggekomen en zij zei: “Ik heb zo hard nagedacht want ik heb zo veel redenen om wel goed te eten, waarom doe ik het dan niet?”. Dus ik zeg: “Misschien is de beste hulp voor jou om uit te zoeken met ons wat die reden dan is die je nog niet hebt gevonden en kijken of we je toch zo ver kunnen krijgen om toch wel te kunnen eten, want anders beland je intussen in het ziekenhuis”.

Hetzelfde geldt wanneer iemand hier komt met het idee hun kind in te leveren in de hoop dat wij het wel goedmaken. Dat kunnen we niet en dat doen we niet. We willen wel met de mensen samenwerken. Je kunt niet als ouder ineens afhaken als je hier met je kind komt. En we zijn ook niet de vervangers van ouders, wij zijn de behandelaars. Bijvoorbeeld als je hier net een tijdje zit en je ouders (die gescheiden zijn) willen allebei een vakantie met je hebben. Dus dan ben je zes weken weg. Dat is niet goed in het kader van de behandeling. Dus dan zullen wij dat zeggen. Dan is het nog steeds aan de ouders of ze wel of niet luisteren. En helaas zijn sommige ouders dan zo aan het strijden dat ze niet willen toegeven. Maar gelukkig zijn niet alle ouders zo.

Er is niks zo leuk als wanneer een ouder zegt wanneer ze haar kind ziet: ‘He, daar is ze weer”. Dat is zo leuk om te horen. Dan krijgt iedereen weer moed. Het is echt loodzwaar in het begin, want we vragen echt heel veel van ouders. Maar we leggen ze altijd de vraag voor of ze het aankunnen. Heel veel ouders willen dan gewoon dolgraag helpen. En die komen dan gewoon twee keer per week van weet ik veel waar helemaal hiernaartoe gereden. Vaak van heel ver omdat ze er heel veel aan hebben en omdat ze hun kind weer zien opknappen.

Is dat ook het grootste verschil in behandeling in vergelijken met andere instanties?
Ja, dat denk ik wel. Het ingewikkelde is dat wij hier vroeger ook een protocol hadden over eetstoornis-behandelingen. Dan begon je hier, ging je zo en dan daarlangs op die afdeling en als je zoveel woog dan ging je daar naartoe. Er zijn geen gemiddelde cliënten met een gemiddelde eetstoornis. Dus toen zijn we dat gaan loslaten en dat vergde veel praten met elkaar. En daar zijn we nog steeds mee bezig. Je schiet namelijk heel snel in ‘ja, maar dat is beter voor de cliënt als het een vaste groep is.’. Maar je weet helemaal niet of dat beter is voor de cliënt. Het gaat erom dat de cliënt zijn doelen behaalt. Ik weet alleen dat de kans om die doelen te behalen het grootst is wanneer je blijft samenwerken. Dus als iemand zegt “ik wil het toch eerst zo proberen” dan zeg ik “is goed, maar dan spreken we af voor hoelang en dan kijken we daarna of we toch over moeten gaan op plan B”. Dat komt natuurlijk het meest voor. Maar wat gaan we dan afspreken om toch te zorgen dat jij jouw doel gaat halen.

Dus het is echt een samenwerking van alle partijen.
Ja, het kind werkt in het begin marginaal samen. Want het kan niet dat je puber bent en dat je zegt “jij hebt een stom plan” en je doet er toch aan mee. Pubers zijn vaak niet de meest stabiele mensen wanneer het gaat om mening. Dat is ook het leuke aan ze. Dus ze kunnen zeggen dat het stom is en dat ze het nooit gaan doen. En je zegt “ja, dat snap ik wel, maar nou willen je ouders het heel graag. Kun je, als wij aan je ouders vragen om 90% te leveren van die motivatie, die andere 10% doen?”. Dan zeggen ze bijna altijd ok. Dan kijken ze naar hun ouders en dan denk ik “ja, dat is de natuurlijke manier”.

Je moet namelijk geen contract sluiten met een puber. Een gezonde puber is al onbetrouwbaar daarin dus laat staan een zieke. Dus het is aangepast aan wat je kunt behappen. Bij een volwassene zullen we daar wat meer nadruk op leggen, want die moet er zelf voor kiezen. En die hebben vaak wel een partner of familie die hen daarin steunt. Maar die gaat het niet voor ze beslissen en bij zo’n jongere wel. In die zin is samenwerken wel afhankelijk van hoe oud je bent. Het wonderlijke vind ik dat het heel logisch klinkt wanneer ik dit zo vertel. Het is logisch dat je met iemand afspreekt wat de doelen zijn waar je op af gaat. Maar het is heel moeilijk om niet onderweg te denken dat hij toch in die groep of die therapie moet. Dat is misschien helpend. Maar zo goed zijn we niet in het behandelen. En we hebben niet één pil of één therapie. Dus het gaat erom dat wij met iemand kunnen samenwerken en iemand kunnen helpen op een moment dat hij het niet meer ziet zitten.

Dus het kan ook zo zijn dat in 1 lijn de behandelingen en de therapieën verschillen?
Er zijn natuurlijk dingen die door veel kinderen worden doorlopen omdat ze voor de hand liggen. Ook bij volwassenen wanneer ze allemaal dezelfde ziekte hebben. Maar de volgorde en lengte van dingen is allemaal verschillend. Het kan ook nog zo zijn dat je bijvoorbeeld op de polikliniek zit maar bepaalde modules volgt van een andere behandeling. Als jij bijvoorbeeld iemand bent die heel veel kijkt naar je zelfbeeld of je lichaamsbeeld, zul je een module volgen bij de PMT.

Maar iemand uit de kliniek kan die module ook volgen. Maar die heeft dan bijvoorbeeld veel meer zorg nodig rond de structuur van het eten. Als dat een heel belangrijk punt is, kun je naar de dagbehandeling gaan. Maar als dat niet kan omdat je te ver weg woont of dat het toch te weinig is en je ‘s avonds toch gaat braken of eetbuien hebt, dan ga je naar de kliniek.

Is het zo dat je vanaf de ene lijn in de andere lijn kan komen?
Je kunt natuurlijk als je in behandeling bent en niet succesvol bent in lijn 1 overwegen of de aanpak van lijn 2 beter zou werken. En het gebeurt ook dat iemand uit lijn 3 toch naar lijn 2 gaat. Dat hij toch genezing gaat nastreven. En in lijn 4 zitten vooral de Boulimia en de Binge-eating. En eigenlijk zien we daarin vrij weinig overlap naar de Anorexia-lijn.

Maar ze krijgen nog wel dezelfde therapieën of verschilt dat ook?
Het kan gebeuren dat ze dezelfde therapieën krijgen. Ze hebben wel hun eigen therapieën die bijvoorbeeld veel meer gaan over controle. Maar iemand met Anorexia heeft al genoeg controle, dus die zou dat niet meer hoeven leren. Maar er zitten daar wel mensen bij die daar ook baat bij hebben. Dus het gaat meer over wat iemand daar kan leren in plaats van of het past bij het etiket die je hebt of niet.

Maken jullie ook gebruik van vaste basisgroepen?
De meeste groepen zijn niet vast. Er zijn natuurlijk wel een aantal groepen waarbij de mensen verblijven, bijvoorbeeld in een kliniek. Vanaf het moment dat je er zit, is het een vaste groep. Maar mensen komen en gaan. We hebben twee vormen van deeltijd die ook vaste groepen hebben; lijn 1 en 2. Die hebben een vast therapiepakket. Lijn 1 gaat gewoon naar school en dinsdagmiddag en vrijdagmiddag komen ze hier. Dat is een intensief therapiepakket. En de jongvolwassenen in lijn 2 heeft dat ook. Dat doen we dan ook echt op indicatie. Als we denken dat iemand weinig steun krijgt van zijn ouders, zetten we die in een vaste groep zodat hij toch veel steun kan krijgen van groepsgenoten.

En er zijn groepen die van dag tot dag kunnen veranderen. Je kunt van dag tot dag komen en je komt wanneer het jou uitkomt en zovaak je er behoefte aan hebt. Maar sommigen hebben wel het structuur nodig en die komen de hele week voor het structuur en volgen daarnaast bepaalde modules. Ook daarbij geldt dat iedereen zijn eigen doelen volgt. Daarom is die groep niet vast, want iedereen heeft individuele doelen.

Worden hier dan ook mensen behandeld met een eetstoornis en bijvoorbeeld Borderline?
Ze worden wel behandeld, maar we proberen het zo veel mogelijk samen te laten lopen met een Borderline behandeling. We proberen met de behandelaar die de andere stoornis verhelpt samen te werken. Maar in de periode dat iemand hier zit, proberen we het wel over te nemen. We houden het doel waarom ze zijn gekomen wel voor ogen. Maar we zullen bijvoorbeeld wel vragen waar we rekening mee moeten houden tijdens een behandeling.

