Jezelf verliezen in de liefde | Themachat

Als je verliefd bent, wil je niks liever dan bij de ander zijn. Dat geldt voor veel mensen in ieder geval. Je denkt continu aan de ander en hebt moeite om jezelf ervan te weerhouden om jouw vlam een berichtje te sturen. Ieder moment dat je vrij hebt om na te denken, vraag je jezelf af wat diegene op datzelfde moment aan het doen is. Zou hij nu ook aan het koken zijn? Misschien staat ze wel onder de douche… Denkt hij ook aan mij?

Wellicht heb je het zelf wel eens ervaren, of zie je het bij vrienden in jouw omgeving. Je hebt een nieuwe relatie en samen met jouw geliefde verdwijn je in jullie eigen bubbel. Alles wat er om je heen gebeurt, doet er even wat minder toe. Het is een heerlijk gevoel, je gaat in elkaar op. Alles wat de ander doet, vindt en zegt, vind jij interessant. De minder leuke kanten aan een persoon zie je niet en al het goede wordt uitvergroot. Hij of zij voelt als jouw perfecte match. Je vraagt je af of hij/zij misschien wel de ware is… Samen kunnen jullie over van alles praten en je vindt dezelfde dingen fijn en leuk. 

Symbiose

Jouw eigen ik versmelt in deze eerste fase van verliefdheid min of meer met jouw partner. Dat is helemaal niet gek. Het hoort erbij. Deze fase wordt ook wel de symbiotische fase genoemd en is nodig om je te hechten aan de persoon met wie je samen bent. Je doet dingen die je zelf, in je eentje, misschien niet had gedaan. Nu wel, omdat de ander dat leuk vindt. Ook dat is in principe geen probleem. Jouw geliefde trekt je uit je comfortzone, laat je nieuwe dingen zien. Via de ander ontdek je plekken die je eerst nog niet kende, luister je naar muziek die je nog nooit had gehoord… 

Zelf herken ik dit als geen ander. Eigenlijk schrijf ik het deels ook uit eigen ervaring. Verliefd zijn is een heerlijk gevoel, vind ik. Het is spannend, het maakt me blij. Ik ben meerdere keren verliefd geweest, of dacht in ieder geval verliefd te zijn. Dat samensmelten is iets wat ik ‘goed kan’, besef ik nu. Aanvoelen wat de ander nodig heeft en prettig vindt en mezelf aanpassen, doe ik zonder erbij na te denken. Misschien denk ik er wel te weinig over na, het is mijn natuur omdat ik dit als kind geleerd heb. Doordat mijn moeder een dissociatieve identiteitsstoornis heeft, was zij vaak wisselend in hoe zij met mij omging. Als baby en kind leerde ik daarmee omgaan door mezelf aan te passen naar haar manier van doen. Ik ontwikkelde mezelf samen met mijn moeder, in plaats van naast mijn moeder. Dit is een patroon dat zich heeft doorgezet in de rest van mijn leven.

Terugkijkend was er altijd iemand aan wie ik mezelf verbond. In eerste instantie was dat mijn moeder en vaak één goede vriendin. Toen ik mezelf verder ging ontwikkelen, los van mijn moeder, zocht ik die verbondenheid in de liefde. In een partner aan wie ik mij kon verbinden. Dat betekende niet dat die verliefdheid niet echt voelde, het was zelfs ontzettend sterk. Zo sterk, dat ik mezelf erin kon verliezen. De combinatie van verliefdheid, samen met mijn natuur om mezelf te vormen naar een ander, maakte dat ik me niet bewust was van mijn eigen behoefte in mijn relaties. Niet wetende wie ik was als persoon, wat ik wilde of wat ik vond, vormde ik mezelf afhankelijk van het meisje met wie ik op dat moment samen was. 

Hechting en relaties

Hoe je je als kind hecht aan jouw ouders of verzorgers is bepalend voor hoe jij je later kunt hechten in de relaties die je met mensen aangaat. Er bestaan verschillende vormen van hechting; veilig, onveilig-vermijdend, onveilig-afwerend en gedesorganiseerd. Wanneer je als kind veilig gehecht bent, durf je in je latere leven zonder al te veel angst relaties aan te gaan en lukt het je daarin ook jezelf en jouw eigenheid te bewaren, zonder bang te zijn jouw partner kwijt te raken.

Wanneer je je als kind op een van de andere, onveilige manieren hebt leren hechten, is de kans groot dat je hier iets van merkt in de relaties die je als (jong)volwassene aangaat. Het kan zijn dat je intimiteit ontzettend lastig vindt om toe te laten. Dat je bang bent pijn gedaan te worden, wantrouwend bent en liever op jezelf vertrouwt dan op een ander. Aan de andere kant van het spectrum kan het zijn dat je door onveilige hechting juist de neiging hebt je vast te klampen aan de persoon met wie je in een relatie zit. Dit in de mate dat het, hoewel vanuit angst, bezitterig wordt en je daardoor bijvoorbeeld snel jaloers bent. Het is ook mogelijk dat je beide ervaart in een relatie; enerzijds zoek je dwangmatig nabijheid en bevestiging in jouw partner, maar anderzijds vind je het lastig om daar mee om te gaan en stoot je je partner ook weer af. Je wilt intimiteit en nabijheid, maar weet niet hoe je daarmee om moet gaan of het roept angst op.

Fases van liefde 

Die eerste symbiotische fase van een relatie blijft niet voor altijd bestaan. Over het algemeen komt er een tijd dat de verliefdheid minder wordt en dat je weer wat meer je eigen ik wilt zijn. Zowel jij als je partner wurmen zich wat meer van elkaar los en samen zoeken jullie naar een manier om zowel samen als jezelf te zijn. Dit is een fase waarin je de fijne dingen van jouw partner afweegt tegen de minder fijne dingen. Het kan samengaan met conflicten en dat is niet erg. Het gaat er om hoe je daar samen weer uitkomt.

Wanneer je een vermijdende hechtingsstijl hebt, zal de eerste fase van een relatie erg lastig zijn. De intimiteit die bij de fase van verliefdheid komt kijken, vind je dan lastig toe te laten. Als dat wel lukt en je komt in de fase van het zoeken naar jezelf binnen een relatie, bestaat de kans dat je dit ervaart als de afwijzing waar je altijd al bang voor was. Aan de andere kant; als je angstig gehecht bent kan deze fase net zo goed moeilijk zijn. Wanneer jouw partner, door wie jij zo bang bent verlaten te worden, zich wat meer los van jou wil gaan ontwikkelen, kan dit voor jou voelen als een extreme afwijzing. Dit roept angst op. Deze angst maakt de kans groot dat jij je nog meer gaat vastklampen, wat voor jouw partner beklemmend kan voelen. Om samen verder te komen, is het belangrijk dat je elkaar ook weer een beetje los durft te laten. Bij een gedesorganiseerde hechting kan beiden voorkomen, wat de situatie verwarrend kan maken voor zowel jouzelf als jouw partner.

In mijn vorige relatie merkte ik dat wanneer mijn partner wat meer ruimte wilde, ik mij juist erg vast ging klampen. Doordat ik mij soms zo ellendig en leeg kon voelen als ik alleen was, wilde ik altijd bij haar zijn. Ik kon er niet mee omgaan als het even niet goed voelde tussen ons. In de loop der jaren is dit minder geworden, of zelfs bijna verdwenen, doordat ik mezelf heb ontwikkeld. Ik vind het minder eng om alleen te zijn. Door middel van therapie weet ik beter wat ik voel, wat ik wil en wie ik ben.  

Voor altijd een probleem?

Vroeger werd gedacht dat iedere hechtingsstijl onveranderlijk was. Een vrij deprimerend vooruitzicht, mocht je van jezelf weten dat je daar inderdaad problemen mee hebt. Tegenwoordig wordt dit anders gezien. Ook wanneer je als kind een onveilige hechtingsstijl hebt ontwikkeld, kan dit door jouw leven heen nog op een positieve manier veranderen. Hierin is het wel van belang dat op jezelf kunt en durft te reflecteren. Je bewust worden van je eigen gedrag en het onder ogen komen van jouw angsten en waar deze vandaan komen, kan je uiteindelijk verder helpen. 

Voor sommige mensen is het helpend om dit in hun eentje of met hulp van een therapeut uit te zoeken en te verwerken. Toch zal de ‘ultieme test’ uiteindelijk zijn wanneer je een relatie aangaat. Hoe dit verloopt en hoe jij je in een relatie voelt, is niet alleen afhankelijk van jou. Hoe jouw partner in de relatie staat en met jou en zichzelf omgaat, is net zo bepalend. Opvallend is dat veel mensen die zelf hechtingsproblemen hebben, onbewust partners zoeken die dat ook hebben. Wanneer je daar beide nog niet echt mee bezig bent geweest, kan dat erg lastig zijn. Om samen de relatie stand te laten houden, is het ontzettend belangrijk om te blijven praten en ook naar elkaar te luisteren. Wat heb jij nodig? Wat heeft jouw partner nodig? Hoe zorgen jullie er samen voor dat je elkaar geeft wat jullie nodig hebben, zonder over je eigen en elkaars grenzen te gaan? 

Dat zijn lastige vragen en het kan heel erg helpen om daar samen of individueel met een therapeut over te praten. Ook door er met vrienden over te praten zal je er snel achter komen dat je niet de enige bent die tegen dit soort problemen aanloopt. In meer of mindere mate herkennen veel mensen zich hier wel in, is mijn ervaring. 

In the end geloof ik dat het er allemaal op neerkomt of je zelf gelukkig bent in jouw relatie. Elke relatie zal periodes kennen waarin het ontzettend lastig is, dat hoort erbij. Mensen zeggen niet voor niks dat een relatie hard werken is. Bij jezelf nagaan wat jij nodig hebt op dat moment en in de toekomst is dan belangrijk, maar kan ook lastig zijn. Gun jezelf daarvoor de tijd en ruimte. Je hoeft niet altijd alles in een keer te weten. Iedere relatie is anders van vorm en samen met jouw partner zoeken jullie uit welke vorm voor jullie allebei meest fijn is. Een vorm waarin jullie allebei, zowel samen als los van elkaar, volledig tot jullie recht komen, elkaar steunen en sterker maken en gelukkig zijn. 


Herken je aspecten uit deze blog en wil je verder praten over dit onderwerp? Morgen, woensdag 11 september van 19:00 tot 20:00, is er een themachat over liefde. Je bent van harte welkom. 

Hannah

Geschreven door Hannah

Reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *