Liever niet herstellen dan falen

‘Zie je wel, je kan het wel.’ Klonken de soort van bemoedigende woorden van de sociotherapeute. Ontevreden schoof ik mijn bord voor mij uit. Leeg weliswaar. In mijn hoofd was het alles behalve stil. ‘Zie je wel, je kan het wel..’ De woorden dreunden door mijn hoofd. Ookal was het eigenlijk bedoeld een compliment, het compliment aannemen kon ik niet. Alsof het allemaal niks voorstelde. Alsof ik het zomaar even deed, dat herstellen…

Ik kan het wel. Alsof ik al die tijd alsof had gedaan. Zo voelde het. Alsof mijn eetstoornis niks voorstelde en mijn herstel ook niet. Alsof ik het mijzelf misschien wel had aangepraat. Dat als ik nu even mijn bord leeg zou eten, ik weer beter zou zijn. ‘Stop er maar een hamburger in, dan komt het wel goed.’ Zoiets. Zo werkte het helaas niet. Ergens wist ik dat ook wel, het was alleen met vlagen zo moeilijk om dit echt serieus te nemen, want ‘het is maar een eetstoornis..’


Een eetstoornis is niet ‘maar’ een eetstoornis. Een eetstoornis is vreselijk. Een eetstoornis betekende voor mij een uiting van mijn walging naar mijzelf toe, mijzelf kapot maken, mijzelf niks gunnen, want ik was het toch niet waard, het leven nog ondraaglijker maken, maar hierdoor juist draaglijker. Een eetstoornis is complex, in alle mogelijke facetten. Een eetstoornis die mij heelde, mij opving als ik het moeilijk had, maar mij juist kapot maakte. Mijn eetstoornis was mijn manier geworden om met het leven, dat mij zo in de weg zat, om te gaan, …al jarenlang. En toch verwachtte ik dat ik het herstellen wel even deed. Niet alleen verwachtte ik dat, ik eiste het van mijzelf.

Ik bleef het lastig vinden om de stappen te zien die ik had gezet. Elke dag moest ik nog verder komen, nog meer genezen zijn dan de dag ervoor. Dat was het enige wat telde. Elke ‘misstap’ voelde alsof ik opnieuw faalde in het leven. ‘Zie je wel, ik kan het toch niet..’ Waarom zou ik het dan proberen..? 

De ‘ik kan het niet’ gedachte die sterker woog dan de ‘ik kan het wel’ gedachte. De gedachte waar ik meer in geloofde, waar ik mijzelf meer in herkende. Het voelde veilig om mij te verschuilen achter het idee dat het toch niet lukte. Dit was voor mij een vrijbrief dat ik het ook niet hoefde te proberen.

‘Liever helemaal niet proberen, dan falen,’

…werd mijn onuitgesproken motto. Het leek mij veiliger om mijzelf te beschermen op een manier die alleen ik begreep. Mijn eetstoornis werd alsmaar groter en mijn comfort-zone steeds kleiner. Mijzelf uitdagen deed ik niet meer. Ik wilde mijzelf niet keer op keer teleurstellen.

Ook al voelde dit op dat moment zo veilig, eigenlijk hield ik mijzelf klein. Mijn eetstoornis was mijn manier geweest om het leven uit de weg te gaan. Niet na hoeven te denken over de toekomst, iets wat ik sowieso al eng vond. In mijn toekomst zag ik alles wat mis met mij was, alle foute keuzes die ik had gemaakt en hier waren ontpopt tot angsten waar ik niet achter kon staan. Niet achter durfde te staan. Mijn eetstoornis hielp mij mijn focus te verleggen, de angsten aan te gaan, maar niet te voelen. Mijn toekomst te leven, zonder deze echt te ervaren. 


Anderen toelaten

Ik vergeleek mijzelf continu met mijn omgeving. Om mij heen zag ik mensen afstuderen, een baan krijgen, samenwonen.. Stappen die ik mijzelf niet gunde. Stappen die alleen maar angst en onveiligheid opriepen. Ik wilde hier nog helemaal niet heen. Ik vond het wel prima zo. De toekomst zag ik als een donkere kamer met afgeplakte ramen waar ik zelf het licht moest vinden. Alles op de tast. Langzaam, niet te snel. Niet wetende wat ik waar kon verwachten. Angst bij elke stap. Pas toen ik anderen toeliet in deze donkere kamer lukte het mij om iets meer vertrouwen te krijgen in het leven dat ik uitstelde. Langzaam zag ik in dat ik het niet alleen hoefde te doen. Ook al moest ik zelf het licht aan doen, ik hoefde er niet alleen naar te zoeken. 

In de therapieën kreeg ik pas echt inzicht in de (irrationele) angsten die ik had ontwikkeld. Ik leerde dat mijn eetstoornis veel complexer was dan ik eigenlijk zelf doorhad. Het lag niet zo zwart wit als ik altijd had gedacht. Het is geen kwestie van ‘even een mars eten.’ Juist omdat ik dit zelf zo lang had gedacht, ging ik er vanuit dat andere mensen dit ook zo zouden denken. Dat anderen mij een aansteller zouden vinden. Het voelde alsof mijn eetstoornis een schreeuw om aandacht was, wat het misschien deels ook wel was, maar er zat zoveel meer onder wat ik niet aan durfde te gaan. Niet aan wilde gaan. Deels omdat ik bang was om die aandacht echt te krijgen. 

Het was voor mij helpend om uit te zoeken waarom ik er zo van overtuigd was dat anderen hier zo’n oordeel over hadden, of zouden hebben. Ik kwam erachter dat dit eigenlijk meer over mij zei dan over hen. Ik leerde dat ik er een handje van had om gevoelens en gedachtes van anderen op mijn manier in te vullen. ‘Zie je wel, je kan het wel.’ Zegt eigenlijk helemaal niks over de lange weg die ik had bewandeld en de stappen die ik nog moest zetten. Het zegt iets over dat moment. Het moment dat ik mijn bord leeg had gegeten, wat mij veel strijd had gekost maar waarin ik wel had gewonnen. Iets wat mijn socio op dat moment wist en benoemde. Dat het mij, ondanks mijn eigen wantrouwen, was gelukt om tegen die eetstoornis in te gaan en dat mij niks was overkomen. Ik leefde nog. Ik was niet zwak, maar juist heel sterk.

Achteraf had ik graag gewild dat ik dit veel eerder in had kunnen zien. Ik nam mensen om mij heen heel snel van alles kwalijk, terwijl alle opmerkingen vaak uit een goed hart kwamen. Zij hadden dezelfde doelen als ik, mij beter maken. Het maakte het alleen zo lastig dat ik vaak degene was die iedereen, inclusief mijn eigen gezonde ik, tegen me in het harnas werkte. Ik maakte de strijd nog lastiger dan deze al was, wat heel zonde is. Misschien had ik dat op dat moment nodig om er doorheen te komen, misschien was dit mijn manier om om te gaan met de gevoelens die ik op dat moment geen plek kon geven. De enige manier die ik kende om met die gevoelens om te gaan was mijn eetstoornis, iets wat ik nu moest los laten. 


Toen ik dit besef eenmaal inzag werd het voor mij makkelijker om met opmerkingen zoals deze om te gaan. Het is niet gek als het niet altijd lukt om te horen wat een ander precies bedoelt. Mij heeft het geholpen om uit te spreken wat een opmerking als deze met mij kan doen. Dit is niet altijd makkelijk geweest, maar ik merkte dat het mij hielp om hier niet alleen mee te blijven zitten. Op deze manier leerde ik wat de andere persoon echt bedoelde zonder mijzelf gek te maken met de invullingen die ik zo gewend was te hebben. ‘Zie je wel, je kan het wel.’ Een opmerking met eigenlijk ontzettend veel liefde en steun. Iets wat ik zelf meteen teniet deed, terwijl ik het ook aan had kunnen pakken. Ik kon meer dan ik dacht, ik was sterker dan ik dacht te zijn. Zij wist het al, alleen ik nog niet. 

Ben jij bang voor herstel?


Meer lezen over omgaan met goedbedoelde opmerkingen? Lees dan ook deze blog.

Lonneke

Geschreven door Lonneke

Reacties

2 reacties op “Liever niet herstellen dan falen”

  1. Mooi geschreven!!

    Wat mij momentheel echt tegen houdt in het herstel is heel het aankomen. Ik vind dit zo ondragelijk.. waardoor ik telkens weer op de rem trap. En me langzaam weer verdoofd begin te voelen … En voor me gevoel dan weer gefaald Heb!!

  2. Deze blog komt echt binnen.. Herken mezelf echt hierin.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *