Hoi Ana,
Ik ken je al lang, te lang. Als ik het mij goed herinner heb ik je leren kennen toen ik kleren ging kopen voor mijn plechtige communie. Ik ben huilend uit de winkel gekomen omdat ik mij zo dik voelde. Toen ik bij de dames maten moest gaan kijken fluisterde jij in mijn oor: ‘Je bent te dik, je bent het niet waard dat je ouders zoveel geld aan je uitgeven,…’.Uiteindelijk had ik wel kleren aan ik blij over was, maar ik voelde me nog steeds dik. Je liet me toen een periode met rust, ik was op kamp en was met andere dingen bezig.
Bij de start in het secundair beloofde jij me bij te staan bij de kennismaking met al die mensen die ik niet kende. In het begin was onze vriendschap niet zo hecht en niet zo exclusief, maar geleidelijk aan groeiden we meer en meer naar elkaar toe, je eiste mij meer en meer voor jou op en kreeg mij in je macht. Ik begon me af te sluiten van mensen rond mij en zat de hele dagen op mijn kamer met jou en mijn pro-ana vriendinnen. Je maakte me wijs dat je mij alleen maar wou helpen, door me te laten inzien hoe stom ik was, door mij mooier te maken en ervoor te zorgen dat ik er meer bij hoorde en met gevoelens kon omgaan. Je zou mijn beste vriendin worden en me aanvaarden zoals ik was. Ik besloot je maar te geloven en luisterde naar wat je vroeg.
Na een tijdje begon ik in te zien dat sommige dingen echt niet oké waren, zoals mijn haar dat uitviel en de maanstonden die maar uitbleven, maar je wuifde mijn zorgen weg en gaf alles een uitleg. Ik vertrouwde je niet volledig, maar je liet me geen keus. Je nam alles over en liet me dingen doen die ik diep vanbinnen niet wilde. Ik keerde me tegen de mensen die zagen dat het misliep en luisterde naar je toen je zei dat iedereen me wilde tegenwerken en dik en ongelukkig wilde maken. Elke seconde van de dag sprak je tot mij, elke beweging die ik deed, volgde je mij. Je liet de grip nooit verslappen en wanneer ik tegen je in ging, raakte je me met je woorden en de gevoelens die je op me af stuurde.
Na vele gesprekken weigerde ik nog steeds in te zien dat jij me kapot maakt. Je had me helemaal in je macht en ik geloofde dat jij de enige was die iets om mij gaf. Gesprekken met de diëtiste en therapeute lieten jou langzaam op de achtergrond verdwijnen. Ik kreeg weer de kracht om tegen je in te gaan, en jij liet dit wonderbaarlijk toe. Je gaf me een rustpauze en de tijd om aan te tonen dat je niet zo’n duivel was als iedereen beweerde. Je liet me af en toe weer genieten en ik dacht dat je weg was.
Mijn omgeving was opgelucht dat je me niet meer gevangen hield in je web van sporten, calorieën tellen en niet eten. Ik ging met een bang hart op kamp en deed m’n best om mijn onzekerheden te verbergen. Sommige dagen op kamp stond je me weer bij en zei dat ik minder moest eten en dat ik het niet waard was om plezier te hebben. Gelukkig overstemden de stemmen van mijn vrienden jou stem en kon ik blijven genieten. Ik besloot toch een klein beetje te luisteren en schrapte snoep en frieten en at meer groenten en fruit.
Een paar dagen na mijn terugkeer van kamp, werd ik opgenomen in de kinder- en jeugdpsychiatrie om te werken aan mijn lage zelfbeeld en de situatie thuis. Ik moest mij elke dag laten wegen en toen je zag hoeveel ik intussen woog, besloot je me te helpen om af te vallen. Je liet me soms maaltijden overslaan en je begon langzaamaan weer mijn hoofd in te sluipen. Je zorgde ervoor dat ik weer alle trucjes van vroeger bovenhaalde.
Na 3 maanden mocht ik naar huis en ik zei dat ik de kracht wel zou vinden om tegen jou in te gaan zodat het niet te ver kwam. Dit dacht ik toen ook echt, maar ik was mis. Toen ik thuis kwam, zag jij dit als de perfecte gelegenheid om me terug op te eisen en je begon me weer regeltjes en eisen op te leggen. Ik moest weel alle calorieën die ik opnam tellen en moest ze zeker allemaal verbranden. Je stuurde me terug naar de sites waar volgens jou mijn vriendinnen en lotgenoten waren die me konden helpen. Ik had niets door en begon er weer steeds meer in te sukkelen. Wanneer de mensen me erop wezen, zei ik flink na wat jij mij vertelde en weigerde toe te geven dat er iets mis was. Je had me terug volledig in je macht. Elke dag draaide alles om calorieën en mijn gewicht. Elke maaltijd sprak jij tot mij, elke beweging hield je in de gaten en volgde je me.
Je geeft me het gevoel dat ik niet zonder je kan en ik ervoor zal boeten al ik me tegen je keer. Ik luisterde flink en zakte weer steeds dieper en dieper, meer dan de vorige keer. Mijn ouders zagen dit snel en besloten dat ik niet naar Demi Lovato mocht gaan als ik niet wat gewicht bijkwam. Dit was vreselijk, jij werd helemaal gek in mijn hoofd en de strijd werd onverdraagbaar. Ik moest nu kiezen tussen jou en mijn levensdoel. Ik huilde veel in die tijd en heb me met slagen door jouw web gevochten. Ik begon mezelf terug te beschadigen omdat ik de strijd niet meer aankon en rust nodig had.
Uiteindelijk mocht ik gaan, maar daar ben ik totaal ingestort, ik kon niet meer, ik kon niet meer tegen je in gaan. Je strafte me voor deze hele week dat ik je niet volgde en nu pas werd de echte duivel in jou wakker. Het liep helemaal mis en ik kon echt echt echt niet meer, ik verschuilde al deze gevoelens en twijfels achter een houding ‘dat niets me boeit’. Maar eigenlijk deed dit het wel, elke dag huilde ik mezelf in slaap, ik deed mezelf pijn en ik voelde me zo machteloos over mezelf. Ik kon dit alleen niet toegeven.
Toen besloten mijn ouders me terug te laten opnemen in crisis opname. Dit was de hel voor jou, je voelde dat al die mensen er alles aan gingen doen je weg te jagen. De dagen voor de 2de opname, liet je me nog amper iets toe. Toen ik toekwam, had ik nooit gedacht hoe moeilijk het zou zijn. Ik werd zo bang en had totaal geen keuze. Ik kon niet meer tegen jou op, en toen mijn dieptepunt (in gewicht) bereikt was, besloot de omgeving om jou macht af te nemen. Ze sloten een sonde voeding aan en daaraan kon ik niet veel beginnen. Je werd woedend en riep in mijn hoofd dat ik er alles aan moest doen om hier tegen in te gaan, maar daar had ik de kracht niet voor. Ik was opgelucht dat ik het niet meer zelf moest doen, dat ik eindelijk tot rust kon komen, maar ik wou je niet kwijt.
Een hele tijd later, drong het tot me door dat wat jij deed niet menselijk was, je verwoestte me mentaal maar ook fysiek. Je bleef maar zagen en roepen en je maakte me zo bang. Ik wou niets liever dan kunnen eten zonder te denken, kunnen sporten voor plezier, kunnen dromen over leuke en mooie dingen, maar op hetzelfde moment was de angst om jou los te laten een emmer die met de dag werd bijgevuld.
De angst dringt zo diep in mij dat het pijn doet. Wanneer ik toegeef aan jou, voel ik me zo ”goed”, je beloont me door me met rust te laten, maar tegelijkertijd ben ik zo bang van je. Je word op die momenten zo lief dat het eng is, je neemt me helemaal over en alles waar ik aan kan denken zijn de dingen waar jij me toe verplicht. Het voelt alsof ik geen keus heb. Ik wil je niet, maar de angst om zonder jou te leven is heel groot. Wat ik ook doe, het is nooit goed, wat ik ook zeg, noot is het correct. Ik wil deze angsten en twijfels niet meer, ik wil je woede niet meer. Het enige wat je doet is me zo veel pijn doen. Je laat mij de mensen die van me houden kwetsen en geeft me het gevoel dat ik niets waard ben.
Op dit moment twijfel ik nog heel hard, en laat ik me nog vaak vangen in jou valkuilen, maar ik weet dat het zo niet kan doorgaan. Jij mag niet de macht over mij hebben, dat verdien je niet. Ik weet dat er nog veel dagen en momenten zullen komen waarop ik naar je zal luisteren zonder tegen je in te gaan, maar het mag niet eeuwig zijn. Het voelt nu wel zo, maar als ik genoeg bewijs aan jou dat ik ga winnen, zal je op een dag niet anders kunnen dan me los te laten. Ik ben zo bang voor dit moment, maar dit is ook het moment waar ik naar verlang. Je hebt me lang genoeg gevangen gehouden en ik ben je beu, ik moet losbreken. Je kan me niet voor eeuwig vasthouden, want die kracht heb je niet.
Ik schrijf nu al deze woorden wel en terwijl ik denk dat het me nooit zal lukken en fluister jij in mijn oren dat ik te zwak ben en hier twijfel ik inderdaad over, maar ik heb geen keuze. Ik moet kiezen tussen jou en je ellende en de liefde van alle mensen die van me houden, het genot van leuke dingen doen en weggaan met vrienden en ik wil beslissen. Ik weet dat ik het niet zal zien zitten, en dat ik zal toegeven, dat ik me schuldig ga voelen over dingen die ik eet of over het cijfer op de weegschaal. Maar er is 1 ding wat ik ook weet, en dat is dat het er beter zal uitzien zonder jou.
Het spijt me enorm dat ik je dit zo bot zeg, en ik verlang nog steeds naar jou, maar het kan niet zo doorgaan. Onze wegen moeten scheiden en ik hoop dat je niemand anders meer zal aanvallen. Want wat ik heb geleerd is dat je me zo vaak vertelt dat ik het niet verdien om gelukkig te zijn, maar ik vertel je nu dat jij het al zeker niet verdient. Ik zal altijd aan je denken, maar ik zal je niet meer de macht laten overnemen.
Ik weet niet of ik het zal halen, en of ik ooit zal vinden dat ik geluk verdien, maar ik weet ook dat dit met jou aan mijn zijde ook niet lukt. Je hebt me genoeg afgenomen en ik heb jaren en vriendschappen aan jou verloren die ik nooit meer zal terugkrijgen. Ik bedank je voor de dingen die je me hebt gegeven, maar haat je om de dingen die je me afnam. Ik hoop dat deze brief aan jou ooit door mezelf kan worden voorgelezen, met kracht en geloof dat het beter word. Tot dat moment, is dit een teken dat ik het niet wil!
Vaarwel, twijfelachtige groeten van je ex-vriendin Charlotte.
Lees ook ‘De eetstoornis als zelfstandig individu‘, over je eetstoornis als persoon of stem zien en de blog ‘Mijn eetstoornis is sterker dan ik‘.
Plaatjes 2+3: Weheartit
Geef een reactie