Nu zijn er veel pluspunten genoemd. Zijn er ook nog punten waar Rintveld tegen aan loopt?
Er zijn dingen die ik anders zou willen zien. Het is heel akelig dat we die wachtlijst hebben en het is natuurlijk erg wanhopig voor iemand die zo lang moet wachten. Dus ik hoop dat we nog verder kunnen uitbreiden. We zitten nu aan onze maximum en we zijn al erg uitgebreid in de afgelopen jaren. Maar we zijn voortdurend bezig om te kijken of we niet toch nog een beetje verder kunnen gaan.

Een ander punt is dat we bepaalde dingen niet goed genoeg kunnen uitvoeren. Bijvoorbeeld voordat de cliënten hier terecht komen, kunnen we heel weinig doen. We hadden een helpdesk en een telefonisch en mail spreekuur. Dat was een heel laagdrempelige ingang. Maar dat is zo bezuinigd. Dus de drempel naar binnen is nu erg hoog. En aan het eind hebben we een terugvalpreventie. Dat wordt gevolgd door de APK (Anorexia Periodieke Keuring). Daarin zit E-health. Dus het zou fijn zijn als ze via mail of telefoon contact hebben.

Daarnaast zou ik graag meer nazorg willen zien in lijn 3. De vraag is hoe zij weer het echte leven weer kunnen oppakken. En daar wordt ook op bezuinigd terwijl dat zo essentieel is. Er is namelijk een follow up waarbij je cliënten na tien jaar weer terugziet. En dan zie je ze aan het werk enzovoorts. Maar door de bezuiniging is dat weggevallen terwijl deze mensen op dat moment juist gemotiveerd zijn om hun leven weer op te pakken. Door die extra hulp kunnen ze nog een stuk stap verder.

U had het net ook over de terugvalpreventie. Stel iemand komt terug door een terugval. Wijkt de 2e behandeling af van de 1e behandeling?
Dat kan erg verschillend zijn. Soms is iemand halverwege afgehaakt. Dan ga je door waar je was. Soms krijgt iemand gewoon een oppepper. Dat kan door middel van een paar gesprekken tot een hele korte opname. En als iemand echt terugvalt, hopen we dat diegene er eerder bij kan door die terugvalpreventie, zodat zij leert hoe ze zichzelf weer op kan pakken.

Werken jullie nu met andere instanties samen?
De behandelaren van de kinder- en jeugdpsychiatrie kennen elkaar natuurlijk wel. En we zijn allemaal verenigd in de NAE (Nederlands Academie voor Eetstoornissen). Maar de Ursula en wij zijn klinisch, dus we hebben toch meer samenwerking. We doen samen wel eens onderzoek en volgen masterclasses. En we sturen soms cliënten door naar elkaar. Soms kom je er niet uit en misschien kan iemand anders dan beter proberen. Sommige cliënten willen andere instanties niet meer hebben. Rintveld is dan een soort last resort voor ze. Als andere instanties bijvoorbeeld niet willen, kunnen wij ze niet ook afwijzen.

Op de site hebben gelezen over een poli XL. Zijn daar veel aanmeldingen voor?
Jammer genoeg niet. Dat is onderdeel van lijn 4. Poli XL bestaat uit twee stukken; Binge-eating en kinderen met overgewicht. De Binge-eating voor adolescenten loopt wel goed. Maar de groep voor kinderen met overgewicht loopt jammer genoeg nog niet zo hard.

Wat zou hier volgens u een verklaring voor zijn?
Rintveld ligt voor sommige mensen toch best ver weg en de mensen hebben toch veel drempels. De Binge-eatinggroep zijn vaak gemotiveerd. Maar financiële problemen kunnen ook een reden zijn.

Hoe zit het met onderwijs wanneer iemand hier in behandeling is?
Ze krijgen individueel onderwijs in een heel klein klasje met een docent die heel veel aandacht aan het kind kan besteden en die deel uitmaakt van het behandelteam. En als kinderen niet naar school kunnen omdat ze te zwak zijn, dan komen de leerkrachten hier. Dat is onderdeel van de behandeling. Maar het doel is dat ze langzamerhand teruggaan naar hun eigen school met een vaste structuur.

In de wachtkamer kwamen we het wachtkamerboek tegen met daarin een paar bekende namen van Proud2Bme. Wat vindt u ervan dat deze mensen ook steun zoeken bij Poud2Bme?
Dat is prima. Ik heb liever dat ze op Proud2Bme zitten dan ergens ongecontroleerd. We weten ook dat leden contact met elkaar hebben. We moedigen ze ook aan om contact buiten Rintveld te zoeken.

U noemt net ervaringsdeskundigheid. Hoe wordt die hier gebruikt?
Wij hebben onder het personeel veel ervaringsdeskundige, maar die zeggen dat niet. Die gebruiken het alleen in hun werk. En we hebben een ervaringsdeskundige op de afdeling die daar specifiek voor is. Die werkt ook bij de HE (helpdesk eetstoornis) en we hebben daar veel contact mee. Die ervaringsdeskundige gaat wel eens bij een groep langs, maar die komt ook wel eens met een cliënt bij een groep om te praten. Mensen kunnen ook bij haar naar binnen lopen.

Wilt u nog iets kwijt aan onze lezers?
Wat altijd gezegd moet worden is dat als je nog niet in behandeling bent, je wel de stap moet wagen. Vragen of zorgen kun je kwijt bij mensen die er al ervaring mee hebben. We nemen niet snel mensen op. Liever thuis dan in de kliniek.

Scarlet

Geschreven door Scarlet

Reacties

13 reacties op “Interview met Annemarie van Elburg over Rintveld”

  1. Interessant interview. Vind het wel fijn om wat meer te lezen over hoe de nieuwe lijnen binnen Rintveld tot stand zijn gekomen. Wat mij betreft is het stukje over eetstoornis in combinatie met borderline (of andere phs’en) wel een beetje te positief gebracht.
    Ik heb het echt ervaren als een “van het kastje naar de muur” situatie en heb binnen Rintveld nooit het gevoel gehad dat er ruimte was voor mijn phs…

  2. Wauw, wat een mooi interview. Vond het wel een beetje ingewikkeld met die lijnen maar mijn complimenten dat er zo veel mogelijkheden zijn en dat er zo te horen echt naar de individu wordt gekeken en niet zomaar een standaard behandeling krijgt. Mijn complimenten daarvoor want het lijkt me juist moeilijk voor de behandelaars.

    De nazorg ben ik het mee eens maar zo te horen wordt hier wel na gekeken hoe het beter kan dus dat is wel belangrijk dat we weten dat daar aan gewerkt wordt. Ook wat betreft de wachttijden.

    Nogmaals vindt ik het een mooi en verhelderend interview en het voelde een beetje als een kijkje achter de schermen en ik denk dat dat voor heel veel jongere kan zorgen dat de drempel iets lager wordt om hulp te zoeken omdat ze weten wat ze kunnen verwachten en zo minder bang hoeven te zijn.

    Groetjes en hoop dat jullie interviews blijven plaatsen van verschillende hulpinstanties al is dat natuurlijk wel veel gevraagd 😛

  3. intressant om te lezen, ik ben hier pas ingeschreve en de wachtlijst duurt inderdaad erg lang 🙁

  4. Het is jammer dat Rintveld zo weinig doet voor patiënten met boulimia, terwijl er daar toch echt veel meer van zijn dan mensen met anorexia.
    Mijn psychiater op RV zei ook letterlijk dat ze hun behandeling niet gericht is op mensen met boulimia. Ik heb de indruk dat Rintveld je eetstoornis pas serieus neemt als je ook ondergewicht hebt.

  5. Ik heb daar ook gezeten voor anorexia maar ze schrijven positief zo heb ik het niet altijd ervaren maar gelukkig kan ik die tijd nu achter me laten en aan de toekomst beginnen!!

  6. Ben het met je eens heather, vind het ook erg teleurstellend dat ervanuit gegaan wordt dat opname bij boulimia haast nooit nodig is.

  7. Mooi interview! Klinkt goed!!

  8. @heather: dat valt wel mee, is mijn ervaring. Ik had niet heel veel ondergewicht en hoefde ook niet idioot veel aan te komen voor een gezond gewicht, maar heb toch een flex-opname gehad en zit nu alweer 3 maanden 3 dagen per week in dagbehandeling. Ze kijken behoorlijk goed naar het individu en er is veel mogelijk. Over het algemeen ben ik wel tevreden over Rintveld.

  9. Ik zit nu ook op Rintveld, en ken Annemarie wel. Ze heeft mij toen naar de kliniek gestuurd voor een flex. Was ik toen niet blij mee, nu wel.
    Ik vind Annemarie een fijne psychiater en RV een fijne hulpinstantie!

  10. Interessant om te lezen. Ik heb ook veel meegekregen van de veranderingen bij RV. Heb in de afgelopen jaren ook 2x over behandelingen naast elkaar kunnen volgen. Wat erg prettig was en ook een paar keer opgenomen geweest met gezond gewicht.

    De grootste verandering is inderdaad voor bn. Eerder hadden ze een 4daagse dagbehandeling, daar ken ik veel positieve verhalen van. Die is er nu al een aantal jaar niet meer. Vind ik echt een gemis. Het is volgens mij echt een ondergeschoven kindje, erg jammer

  11. Jammer dat die drempel zo hoog is doordat de helpdesk is weggevallen en het emailcontact. Het is anders wel gemotiveerd personeel en hoop dat de motivatie wederzijds is. Ze expirimenteren nog wel. Ik heb van sommigen gehoord dat de badcule een nachtmerrie is geweest. van die gesloten klinieken. En dat de ontwikkeling niet z”n natuurlijke beloop heeft gehad en dat iemand vergroeid kan worden met z”n eetstoornis en dat het dan een deel van hun persoonlijkheid is een soort way of life. Het escapisme en uitvlucht zoeken in niet eten en de achterliggende problematiek onderzoeken. Dat therapie resistent zijn en wanneer noem je iemand uitbehandeld? Er was iemand die ooit uitbehandeld was maar toch weer ergens anders is opgeknapt dus je weet het maar nooit. Ik hoop dat ze de juiste behandeling vinden die bij hun persoonlijkheid en temperament past. Sommigen zeggen schade te hebben opgelopen doordat in gesloten klinieken hebben gezeten. Het is eigenlijk niet natuurlijk meer een gesloten setting kliniek.

  12. Er is veel op dit gebied en hun expertise is groot in dit domein.Het is een uitgebreid uitgekiend programma. Er komt steeds meer bij. Toch hoor je nog wel eens dat zo”n behandeling niet slaagt. Ze zeggen dan dat er naar de persoon geluisterd moet worden en niet als standaard behandelen. Dit klinkt onpersoonlijk. Kokervisie en beroepsblindheid en het niet vanuit andere invalshoek bekijken dan een bewustzijnsvernauwende visie aanhangen van standaard. Zo te lezen worden er wel individuele programma”s aangeboden. je vraagt je af waarom iemand die niet heeft gekregen. Is er op dat gebied een inschattingsfout gemaakt? Want ze kijken eerst naar wat bij je past en achteraf is het toch niet geslaagd. Op maat en wat bij de meesten heeft geholpen. het werken op evidencebasis. Met een B.M.I. van 10 treedt er een gevoelsvervlakking op. Ze weten als geen ander wat zo”n laag gewicht met de geest doet. Een B.M.I. van 15 is ook al laag. Al veertig jaar op een B.M.I. van 15 zitten en er nog nooit boven te zijn geweest denk je het wordt nooit wat. .je kracht neemt wel toe met een hoger B.M.I. Dat merk je wel als je baantjes zwemt want met zo”n B.M.I. ben je na twee baantjes wel heel erg moe. Als je een hoger B.M.I. zou hebben zoals boven de 17 dan zou je zo moeiteloos 4 baantjes kunnen zwemmen. Het is zelfs zo dat je anderen voorbij zwemt met zo”n B.M.I. van 17. Vlinderslag is de meest vermoeiende zwemslag die het meeste energie kost van alle zwemslagen. Dat kun je wel vergeten met een B.M.I, van 15 om dan de vlinderslag te kunnen zwemmen. Wat dat aangaat levert een hoger B.M.I. wel voordelen op in die zin meer kracht en conditie. het is pas voelbaar als je zo”n B.M.I. haalt. . . .

  13. Dit is de meest arrogante, zelfingenomen, debiel psychaiter ooit.
    Zij moet uit haar ambt gezet worden, het enige wat zij kan is kinderlevens verwoesten en mensen RM’s geven. Hoe kan zo’n stik roggel nog iets leiden wat ze TopGGZ noemen?
    Dit lachend stuk tyfus zou uit haar ambt gezet moeten worden van psychiater, en ze zou zelf eens al die gedwongen opnames moeten ondergaan die zij aan de lopende band aan kinderen geeft. Wat nou met je’ kinderen moeten eerder wils onbekwaam gesteld worden?’. Ja lieve mensen, dit is wat dit stuk roggel allemaal uitkraamt. Ga nooit maar dan ook nooit naar Rintveld, dit mens gaat je leven verwoesten en je komt niet meer uit haar houdgreep.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *