Er voor een ander zijn wordt vaak gezien als een positieve kwaliteit. In feite is het natuurlijk erg mooi als je er voor een ander kan zijn en diegene kan helpen als dat nodig is. Waarom zou je er namelijk alleen voor moeten staan als het eigenlijk niet nodig is? Het klaarstaan voor een ander kan echter ook nadelig uitwerken voor jezelf. Het vinden van een balans in het beschikbaar zijn voor een ander en jezelf voorop stellen is soms erg lastig en daar kunnen andere factoren bij meespelen.
Lief zijn voor een ander is altijd iets wat ik voor ogen had. Ik zette me graag in voor een ander om diegene te helpen. Of het vrienden waren die een luisterend oor nodig hadden, klasgenoten die hulp nodig hadden bij huiswerk, een collega die vroeg om extra te werken en ga zo maar door… Als iemand me iets vroeg, stond ik vaak meteen klaar. Aan de ene kant werd dit gezien als een positieve kwaliteit. Anderen wisten dat ze op me konden rekenen en dat gaf me ook wel een goed gevoel; ik kan iets betekenen voor een ander. Ik vond het vaak vanzelfsprekend om er voor een ander te zijn en zag dit niet als iets bijzonders. Waarom zou ik het niet doen als het wel kan?
Jammer genoeg ging dit vaak ten koste van mezelf. Het maakte me namelijk niet uit of ik al moe was of dat ik tijd te kort zou komen. Ik deed mijn best om alle verzoeken te proppen in mijn planning. Moest ik iets afmaken? Dan deed ik dat wel ergens tussendoor. Moest ik extra komen werken? Dan probeer ik wel op te schieten of te haasten om er zo snel mogelijk te zijn. Achteraf werd dit vaak gewaardeerd, waardoor het goed voelde om te kunnen helpen. Alleen blijkt vaak achteraf dat het me meer kostte dan ik in eerste instantie dacht. Door me meer dan 100% in te zetten voor een ander, was ik aan het einde van de dag doodmoe en vaak erg gestresst. Ik hield weinig tijd over om bij te komen, omdat ik vaak de volgende dag alweer volgepland had met afspraken en taken.
De reden waarom ik me graag inzet voor een ander was omdat ik het vanzelfsprekend vond dat ik een ander moest helpen. Ik dacht altijd dat ik de dingen deed voor zover het kon, maar achteraf merkte ik dat ik veel verder ging dan dat. Ik ging het doen ten koste van mezelf doordat ik meer van mezelf vroeg dan ik eigenlijk aan kon. Ik vond het altijd belangrijk genoeg om het boven mezelf en mijn eigen behoeften te zetten en ik ging hier heel lang mee door.
Er zijn ook andere redenen waarom iemand zich graag voor een ander inzet, naast de goede bedoelingen. Soms is het omdat diegene dan niet stil wil staan bij waar hij of zij zelf mee worstelt. Het wordt een vorm van afleiding om maar niet bezig te hoeven zijn met hetgeen wat diegene eigenlijk zou moeten doen, namelijk het aangaan van de dingen waar hij/zij zelf mee zit. Het kan ook zo zijn dat je het belang van een ander meer prioriteit geeft dan je eigen belang. “Een ander is belangrijker dan hetgeen waar ik mee zit.. Mijn problemen zijn immers niet belangrijk genoeg… Mijn dingen kunnen wel wachten…” Vaak zorgt dit ervoor dat het steeds lastiger wordt om een grens te trekken waarbij je voor jezelf begint te zorgen. Je ziet het belang er namelijk niet meer van in, terwijl jij minstens net zo veel zorg en hulp verdient. Het bieden van hulp en steun voelt op dat moment makkelijker dan het te vragen voor jezelf.
Er komt een moment waarop het zorgen voor een anderen teveel wordt, hoe erg je ook je best doet. Dit heeft niks te maken met jouw bedoelingen voor een ander. Het is simpelweg omdat je het niet meer aankan doordat je jezelf continue blijft wegcijferen. Geloof het of niet, ook jij kan niet alles hebben en ook jij hebt grenzen. Er kwam bij mij ook een moment waarop het gewoon teveel werd. Ik zat zo in strijd met wat ik voor een ander wilde doen en met wat ik nog voor een ander kon doen. Het heeft me veel tijd gekost om hierin een balans te vinden en soms is dat nog steeds even zoeken. Ik wil het beste voor iedereen om me heen, maar om dat te kunnen geven, moet ik me ook goed genoeg voelen. Door goed voor mezelf te kunnen zorgen, zorg ik indirect voor een ander doordat ik hen beter kan helpen.
Een grens trekken was niet makkelijk. ‘Nee‘ zeggen zat namelijk een lange tijd niet in mijn systeem. Ook nu vind ik dat vaak nog erg lastig en probeer ik manieren te vinden zodat ik geen ‘nee’ hoef te zeggen. Alleen kan het soms echt niet anders en dan moet ik ook beseffen dat ik mijn best heb gedaan. Het loslaten daarna is soms nog lastig en het lukt me niet altijd meteen. Het relativeren helpt me daar gelukkig wel bij. Ik heb mijn redenen waarom iets een keer niet kan en soms mag IK daar ook de reden van zijn. Door mezelf hoger op de prioriteitenlat te leggen, cijfer ik een ander niet weg, maar cijfer ik in ieder geval mezelf niet meer weg.
Herken jij jezelf hierin?
♥
Geef een reactie