Hapje voor hapje, zo bracht ik de eerste dagen, weken misschien wel, door tijdens het herstellen van mijn eetstoornis. Ik kan me het niet allemaal even goed meer herinneren, die eerste tijd ging in een soort waas aan me voorbij. Een roes waarin er aan me getrokken werd en ik aan mezelf moest trekken om niet meer meegesleurd te worden door die eetstoornis. Die hapjes gingen bij mij erg langzaam. Het tempo dat ik aan moest houden om mijn maaltijd naar binnen te krijgen in de groepsbehandeling was voor mij veel te hoog. Ik had het gevoel dat ik het erin moest proppen, het lukte me keer op keer niet om het binnen de afgesproken tijd op te hebben.
Dat gevoel van proppen kwam waarschijnlijk niet alleen doordat ik voor mijn gevoel snel moest eten. Volgens mij moest ik mijn avondmaaltijd binnen 30 minuten op hebben en het toetje binnen 15 minuten. Voor lunch en ontbijt en zelfs de tussendoortjes werden tijden met mij afgesproken, omdat ik anders een uur later nog steeds pas op de helft was. Tegenwoordig is dit voor mij totaal geen uitdaging meer, maar toen wat dit voor mij ontzettend moeilijk. Het voelde ook als proppen omdat het een hoeveelheid was die ik helemaal niet meer was gewend. Ik at al zo’n lange tijd te weinig, zo weinig dat ik hier nu zat en dat iedere normale hoeveelheid, zeker de hoeveelheid van een aankom-eetschema te groot leek.
Hoe kregen mijn groepsgenoten dit toch naar binnen? Ik begreep er niets van, maar hield me er aan vast dat zij ook op het punt waar ik nu stond waren begonnen. Dan zou ik dat ook moeten leren, toch? De dagen dat ik thuis mocht oefenen, at ik aanzienlijk rustiger. Mijn eten was koud, maar ik had het tenminste op en dat was al een grote uitdaging. In de groep hield ik het tempo gewoon echt niet bij en dat maakte een maaltijd nog spannender dan dat deze al was.
Eten was eng en snel eten was nog enger. Dat voelde als controleverlies, alsof ik het lekker vond om zoveel te eten, alsof ik het wilde! En ergens wilde ik dit eten helemaal niet naar binnen stoppen. Ik wilde het juist verbannen. Althans, dat had mijn eetstoornis mij wijsgemaakt. Normale hoeveelheden ervoer ik als enorme bergen voedsel, enorme bergen gevaar en bedreiging. Het ”snelle” eten voelde als schrokken, als een eetbui…
Ik heb er dan ook erg lang over gedaan om een normaal tempo aan te leren. Ook mijn herstel liep echt niet van een leien dakje. Ik heb waarschuwingen gehad, moest keihard knokken. Niet alleen wat betreft eten, ook emotioneel. Op eetgebied was een van die dingen structuur loslaten, tempo opvoeren en de hoeveelheden vasthouden. Doodsangsten stond ik uit in het begin. Gek he, dat ik eten nu juist zo leuk en lekker vind?
Ik heb zitten kokhalzen tijdens de maaltijden, omdat ik voor mijn gevoel zo snel moest eten dat ik het eigenlijk helemaal niet naar binnen kreeg. Ik geloofde zelf ook niet dat de hoeveelheid die op mijn bord lag überhaupt in mijn buik paste. Hoe kon dat erin? Toch deed ik mijn best, kokhalzend en al propte ik het naar binnen in 40 minuten. Als ik tegenwoordig in 40 minuten mijn bord zou moeten leegeten, zou dat misschien soms zelfs heel traag zijn, veel te langzaam, omdat mijn eten dan inmiddels al helemaal koud is geworden.
De reden dat je op een sneller tempo moest leren eten in therapie begreep ik toen der tijd niet zo goed. Inmiddels wel. Ik at namelijk zo traag dat het niet gezond of normaal was. Ik had een abnormaal eetpatroon en een van de dingen om mijn eetpatroon te normaliseren, was een gewoon eetpatroon. Ook kon ik soms zo langzaam eten dat ik gewoon zat uit te stellen, eindeloos met het eten bleef schuiven over mijn bord en heeeeele kleine hapjes nap. Dat kwam voort uit mijn eetstoornis en daarom moest ik wat sneller leren eten.
Maar hoe heb ik dat dan gedaan? Is een vraag die nu misschien in je opkomt. Hoe heb jij dat dan uiteindelijk wel geleerd? En dat weet ik eerlijk gezegd niet helemaal meer. Ik heb denk ik vooral geworsteld, gevochten en m’n best gedaan, als ik er zo op terugkijk. Een klein, mager meisje aan een tafel dat koste wat kost het eten naar binnen werkte, hoe groot de angst ook was. Ik vind mezelf best stoer, als ik naar die tranen in mijn ogen van toen keek. Het was zo moeilijk om op een normaal tempo te eten, terwijl dat voor anderen misschien heel normaal is. Voor mij niet en ik heb het uiteindelijk overwonnen.
Er zijn wel een aantal dingen die mij hielpen om het vol te houden en door te zetten. Bijvoorbeeld de goede, gespecialiseerde en meerdaagse behandeling die ik onder andere volgde. Vier dagen en vier nachten verbleef ik er en dat hielp me om me echt te richten op mijn proces. Ook de groepstherapie, al zag ik daar van te voren als een berg tegenop, heeft me goed gedaan. De steun en aanmoediging en ook het begrip dat ik daar als een van de weinige plekken ervoer.
Daarnaast heb ik het natuurlijk ook op mogen bouwen in de eerste weken van die behandeling. Ik mocht aangeven wat ik dacht al aan te kunnen en breidde dat stap voor stap uit. Maar natuurlijk wist ik dat ik er uiteindelijk toch aan moest geloven. En dat is denk ik ook wat ik heb gedaan. Mijn eetstoornis maakte me wijs dat het nooit zou passen, maar ik ben mezelf blijven vertellen dat het echt kon. Als mijn groepsgenootjes het konden, dan moest het mij toch ook lukken om zo ver te komen? Ik probeerde daar maar in te geloven.
Wil jij ook op een sneller tempo leren eten en volg je al een eetlijst van normale hoeveelheid of een aankom-eetschema, dan kun je de tips hierboven misschien wel gebruiken of er in ieder geval aan denken dat het mij ook is gelukt. Het wordt beter, dat is wat ik je vooral mee wil zeggen. Hoe meer je doorzet, hoe beter je het uiteindelijk allemaal gaat kunnen en hoe minder heftig je de gevoelens er omheen zult ervaren.
Zet trouwens ook wat haalbare doelen. Zomaar van jezelf verwachten dat je het kunt is niet reëel. Bespreek die doelen in jouw behandeling of met je ouders. Spreek af dat je per week iets sneller probeert te eten bijvoorbeeld. Of dat je steeds iets meer eet, als je daar nog mee bezig bent. Stel doelen die voor jou haalbaar zijn en blijf volhouden en geloven. Want het is echt wel mogelijk om weer normaal te leren eten, het is ten slotte niet voor niets ‘normaal’.
Geef een reactie