In een maatschappij vol vetfobie, waarbij de nadruk op (dunne) lichamen ligt, kan het best een ingewikkelde opgave zijn om buiten dat ideaal te vallen. Of om aan te (moeten) komen en afscheid te nemen van een lichaam dat jij misschien wel mooier vond – en mensen om je heen misschien ook wel. Zelf heb ik daar best wel last van gehad: ik miste mijn oude, ‘betere’ lichaam. Want ook al wist ik dat een hoger gewicht beter bij me paste, nog steeds was ik veel met lichamen en gewicht bezig. Iets wat om me heen ook werd gestimuleerd: overal ging het over eten, diëten, lichamen en vooral over afvallen. Iets wat wanneer je met een eetstoornis worstelt heel ingewikkeld kan zijn, zeker wanneer je zelf moet of wilt aankomen.
Ik probeerde mijn lichaam te accepteren zoals het was. Mooi vinden was nog een stap te ver, maar ik deed mijn best. Om me heen werd de dunnere versie van mijn lichaam nog steeds geprezen. De complimenten stroomden destijds binnen en toen ik aankwam, bleef dit ook niet onopgemerkt. “Zo dun vond ik je helemaal niet”, was een opmerking die me tot op de dag van vandaag is bijgebleven. Ik wist dat ik er goed aan deed, maar het voelde zo verkeerd.
Lichaamsverdriet, zo wordt het ook wel genoemd: het leed wanneer je stopt met proberen je lichaam(sgrootte) te veranderen. Dit kan iedereen ervaren. Mensen met een eetstoornis, maar ook zonder. In mijn geval had ik er last van toen ik ervoor koos om aan te komen, maar misschien is dat voor jou heel anders. Dat kan allemaal.
Ik had heimwee naar mijn eetstoornislichaam. Naar een lichaam dat ziek was, niet eens goed kon functioneren. Voor mij merkte ik die ‘pijn’ vooral op momenten waarop ik geconfronteerd werd met de groei van mijn lichaam. Kleding die niet meer goed paste bijvoorbeeld, maar bijvoorbeeld ook wanneer mijn ondergewicht tijdens mijn behandeling niet meer als een probleem werd benoemd of wanneer ik merkte dat ik meer energie had dan voorheen. Iets wat heel fijn en gunstig is, werd in mijn hoofd groot en ingewikkeld.
Ja, ik wilde echt wel herstellen van mijn eetstoornis, maar ik wilde eigenlijk helemaal niet aankomen. Ik verkoos nog steeds mijn eetstoornis boven mijn gezondheid. Veiligheid boven groei.
Ook al lijkt dit verdriet en gemis veel te gaan over het gewicht en daarmee het uiterlijk, ik denk dat het voor mij vooral samenhing met alles wat dat gewicht voor mij betekende. Met het ‘opgeven’ van mijn ondergewicht gaf ik alles op waarvan ik dacht dat het me zou gebeuren als ik op die manier door zou gaan. Ik was er nog steeds van overtuigd dat het leven, en daarmee ikzelf, beter zou zijn als ik dunner zou zijn. Daarnaast denk ik dat ik ook ‘rouwde’ om het afsluiten van een heel intensieve en heftige periode; dat ik me langzaam realiseerde dat ik mijn eetstoornis echt moest aanpakken en dat ik niet ‘terug’ kon wanneer de behandeling zou stoppen. De tijd van liegen tegen mezelf en anderen, het bedenken van smoesjes: het was echt klaar.
Hoe kan je omgaan met lichaamsverdriet?
Je gaat niet gelukkiger zijn met een ander lichaam
Ik schreef ‘beter’ al tussen haakjes in de introductie; een dunner lichaam is namelijk niet beter of mooier. Geen enkel lichaam is superieur aan een ander. Slank zijn is daarnaast ook niet voor iedereen weggelegd en dat zou ook niet het streven moeten zijn. Een lichaam is een lichaam, een omhulsel. Ja, voor jezelf zorgen is belangrijk om je lichaam alle voedingsstoffen te geven die het nodig heeft; welzijn en gezondheid zouden het belangrijkst moeten zijn.
Je lichaam veranderen betekent niet dat het leven daarmee verandert, dat de manier waarop je naar jezelf kijkt verandert of verbetert. Een negatief lichaamsbeeld zit niet in je lichaam, maar in je hoofd. En zelfs met dat negatieve lichaamsbeeld heeft je lichaam nog recht op liefde en zorg.
Onthoud waar het schoonheidsideaal vandaan komt
Het schoonheidsideaal: voor veel mensen kan het voelen als een soort fundering. Iets waar je je aan vast kan houden. Toch doet het – in mijn ogen – meer kwaad dan goed. Zo is het heersende schoonheidsideaal én onrealistisch, én absoluut niet inclusief, én geeft het mensen de boodschap dat schoonheid ontzettend belangrijk is. Dat je in een bepaalde mal moet passen om sociaal geaccepteerd te worden, terwijl er zoveel meer dingen zijn waarop je je kan focussen: talenten, persoonlijkheden, iets wat naar mijn idee ontzettend waardevol en vaak heel sprekend is.
Daag je gedachtes uit
Voor mij heeft het geholpen om me bewust te worden van de gedachtes die ik ervoer, daar wat meer bij stil te staan om deze uiteindelijk opnieuw ‘aan te leren’. Dat kostte veel tijd, want je leert niet zomaar een nieuwe overtuiging of denkwijze aan, zeker niet als die diepgeworteld zit. Maar laat je alsjeblieft niet ontmoedigen hierin. Spreek je uit, schrijf eens op wat er in je hoofd rondspookt. Dat kan ook helpen om eens wat meer afstand te nemen van je gedachtes en jezelf af te vragen of dit gedachtes zijn waar je iets mee ‘moet’, of gedachtes die je aan je voorbij kan laten gaan.
Trek je eigen plan
Ik moest aankomen. Uiteindelijk wílde ik aankomen. Ik wilde losbreken van wat de maatschappij daarin als ‘mooi’ bestempelde en mezelf leren accepteren precies zoals ik ben, zoals ik ben bedoeld. Ik wilde ervaren dat er meer is dan schoonheid, dat ík meer ben. Ja, het is met vlagen best ingewikkeld geweest om bewust aan te willen komen wanneer iedereen om me heen daar een mening over had én zelf druk was met diëten; maar wat ben ik blij dat ik destijds mijn eigen plan heb getrokken. Hoeveel ik weeg weet ik niet eens – maar ik ben gezond, ik voel me gezond, daar mag nu eindelijk aandacht voor zijn.
Jij weet waar je vandaan komt, jij weet waar je naartoe wilt. Ook al sta je daar soms alleen in, probeer vast te houden aan wat voor jou goed voelt voor, wat voor jou helpend en gezond. Probeer verder te kijken dan gewicht. Bij jezelf, maar ook bij anderen. Want vetfobie raakt iedereen: ook als je niet dik bent.
Deze blog kwam oorspronkelijk online in 2022
Geef een reactie