Sommige dagen heb ik het gevoel dat alles maar binnendendert. Zonder dat ik het wil, zonder dat ik het tegen kan houden. Alle geuren, geluiden, kleuren, bewegingen, gesprekken en gevoelens van de buitenwereld komen binnen. Ik word overweldigd door de hoeveelheid prikkels: er zijn geen grenzen.
Andere dagen heb ik het gevoel dat er alleen maar grenzen zijn. Ik voel mij opgesloten in mezelf en kan moeilijk verbinding maken met de buitenwereld. Alle deurtjes zijn dicht. Waar zit het evenwicht? Hoe krijg ik de verhouding tussen binnen en buitenwereld in balans?
Mijn eetstoornis was een manier om om te gaan met alle prikkels van buitenaf. De wereld voelde zo overweldigend: door controle te hebben over mijn lichaam, mijn eten, had ik het gevoel dat ik controle had over die overweldigende buitenwereld. Het bleek natuurlijk een schijncontrole. Want het probleem zat niet in de buitenwereld, maar in mijn binnenwereld. In de manier waarop ik de wereld waarnam, de manier waarop de buitenwereld bij mij binnenkwam. Namelijk ongefilterd, grenzeloos: ik was overgeleverd aan prikkels en wist niet hoe ik ermee om moest gaan.
Veilig binnen de muren van een eetstoornis
Door mijn eetstoornis kon ik mij afsluiten van de wereld. Ik bouwde muurtjes. Muurtjes van dwanghandelingen, eetgestoorde gedachten en onderdrukte gevoelens. Alles om maar niet te voelen hoe bang ik eigenlijk was. Ik ging van weinig grenzen, naar de beste grenzen-producent ter wereld. Ik was niet meer gevoelig, overgeleverd aan de buitenwereld. Ik leefde veilig in mijn fort. Mijn eetstoornis-fort. Veilig… en ongelooflijk eenzaam.
Als je je afsluit voor de buitenwereld heeft dat een voordeel. Namelijk dat je niet gekwetst kunt worden door die buitenwereld. Maar het heeft ook een heel groot nadeel. Namelijk dat je niet meer geraakt kan worden door de buitenwereld. En dat maakt het leven eenzaam, kleurloos, saai, zinloos, koud en leeg. Leven met een open hart is een van de moeilijkste dingen die er is. Je loopt, als sensitief typje, voortdurend de kans om gekwetst te worden. Maar als je alleen maar muurtjes en grenzen opzet, loop je alle mooie dingen die het leven te bieden heeft mis.
Evenwicht tussen binnenwereld en buitenwereld
Er moet dus een soort evenwicht komen. Enerzijds moet je jezelf beschermen – begrenzen – , opdat niet alles zomaar binnen komt denderen en je veel gekwetst wordt. En anderzijds moet je jezelf open durven stellen, contacten aan durven gaan, kwetsbaar durven zijn: ‘leven met een open hart’. Dan kun je in vrijheid liefde ontvangen en geven. Dan krijgt het leven zin.
Maar hoe creër je dat evenwicht? Hoe raak je jezelf niet kwijt als je je openstelt? Hoe kun je je verbinden met de buitenwereld, zonder dat dit ten koste gaat van jouw binnenwereld?
Ik heb de antwoorden hierop ook niet kant en klaar. Ik zoek dagelijks naar dat evenwicht. Maar in mijn zoektocht heb ik wel een aantal dingen geleerd. Ten eerste dat het het waard is om te proberen je open te stellen. Ja, je wordt af en toe gekwetst, maar je krijgt zoveel meer terug. Liever zo nu en dan pijn voelen, dan leven vanuit angst en niks voelen in je veilige fort. Iets anders wat belangrijk is in je zoektocht naar evenwicht, is voldoende ruimte en rust nemen om bij jezelf te blijven. Stel jezelf regelmatig dit soort vragen:
- Wat voel ik?
- Doe ik wat ik wil?
- Ga ik teveel in de ander op?
- Of sluit ik me juist teveel af?
- Reageer ik vanuit angst?
- Waar ben ik eigenlijk bang voor?
- Wat kan ik doen om me nu wat meer af te sluiten?
- Of: wat kan ik doen om me nu wat meer open te stellen?
Het belangrijkste is dat je jezelf niet afwijst om wat je doet, voelt en denkt. Accepteer dat je angsten hebt en probeer, door lief en geduldig voor jezelf te zijn, deze angsten te doorbreken. Die beschermmuren zitten er niet voor niks, die heb je zorgvuldig opgebouwd. Gun jezelf dus de tijd om ze ook weer af te breken. Hetzelfde geldt voor het andere uiterste: als je gevoelig bent voor prikkels van buitenaf, is het logisch dat je wat sneller moe bent na een dag werken, shoppen of met vrienden op stap. Gun jezelf rust en tijd om alle prikkels te verwerken.
Tot slot geloof ik niet dat een gezond evenwicht, tussen binnen en buitenwereld, iets is wat je bereikt en dan geen omkijken meer naar hebt. Evenwicht is geen vaststaand, maar een bewegend fenomeen. Iets wat je elke dag, in elk situatie, weer opnieuw opzoekt. Wel geloof ik dat, als je blijft oefenen, het steeds makkelijker wordt om elke dag dat evenwicht te vinden.
Geef een reactie