Eerder als ik onrust voelde, lag een eetbui en compenseren op de loer. Dan ging het vooral om het compenseren en de verdoving die dit met zich meebracht. Kort geleden leerde ik dat het uiten van emoties mij beschermt tegen de uithalen van de eetstoornis. Soms heb ik wat hulp nodig om de emoties er uit te krijgen. Een van mijn hulpmiddelen is het nummer ‘Dat ik je mis’ van Maaike Ouboter. Met dit nummer meezingend, kan ik de strijd tegen de eetstoornis in gedachten hebben.
Het los willen laten van de eetstoornis of ik heb mijn verleden in gedachten. En zo helpt het mij om oud verdriet een plekje te geven. Ook schrijven helpt mij hierbij. Hieronder lees je wat ik kan voelen en denken tijdens het meezingen
Jij was mijn held. Knuffelbeer. Beschermheer.
Je hield me vast als ik bang was.
Warmde me op als ik het koud had.
Je schreeuwde.
Je ogen spuwden vuur.
Een brullende, aanvallende beer.
Je nam me mee in fantastische werelden.
Echte en fantasie.
Warme liefdevolle stem.
Geschreeuw, gescheld.
Oneindige woordenwaterval.
Monsterlijke angst in huis.
Vriendelijke bourgondische koning
Veranderd
Vernietigend monster
Waar ben je? Waarom? Hoe?
Ik was jouw prinses. Jij de koning. De koeien in de wei die van alles beleefden als wij in de trein zaten. Ik heb nog steeds de knuffel in bed liggen die wij kochten op Schiphol, na een bezoek aan het Museum van Oudheden. De trein had vertraging en dus kochten we de witte langharige knuffelpoes. In de trein naar huis noemden we (of eigenlijk jij) haar Bianca. Museum van Oudheden.. hoe vaak zal ik je daar mee naartoe gesleurd hebben? Ik hield van dat museum. Van Apeldoorn naar Leiden. Keer op keer en steeds een feest.
Nu woon ik bij toeval al tijden in Leiden. De trein naar Apeldoorn heb ik jaren niet zonder angst kunnen nemen. Wat is er in vredesnaam gebeurd dat het mooie leventje dat we hadden, zo moest veranderen.
Ik koester de bedverhaaltjes. De strandwandelingen. Jouw warmte en liefde die ik voelde. De koeien die ook met vakantie gingen en hun koffertje pakten. Natuurlijk zaten ze niet in onze trein, ze hadden een speciale koeientrein. Een koe kan toch niet op dit bankje zitten? Nee, natuurlijk niet! En hoe kan een koe door het automatische schuifdeurtje dan? Nee, logisch. Een eigen koeientrein.
Wat gebeurde er in jou, dat je van een zingende beschermende koning veranderende in een brullende beer? Je wist nooit wanneer je zou aanvallen. Als je aanviel, was er geen ontkomen aan. Wie je ook aanviel, het hele huis werd gegrepen. Eén langdurige aanval, waar geen weerstand tegen te bieden was. Mij krijg je niet snel klein, hoe bang ik ook ben, ik vecht terug. Ik bijt van me af. Maar jouw tanden waren altijd scherper, harder en langer. Als een Pitbull beet jij je vast. Als een dappere, verwarde Teckel vocht ik terug. Een hond die uit bescherming zijn eigen baas aanvalt, het voelt als verraad. Een vader kon ik je toen al niet meer noemen. De baas. De dictator die ons huis terroriseerde.
Hoe kon de man die mij redde uit nachtmerries, me kuste en suste, ontbangde en geruste,
veranderen in een man die me beroofde van veiligheid en me verstikte van angst. Ik was een kind. Ik was jouw kind.
Ik kan me nog goed herinneren dat ik bij tekenen zat, op de middelbare school. Ik weet nog waar ik zat. Waar Kittie en Charlotte zaten. Er kwam een gesprek over wat het ergste is wat kinderen kon overkomen. Dat zou zijn wanneer ouders gingen scheiden. In eerste instantie hield ik me stil. De pijn werd erger en erger. Tot de bom barste:“Je weet niet wat je zegt.” Charlotte bleef overtuigd. Zelfs toen ik alle argumenten aanhaalde waarom een huis vol angst erger is voor een kind, dan gescheiden ouders. Volgens mij had Kittie eerder door dat ik mijn verhaal aan het vertellen was. Zij suste de boel wat. Ik geloof niet dat Charlotte doorhad dat ik probeerde uit te leggen dat de situatie waar ik over sprak, mijn eigen situatie was.
Ik sprak er liever niet over. Ik dacht er liever niet aan. Je was toch óók een hele fijne man? Je wist zo veel en kon zo mooi vertellen.
Non-stop was ik op mijn hoede. Constant alert. En al jong uitgeput. Hoe kon ik zo moe zijn? Waar was ik zo moe van? Nu pas, nu ik 30 ben, snap ik waardoor ik zo uitgeput ben geraakt. Ik ben een vechter. Een perfectionistische, gevoelige, onzekere vechter vol met ideeën die ik wil uitvoeren. Enthousiast ook. Altijd inspiratie voor wat dan ook. Ik dacht (hoopte en wilde) dat dáár de vermoeidheid vandaan kwam. Het zal een combinatie zijn, maar na al die jaren durf ik nu toe te geven dat mijn constante staat van alertheid zeker aan mijn vermoeidheid heeft bijgedragen.
Ik laat je los. Je bent niet meer wie je was en door alles wat we hebben mee gemaakt ben ik niet meer in staat om je als vader te beschouwen. Ik had een vader. En die koester ik. Een prachtige warme man zit in mijn hart. 22 jaar geleden is deze man verdwenen. Jaren hoopte ik dat die man nog terug zou komen. Als een vermist persoon die ineens weer opduikt. Maar keer op keer moest ik dealen met de pijn van de man die je geworden bent. Ik geloof dat je het ook anders had gewild. Ik geloof dat je anders wilt zijn. Maar ik weet ondertussen ook dat je niet meer anders kunt zijn. Jij hebt jouw wereld en dat is niet mijn wereld. Twee werelden apart.
Maar echt pap, mocht je dit looit lezen. Ik weet dat jij het ook anders had gewild. Ik geloof echt dat het onmacht is. Ik denk de onmacht die Daphne in haar blog beschrijft. Het doet me pijn en verdriet, voor jou. Maar ik besef me ook dat als ik verder wil met mijn eigen leven ik je echt los zal moeten laten. Het is kiezen tussen twee kwade.
Rauw. Pijn. Verdriet. Verlangen naar toen. Angst dat je weer komt verstikken. Beroven.
Wat een kind voelt is echt. Ik heb lang willen geloven dat ik verzon en bedacht. Dat het niet waar was. Dat ik overdreef. Sinds kort geloof ik in mijn gevoel. Sinds kort mag de pijn er zijn. En samen met de pijn en het rouwen, komt ook plezier en genieten terug in mijn leven.
Wat een kind voelt is echt.
Mijn vader “veranderde” toen mijn broer in de puberteit kwam en hij de ‘macht’ en invloed over mijn broer en mij begon te verliezen. Ons niet meer kon controleren en wij hem niet meer zagen als een koning. Nu begrijp ik dat hij altijd zo was. Maar dat het verlies van macht het monster in hem deed ontwaken. Willemijn vertelt in haar blog over haar moeder, ik herken delen daarvan in mijn vader. Ook mijn vader was naar buiten een charismatische man. Een gastheer. Maar ook manipulatief. Mensen werden afgekraakt. Vrienden en vriendinnen. Als je niet leeft zoals hij denkt dat het goed is, leef je fout. Iedereen is een egoïst. Mijn moeder, mijn broer en ik. Het is ons er goed in gewreven.
Ik mocht van mezelf nooit de oorzaak (of één van de oorzaken) van de eetstoornis, leggen bij mijn verleden. Ik moest het zoeken bij mezelf. Maar nu huil ik, rouw ik en zet ik stappen vooruit. Soms een stapje terug. Opzij. Maar overall, ga ik vooruit. Ik kan vooruit, omdat ik hulp en liefde kan geven en ontvangen. De pijn die altijd zal blijven, is de pijn van het besef dat mijn vader zich leger en eenzamer voelt dan ik.
Foto’s: Instagram
Geef een reactie