Uit onderzoeken naar de karaktertrekken die samenhangen met eetstoornissen komt ‘perfectionisme’ vaak uit de bus als grote factor. Voor mij is dit alvast heel herkenbaar: mijn ouders vinden het belangrijk dat ik goed presteer op school, en ik heb ook altijd geleerd een beleefd kind te zijn. Opvoeding is één ding, ik leg ondertussen ook zélf de lat hoog: mijn outfits zijn meestal tot in de puntjes verzorgd, mijn cd’s staan foutloos alfabetisch gerangschikt en op de toneelschool wou ik de beste zijn. Hierin herken je natuurlijk ook gewoon ongevaarlijke ijdelheid, verveling en competitiedrang, maar toch uit mijn perfectionisme zich geregeld in wat ik doe of denk.
Ik heb ook erg gevoeld hoe mijn neiging om alles perfect en niets verkeerd te doen meespeelde in mijn eetstoornis. Daarom leek het me gezond die eigenschap van mezelf wat uit te dagen: ik vertel jullie graag hoe ik dat deed, wie weet vinden jullie wel inspiratie!
De velletjes aan een mandarijntje laten
Telkens ik een mandarijntje eet, wil ik zoveel mogelijk witte velletjes eraf halen. Ik leef met een idee dat ik dan een Perfecte Mandarijn eet. Ik daagde mezelf uit de buitenste oranje schil eraf te halen, en vervolgens gewoon het fruit op te eten zonder er eerst vijf minuten aan te prutsen. Qua smaak bleek het helemaal niets uit te halen 😉 Dit soort perfectionisme kan je ook uitdagen door een gerecht bijvoorbeeld 32 minuten in de oven te laten staan terwijl er maar 30 minuten beschreven staan in het recept – zo nauw komt het natuurlijk niet, maar je moet wel even iets ‘fout’ doen. Het lijkt voor buitenstaanders misschien onnozel, maar voor mij waren zo’n dingen lang moeilijk.
Slordig nagellak opdoen
Deze is echt expert-level: ik deed het een keer, beschouwde mezelf toen als ‘geslaagd’ en laat mezelf sindsdien weer toe om ervoor te zorgen dat mijn manicure tot in de puntjes verzorgd is. Het was heel raar om van mezelf te merken dat ik zenuwachtig werd wanneer ik wist dat mijn nagellak of make-up niet honderd procent goed zat.
De afwas laten staan
Toen ik na mijn opname in het ziekenhuis weer op mezelf ging leven als student, was dit een big issue voor mij. Wanneer ik een bord had vuilgemaakt, kon ik het absoluut niet aan om dat langer dan 2 uur te laten staan. Beetje bij beetje heb ik de afwas weer leren laten opstapelen (ik meen het), en ik verzeker jullie: er gaat niemand dood van een aangekoekt bord. Ondertussen denk ik hier helemaal niet meer zo obsessief over na en laat ik met gemak alles staan tot ik geen proper bestek meer vind en de vaat wel moét doen – mijn huisgenootjes zijn misschien iets minder gelukkig met mijn herwonnen mentale gezondheid, maar mij bespaart het heel wat gepieker.
Kleurpotloden in de foute volgorde leggen
Alleen mensen die mij erg goed kennen weten dat ik gek word wanneer mijn kleurpotloden niet volgens het regenboog-systeem in hun doos liggen. Tijdens mijn opname ving ik op dat een ander meisje met anorexia dit ook deed en dat haar psychologe haar uitdaagde eens een potloodje verkeerd te steken. Ik wilde dit ook proberen, en hoewel ik dacht dat het erger ging zijn dan de engste horrorfilm, heb ik het overleefd! Misschien hang jij je kledij altijd in je kast volgens een bepaald systeem, of steek je je schoolmappen op een bepaalde volgorde? Hiermee spelen voelde voor mij in het begin heel ongemakkelijk, maar uiteindelijk moet je kunnen lachen met jezelf om die dingen.
Een boek niet uitlezen
Wanneer ik aan een boek begin, ga ik er meestal van uit dat ik het goed zal vinden en het wil uitlezen. Die verwachtingen worden helaas niet altijd ingelost, en na een paar pagina’s kan ik al doorhebben dat ik het desbetreffende werk maar niks vind. De perfectionist in mij heeft het er echter moeilijk mee een boek niet tot de laatste pagina te lezen: zo heb ik enkele uren verspild aan verhalen die me totaal niet boeiden. Zonde natuurlijk, en dus nam ik mezelf voor om vanaf nu enkel nog boeken uit te lezen die ik echt goed vind. Die té flauwe chicklit belandde dus na nog geen twee hoofdstukken genadeloos weer in de rekken van de bibliotheek.
Jullie lezen het, ik ben een ware daredevil 😉 Misschien herkennen jullie wat van mijn trekjes, maar ieder heeft zo zijn eigen tics, en welke jij juist bezit spelen hoegenaamd geen rol in hoe goed of slecht je bent. De drang naar perfectie en de neiging tot presteren hoeven trouwens niet per se problematisch te worden: het zijn eigenschappen die je helpen door te zetten en je doelen te bereiken. Maar het kan geen kwaad jezelf eens uit te dagen wanneer de dorst naar controle te groot wordt: ik beleefde er in elk geval veel plezier aan!
Wat zijn jouw perfectionistische trekken en hoe kan je deze uitdagen?
Geef een reactie