Wat wil je écht? Eigenlijk weet je wel beter, maar je durft niet. We zijn immers allemaal zonder angst voor eten geboren. Zonder enig bewustzijn van ons uiterlijk, zonder oordelen. Puur en zacht. Ergens tussen toen en de totale vervreemding van onszelf die we nu ervaren, is er iets gebeurd wat ons die puurheid en de vanzelfsprekendheid in het leven heeft ontnomen. Iets wat ons de keuze om weer voor het leven te kiezen ontzettend moeilijk maakt.
Wat is het waar je tegenaan loopt in het leven? Hoe echt voelt die veiligheid van de eetstoornis nou eigenlijk? Niemand, maar dan ook niemand wil dat je hierin blijft steken. En nog veel belangrijker: jij ook niet, in het diepste van je hart.
Mezelf afvragen waarom die eetstoornis veiliger voelde dan het loslaten ervan, deed me beseffen dat er in mijn leven vóór de eetstoornis al iets niet goed ging. Anders had ik die eetstoornis nooit ontwikkeld, nooit nodig gehad. Het besef druppelde binnen dat er mogelijk sprake was van een onderliggend probleem.
Vraag jezelf eens af: dat leven mét eetstoornis veiliger is gaan voelen dan zonder, zegt dat niet iets over de moeite die je hebt met leven? Is dat niet het onderwerp waar je in je hoofd mee bezig zou moeten zijn? Is dat niet het gedeelte in je leven waar je het anders zou moeten doen? In plaats van de verandering in je eten te willen brengen en het zodanig te willen controleren dat je niet eens meer kunt nadenken en stilstaan bij het daadwerkelijke probleem?
Die stomme eetstoornis leidt je af van dingen die veel moeilijker zijn om over na te denken.
Het zijn de moeilijkheden die je in het leven ervaart zodra je niet verdoofd bent door, in dit geval, de eetstoornis. Het is een vermijding van… het leven, van jezelf, van allerlei dingen die bij het leven horen (of juist niet), maar die je blijkbaar moeilijk vindt om te verwerken. Ergens zo gek nog niet dat die eetstoornis veilig voelt. Het houdt je immers ver weg van jezelf en alles waar je mee struggelde toen je nog niet ziek was.
Ik gun je dat je kunt zien dat de angst om aan te komen en te herstellen, de vertaling is van de angst om jezelf te worden. Een zelf waar je het liefst niet mee geconfronteerd wordt, maar die het zo verdient om gezien te worden. Natuurlijk roept het hebben van een gezond lichaam oude pijn op. Weggestopte moeilijkheden die op pauze hebben gestaan sinds je de eetstoornis bent gaan inzetten. Het maakt je misschien bang dat je het weer niet aan zult kunnen zodra je weer als ‘gezond’ wordt beschouwd en geen patiënt meer bent.
Toch weet ik dat er heel veel redenen zijn om het beter te willen dan op dit moment. Omdat je ergens nog beter weet. Omdat de eetstoornis behoorlijk beangstigend kan zijn. Bij mij werd de gedachte dat mijn leven altijd zo donker zou blijven uiteindelijk beangstigender dan het onbekende van dat verdomde herstel waar iedereen me toe probeerde te buigen.
Tja, het voelt momenteel nog als een risico dat ik aan het nemen ben. Er leeft nog veel argwaan en wantrouwen in mij ten aanzien van de mensen die mij willen helpen. Het pad voelt glibberig omdat ik niet weet waar ik precies naartoe ga in mijn herstel. Ik voel wel dat ik in herstel zit, mijn lichaam verandert. Mensen zeggen dat ik er gezonder uitzie. Soms op een niet zo handige manier. En dat terwijl ik me nog allesbehalve vrij voel in mijn hoofd. Dit is zo’n punt waarop ik altijd stopte. Waarop ik dacht: nu is het genoeg, ik moet terug. Ik ben er nooit écht doorheen gegaan. Nooit eerder ben ik mijn angst écht de baas geweest. De angst werd mij altijd te groot voor opmerkingen over mijn zichtbaar toenemende vrouwelijkheid. Wat mensen uiteindelijk aan de buitenkant zagen aan ‘positieve’ veranderingen, contrasteerde enorm met hoe ik van binnen nog struggelde. Diezelfde angst ervaar ik nu opnieuw, heel hevig. Plagende ‘wat als’-gedachten overheersen regelmatig mijn ratio. Mijn hoofd maakt het mij ongelooflijk moeilijk.
Op dit soort mistige momenten is het belangrijk om mijzelf de vraag te stellen ‘wat wil ik écht?’ of ‘wat wil ik in ieder geval niét meer?’ Als een soort koord leidt me dat door de mist heen. Als houvast, omdat ik er eigenlijk al een tijdje een heel duidelijk antwoord op heb, mits ik bereid ben om eerlijk te zijn naar mezelf.
Ik denk dat je geen overtuigend ‘ja’-gevoel hoeft te hebben om te beginnen aan herstel. Je moet er vooral van overtuigd raken dat de eetstoornis in ieder geval níet je antwoord is. Dit moet je zelf gaan leren voelen en ontdekken. Pijnlijk genoeg vaak op de harde manier.
Mijn laatste ‘val’ in de eetstoornis heeft me wakker geschud. Een al langer bestaand verlangen om anders te leven werd met elke terugval sterker getriggerd. Voor het eerst ervoer ik een intrinsieke wil om mezelf te redden uit de zoveelste verstrikking van mijn eetstoornisleven. Er was dit keer geen sprake meer van dwang. Niemand die het voor mij wilde doen. Alleen ik, gevallen voor de zoveelste keer. Wetende dat ik er zó ongelooflijk genoeg van heb én dus bereid ben mezelf te forceren om het anders te gaan doen. Écht anders, niet een beetje anders.
De stappen die ik nu maak zijn hierdoor ook anders dan de stappen die ik eerder heb geprobeerd te zetten. Voorheen werd ik geleid door hulpverleners. Zij trokken me door de modder heen. Het risico hiervan was dat zij mijn basis waren. Zodra er iemand wegviel, viel ik ook.
Nu sta ik op mijn eigen benen. De stappen krijgen wortels, bodem. Het was op korte termijn veel makkelijker voor mij om iemand te volgen die mij naar een bepaald punt probeerde te trekken. Maar op lange termijn leverde het me niet veel op, omdat ik stappen maakte vanuit de wil van iemand anders.
Ik laat mijn hart weer opwarmen door een klein vuurtje in mij, genaamd kracht. Gestookt door het leven, door een wil. Een vuurtje dat voeding geeft aan een deel in mij dat het anders wil. Ik weet wat ik niet meer op dezelfde voet verder wil, en daarmee is het antwoord eigenlijk al gegeven.
Laat jij je door jouw vuurtje leiden?
Geef een reactie