Labeltjes…

Ik denk dat het afgelopen jaar november was. Ik wankelde. Mijn focus was minder en voor mijzelf zorgen was lastig. Ik besloot de stap te zetten naar professionele hulp: een psycholoog. In vertrouwen ben ik een wat lastige tante en het duurde daarom ook maanden en maanden om alle stukjes en knelpunten boven tafel te krijgen. En om daarnaast te wroeten naar waar het zaadje van dit gevoel toch geplant was. Inmiddels leefde ik al 30 jaar met een eetstoornis en was ik bestempeld als ‘chronisch’.

Twee opnames in mijn jongere jaren gericht op eten, aankomen en stoppen met destructief gedrag, resulteerden nooit in mijzelf omarmen. Nooit heb ik enige kennis gehad waarom ik deze eetstoornis nodig had.

Diagnose

Een paar dagen terug waren mijn behandelaar en ik alles op papier aan het zetten voor de bedrijfsarts en las ik daar een diagnose. Een labeltje. Een labeltje met wat vertakkende labeltjes, die ik blijkbaar nodig heb als ‘coping mechanisme’. Om mijzelf overeind te houden en het leven leefbaar te houden. De leuke partner te zijn, de liefdevolle moeder en de coördinerend begeleider die – ondanks alles – intens geniet van haar werk.

Het zet mij aan het denken deze periode. De periode met een label. Wat wil ik ermee? Wat houdt dat label nou eigenlijk in? Heb ik een label? Of ben ik het label? Het klinkt gek, maar ik associeer labels altijd met koeien. Je kent ze vast: bonte koeien die luisteren naar namen als Klaartje, Dora of Berta#7. Allemaal voorzien van een geel label in hun oor.

Cliënten met labels

Ik realiseer me, als ik naar mijn cliënten in de verstandelijk gehandicaptenzorg kijk, dat ook zij voorzien zijn van gele labels. Labels met alle diagnoses die zij in de afgelopen jaren hebben verzameld. Soms al ver voor mijn tijd. Sommige met wat vage benamingen, omdat testen moeilijk waren af te nemen door bijvoorbeeld het ontwikkelingsniveau. En soms ook simpel vanuit het systeem waarin zij zijn opgegroeid en wat zij hebben meegemaakt in hun leven.

Ik besef nu dat ik mee doe met hun labels. Niet direct bewust, maar voor mijn gevoel met de beste intenties. Er komen immers stagiaires op de werkvloer of nieuwe collega’s. Met hen wil je zorgvuldig informatie over je cliënt delen.

Dat is Jaap!

Ik zal een voorbeeld schetsen. “Dit is Jaap! Jaap heeft downsyndroom, hij ziet erg slecht. Hij is dementerend in een ver gevorderd stadium en hij kan niet praten.” BAM! Labels!

En geloof me; ik doe het met de beste intenties, want (hier komt het verdedigingsmechanisme) het downsyndroom was ook gewoon te zien. Dus waarom dit extra benoemen? Hij is blind, benoem ik, zodat je weet dat Jaap niets kan zien en afhankelijk is. Dat hij dementeert, deel ik, omdat hij de wereld anders ervaart. En dat hij niet kan praten? Op die manier wil ik aangeven dat je Jaap niet moet frustreren omdat hij op open vragen geen antwoord kan geven. Maar is dit de manier waarop Jaap gezien wil worden? Hoe wil ik dat mensen mij zien?

Ik hoop als een volwaardig mens. Een lief en zorgzaam persoon, dat beschikt over een dosis humor. Iemand met veel expertise in haar werk. Die zorg bij rouw en verlies super belangrijk vindt. Die op de meest onmogelijke tijden houdt van koffie en het nooit helemaal opdrinkt. Ik merk dat mijn psycholoog mij benaderd zonder label. Ze gaat steeds uit van mijn kracht, mijn ambities en wie ik ben.

Minder labels

Dus, de vertaalslag naar Jaap: laten we met elkaar kijken of wij het anders kunnen doen. Minder labelen. Maar beginnen met: “Dit is Jaap. Jaap drinkt koffie met 2 zoetjes. Hij gruwelt van melk in zijn koffie. Hij kreeg vroeger van zijn moeder altijd koffie op bed. Dus breng hem in de ochtend zijn koffie op bed. Doe er een toefje slagroom op. Dat vindt hij prachtig. Hij ontspant altijd weer bij het liedje ‘Café aan de haven’. Zing dit zachtjes bij binnenkomst en hij neuriet het met je mee. Hij heeft een heel grote familiefoto op zijn kamer. Het gezin was zo hecht. Geef hem de foto en op zijn manier zal hij vertellen wie het zijn. Zie hem als Jaap, Jaap zonder labels. Als mens. Een waardevol mens.”

Licht aan het eind van de tunnel

Er zit hierin ook een dubbel laagje. Want nu ik weet dat mijn ‘labeltje’ CPTSS is, realiseer ik me dat ik mijn eetstoornis nodig had om dit te onderdrukken.

Ook al schrok ik echt van het label, zie ik juist nu licht aan het eind van de tunnel. Licht na 30 jaar, omdat ik nu ga starten met traumabehandelingen en er eindelijk iemand is die de tijd heeft genomen om verder te kijken naar hetgeen achter de eetstoornis. Misschien denk ik wellicht te makkelijk, maar als dit probleem nu wordt aangegaan, is de kans groot dat ik mijn eetstoornis niet meer nodig heb.

Daphne

Geschreven door Daphne

Reacties

8 reacties op “Labeltjes…”

  1. Heel mooi omschreven!
    Ik herken het heel erg, zowel bij mijzelf als bij mijn cliënten. De labeltjes gebruik ik vaak onbewust, maar ik wil niet dat andere mij met mijn labeltje vergelijken.

    1. Dankjewel!
      Ja, echt dubbel hé. Sterkte met jou " label" proces!
      Liefs,

  2. Geweldig geschreven. Echt een eye opener

    1. Dankjewel!

  3. Wat een prachtig stuk. Ik ga hem gelijk aan een aantal mensen doorsturen. Dankjewel!

    1. Wat mooi dat je dit herkent en door deelt met anderen😘

  4. Met een brok in mijn keel heb ik jouw labeltjes-verhaal gelezen, heel erg bedankt voor hoe je dit verwoord hebt!
    Ik wens je alle alle goeds en sterkte met de aankomende therapie en weet…. zelfs na 40 jaar kan het nog lukken om de eetstoornis los te laten. Mij is dat gelukt en daar ben ik onwijs trots op en dankbaar voor.

    1. Wow! Wat een lieve reactie. Dankjewel!en wat super mooi dat jij na 40 jaar dit hebt kunnen loslaten! Topper!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *