In het begin voel je je beter. Je onderdrukt wat je tegenstaat, wat je niet kan gebruiken. Boosheid? Weg ermee. Onmacht, verdriet, gemis. Daar kan je nu niets mee. En ja, wat heb je er eigenlijk aan? Je hebt er niets aan om je slecht te voelen. Jijzelf niet, maar anderen ook niet. Een eetstoornis vangt je hierbij perfect op. Want daarmee hoef je niet te voelen. Of nou ja, je voelt van alles, maar dat kan je sturen. Dat kan je begrijpen. De onrust die bij een eetstoornis hoort, de angst, daar leer je mee leven. Dat ga je herkennen. Dat voelt veilig.
Je kan niet afgewezen worden als je jezelf al de grond in hebt geboord. Niemand kan je afwijzen, kleineren, zoals jij dat kan. En ergens herken je de ironie: jezelf aandoen waar je jezelf voor wilt beschermen, óm jezelf te beschermen.
Ja, in het begin voelt het dus beter. Makkelijker. Al je gevoelens even op pauze. Verdoofd. Bedwelmd door de eetstoornis. Maar dat is geen houdbare situatie, dat weet jij ook. Misschien voel je dat nu ook. En als je heel eerlijk bent, voel je je niet eens echt veel beter. Ja, het voelt wel veilig, maar leuk is het niet. Het alternatief is dan misschien niet beter, dit is ook niet leefbaar. Je nulmeting is veranderd: je handelt niet meer om je beter te voelen, nee, je handelt om je niet slechter te voelen. En dat is een groot verschil.
Elke keer als je handelt vanuit de eetstoornis, verleg je dat nulpunt. Rationeel weet je dat misschien ook heel goed: je lost niets op door meer onrust te veroorzaken.
En ondanks die veiligheid is het een slopende strijd: het afbouwen waar je niet in durft te investeren. Je weet dat het je niets brengt, je hebt nog zo beeldend voor je hoe vreselijk je je de vorige keer voelde. Hoe je lichaam zich voelde. En toch… kan je het niet stoppen.
De ontlading. De afleiding. Het weegt allemaal zwaarder dan dealen met de eetstoornis-aftermath. Het weegt zwaarder dan de leegte. Het alternatief. Hoe vreselijk beroerd je je ook voelt, hoe heftig het schuldgevoel en de spijt zich ook aandienen, het is alsnog beter dan een gezond mens zijn.
En wat is het alternatief eigenlijk? Het voelen? Die boosheid onder ogen komen? Eens flink huilen, het maar laten gaan? Die angst onderzoeken? Ja, dat klinkt allemaal vreselijk eng, maar besef ook goed dat al die ‘negatieve’ emoties en gevoelens, niet negatief zijn. Dat ze verkeerd voelen, betekent niet dat ze ook slecht of verkeerd zijn. Het is gezond om boos te zijn, het is normaal om je verdrietig te voelen. Dat hoef je niet weg te maken.
Niemand kan je afwijzen zoals jij dat kan. Niemand kan je kleineren zoals jij dat kan. Maar ook niemand kan het leven zo fijn en betekenisvol maken als jij dat kan. En dat mag. Ja, misschien ben je gewend en geneigd om jezelf te zoeken in de worsteling die je je zo eigen hebt gemaakt, maar ik kan je verzekeren dat je jezelf pas écht weer gaat vinden als je dat ongemak, die onrust die je tot dusver uit de weg bent gegaan, probeert te accepteren. Want die boosheid, dat verdriet, dat ben jij ook. En dat is niet erg, juist niet. Door dat aan te gaan, kom je jezelf tegen. Maar dat is lang niet altijd iets negatiefs. Misschien juist niet.
Geef een reactie