“Jeetje, jij eet geen brood met pindakaas – jij eet pindakaas met brood! Wist je dat in pindakaas veel vetten zitten? Je kan beter iets met veel eiwitten eten”, zegt mijn oom goedbedoeld tegen mijn neef tijdens het ontbijt. “Heb je nou alweer honger? We hebben net gegeten!”, zegt mijn oma na de lunch tegen mij. “We hebben weer boodschappen gedaan voor een heel weeshuis!”, lachen mijn ouders als ze thuiskomen van de supermarkt. “Ga je mee fitnessen? We moeten wel nog even het bier van vanavond eraf trainen”, hoor ik mijn buurmeisje tegen haar vriendin zeggen als ik naar buiten loop. “Sinds ik student ben geworden ben ik flink aangekomen”, hoor ik op school iemand zeggen, terwijl ze demonstratief het vet op haar buik vastpakt. “Dit is al de tweede keer dat ik pizza eet deze week”, zegt een vriendin van mij beschaamd tijdens het avondeten. Ik ook en ik heb vanmiddag ook nog een ijsje gegeten, denk ik geschrokken. “Ja ik moet ook echt weer minder gaan eten, want ik word echt dik”, reageert een andere vriendin. “Wow zij is echt dik, zij kan dat taartje beter laten staan”, klinkt het op een verjaardag ‘s avonds, terwijl er stiekem naar iemand gewezen wordt…
Misschien hebben al die mensen wel gelijk. Ik kan mijn tussendoortjes voortaan maar beter laten staan en er alles aan doen om te voorkomen dat ik dik word. “Als ik alle eet-exposure-oefeningen met cliënten mee zou doen zou ik echt tonnetjerond worden”, grapt mijn eetstoornistherapeute de volgende dag tijdens mijn exposuretherapie. Zelfs mijn therapeute is het er dus mee eens.
Food- en fatshaming; we ontkomen er niet meer aan. Of het nou een direct respectloze opmerking is of een die subtiel geïntegreerd zit in een ogenschijnlijk normale opmerking, het is overal. Dagelijks worden we ermee geconfronteerd op sociale media, op straat, op school, thuis; en ook in ons eigen hoofd zijn we niet meer veilig. ‘Eten is iets om onder controle te houden’, klinkt het overal als gekrijs in je oren. ‘Als je toegeeft aan het verlangen om koek of friet te eten ben je zwak’, wordt er als een zware regenval over je heen gegoten. ‘Dun zijn is de norm. Als je zwaarder bent dan dat, dan ben je ongezond en dan heb je klaarblijkelijk geen discipline’, wordt als een blok beton in je gezicht geadverteerd. En we lijken het allemaal maar terecht te vinden dat je, als je de opmerking over je lichaam of eetgedrag niet al zelf hebt gemaakt, er een opmerking over krijgt van een ander. Je stopt het eten tenslotte toch zelf in je mond?
Het is je eigen schuld. Dan had je die koekjes maar moeten laten staan. En niet alleen dat: soms lijkt het zelfs alsof er verwacht wordt dat je die opmerking maar dankbaar incasseert. Die ander probeert je alleen maar te helpen, toch? Zelfs mijn therapeute en mijn diëtiste die gespecialiseerd zijn in eetstoornissen maakten dit soort opmerkingen. Toen ik bijvoorbeeld op controle kwam bij mijn diëtiste had ik eindelijk na ernstig ondergewicht een net gezond gewicht gehaald. Ik kreeg toen het advies van haar dat ik volle producten wel weer kon vervangen door magere producten, anders liep ik namelijk het risico dat mijn gewicht ‘te ver omhoog zou gaan’. Zie je wel: van volle producten eten word je dik en aankomen is weer slecht zodra je de magische ondergrens van BMI hebt bereikt.
Hoe kan je nou zulke opmerkingen maken? Hoe kan jij nou zo over gewicht en eten denken? Ik was toch degene met een eetstoornis? Hoe moet ik nou herstellen in een wereld die geobsedeerd is met gewicht, calorieën en waarin mensen worden veroordeeld om wat ze eten en hoe ze eruitzien? Hoe moet ik nou blij zijn dat ik gezonder word door aan te komen, als een vriendin van mij trots vertelt hoeveel ze afvalt? Hoe moet ik eten als normaal gaan zien, als jij zulke opmerkingen maakt? Waarom moet je het verpesten als ik geniet van een ijsje, door even te vertellen hoe ongezond ijs eigenlijk wel niet is?
Iedere keer als iemand voortaan een opmerking maakt over een ‘dik’ persoon op straat dan zeg ik: “Doe even normaal. Het is echt respectloos wat je zegt en hoe je iemand veroordeelt.” Iedere keer als iemand zegt dat het beter zou zijn als iemand een paar kilo zou afvallen voor haar gezondheid, dan zeg ik dat niemand jou om advies had gevraagd. Dan zeg ik dat je dat helemaal niet kan weten, of zij ongezond is. Dat een paar kilo minder haar misschien wel niet gelukkiger of gezonder maakt. Iedere keer als iemand tijdens het eten de behoefte voelt om te verkondigen hoe ongezond het wel niet is en dat ze het beter niet had kunnen eten, dan zeg ik: “Eet het of eet het niet, maar ga niet iedereen onzeker maken en ieders eetlust verpesten met zo’n eetgestoorde opmerking. Het is gewoon prima om pizza te eten en ervan te genieten.” Iedere keer als iemand zegt: “Weet je wel hoeveel calorieën daarin zitten?” Dan zeg ik: “Ja, dat weet ik: ik heb jarenlang labels bestudeerd, maar toch ga ik ervan genieten.” Iedere keer als iemand trots vertelt dat zij een paar kilo is afgevallen in korte tijd, dan vraag ik: “Gaat het wel goed? Zorg je wel goed voor jezelf?” En iedere keer als iemand bezig is met andere mensen hun gewicht en hoe ze eten, dan denk ik: dat is echt jouw tekortkoming. Jammer dat je je dag laat beïnvloeden door het eten en gewicht van anderen.
Ik laat jouw opmerkingen mij niet meer raken. Ik weet nu beter dan dat. Ik ga me niet lichter voelen als ik ‘ongezond’ eten zou laten staan, of een paar kilo zou afvallen. Ik zou me een stuk lichter voelen als we allemaal eens zouden kappen met het maken van deze opmerkingen en zouden ophouden met als een havik op elkaars bordje te kijken. De ene keer eet ik pizza, de andere keer een curry met veel groenten. Soms eet ik een hele week ‘ongezond’ omdat ik het druk heb of daar trek in heb. Nou en? Ik hoef mijn eetpatroon niet te verdedigen. Ik weet dat ik over het algemeen gebalanceerd eet, ik voel me goed, ik zorg voor mijn lichaam en ik geniet van het leven.
Ik ben niet meer bezig met eten te classificeren als goed of als slecht. Eten is eten.
Iedereen heeft een ander natuurlijk gewicht, een andere eetlust en leefstijl. Dus iedere keer als ik mensen om mij heen nu dit soort opmerkingen hoor maken, dan voel ik me niet meer schuldig, te dik of een vreetzak; dan vind ik het alleen maar zielig dat die persoon zo onzeker is dat die daarmee bezig moet zijn. Dan denk ik alleen maar: ik ben blij dat ik niet meer hoef te luisteren naar die vreselijke stem. Kon jij die strijd ook maar loslaten, dat zou ik je zo gunnen.
Meer lezen van Maren? Eerder schreef ze ook al ‘Anorexia is een traumatische ervaring‘, ‘Alle dagen heel dom‘ en ‘Door judo werd wegen een trauma.
Geef een reactie