Lonneke in de linda: competitie in de kliniek

Jezelf leren kennen op een plek waar je nog nooit bent geweest: zo denk ik terug aan mijn tijd in een eetstoorniskliniek. Ik zag mezelf in alle andere gezichten. En in alle angsten die werden uitgesproken, herkende ik mezelf. Juist door het zien van de moeilijkheden van de mensen om me heen die ook ziek waren, durfde ik te erkennen dat het inderdaad niet goed met me ging. Maar, juist op die plek waar ik zo druk met mezelf aan de slag moest, lag ook een voedingsbodem voor wat ik probeerde te bevechten.

Het is nogal wat: toegeven dat het niet goed gaat en tijdens de kwetsbaarste periode in je leven met vreemden in een kamer gestopt te worden. Ik vond het in ieder geval nogal pittig. Niet alleen werd er verwacht dat ik aan hen ging vertellen wat er door mijn hoofd ging, maar ook moest ik herstellen van de kronkel in dat hoofd. En daar bovenop werd ik bijna dagelijks blootgesteld aan situaties, gedragingen en opmerkingen die precies die kronkel nog meer lieten kronkelen. Hoe ga je om met triggers in een kliniek, wanneer je misschien zelf nog niet eens zeker bent of je wel wilt en kunt herstellen van een eetstoornis?

Ik vs mijn eetstoornis

Ik was veertien of vijftien toen ik de diagnose ‘anorexia nervosa’ kreeg. Ik wist wat het inhield en tegelijkertijd had ik geen idee. Ik omringde me met ongezonde verhalen door middel van pro-anorexia fora. Op het moment van de diagnose zag ik niet in hoe verkeerd ik bezig was. Ik had niet door hoe groot en complex het probleem was waar nu een naam voor was. Ik zag het eerder als iets ‘goeds’, een kers op de taart voor mijn ‘harde werken’: eindelijk, ik had anorexia.

De gesprekken die ik een jaar lang had, versterkten helaas het haast superieure gevoel dat ik had. Ik deed alsof ik geen idee had waar ik mee bezig was en van de term ‘calorieën’ had ik zogenaamd nog nooit gehoord. Een jaar na mijn diagnose was ik weer vrij om te gaan. Zieker dan ooit, maar niemand die het doorhad.

Het duurde niet heel lang voordat ik, toen de gesprekken tot een eind kwamen, doorhad dat ik wel degelijk een probleem had. Dat ik anderen bewust om de tuin had geleid. De schaamte om toe te geven dat het niet goed ging, groeide met de dag. Daarnaast werd ook de eetstoornis sterker met de dag. Juist ook omdat ik mezelf in de behandeling had aangeleerd om wenselijk op anderen te reageren, precies hetgeen te zeggen wat anderen wilden horen. Dat het goed met me ging, Het maakte de drempel naar eerlijk zijn groter en de eetstoornis sterker.

Mijn eetstoornis had een wedstrijdelement: elke dag was een nieuwe dag om records te verbreken. Ik vs mijn eetstoornis. Hoe langer ik mezelf marineerde in mijn eetstoornis, hoe meer ik er in verdween. Omdat ik me bleef isoleren en juist de ongezonde feedback op bleef zoeken, werd ik meer en meer mijn eetstoornis. Ik raakte mezelf kwijt en werd iemand die ik niet meer herkende, waar ik niets meer bij voelde.

Anderen vs mijn eetstoornis

Door mijn ervaring op pro-ana websites, begon ik mijn eetstoornis ook al snel te vergelijken met de situatie waarin anderen zich bevonden. Dat werd immers aangemoedigd op diverse fora. Zo kon je meedoen aan afvalwedstrijden en vergeleken mensen hun lichaamsomtrekken en gewichten met die van anderen. Mijn eetstoornis werd ineens een middel en een doel tegelijk.

Achteraf kan ik inzien dat ik de eetstoornis heb gecreëerd doordat het thuis niet goed ging. Ik had iets nodig waar ik daadwerkelijk in en door kon verdwijnen en door zo met eten en mezelf bezig te zijn, behield ik een bepaalde autonomie die ik voor mijn gevoel was kwijtgeraakt.

Het vergelijken met anderen trok ik uiteindelijk veel breder en paste ik ook in mijn offline wereld toe. Zo vergeleek ik mijn eten met dat van anderen en wilde ik ervoor zorgen dat ik altijd het minste at. Mede door dit soort dingen werd mijn eetstoornis een gezamenlijk probleem. Het werd een steeds groter thema binnen ons gezin. Iets wat ik juist probeerde te voorkomen.

Eetstoornis vs eetstoornis

Jarenlang heb ik hierna nog geworsteld met een (vaak onzichtbare) eetstoornis met, helaas, een deeltijdbehandeling bij een eetstoorniskliniek tot gevolg. Zeker toen ik eenmaal op kamers ging, ging het snel bergafwaarts. Toen ik twaalf was, wilde ik daadwerkelijk afvallen en romantiseerde ik de hele scene rondom anorexia. Maar nu wilde ik helemaal niet afvallen of dun zijn: ik wilde verdoven, verstoppen, verdwijnen. Er vooral niet meer zijn. Hoe ouder ik werd, hoe meer ik begreep en hoe langer ik met die eetstoornis worstelde, hoe meer het over de kern en hoe minder het over eten ging.

Er moest iets gebeuren. Dat werd mij langzaam duidelijk, maar ook mijn omgeving kreeg steeds meer door dat het helemaal niet goed ging. Ik kon mijn studie niet meer volhouden en ik begon mezelf nog meer te isoleren. Met steun vanuit mijn omgeving, heb ik hulp gezocht en kon ik uiteindelijk beginnen aan een deeltijdbehandeling bij een kliniek.

Ik vond het lastig om me voor te bereiden op wat me te wachten stond. Ik was bang dat ik mijn manier om met het leven en de wereld om te gaan achter me moest laten en dat vond ik oneerlijk en doodeng. Ik heb vaak op het punt gestaan om de behandeling af te houden, het niet te doen. Maar ik ben nu ontzettend blij dat ik heb doorgezet en het een kans heb gegeven.

En nee, het was absoluut niet makkelijk. Ik was er niet op voorbereid waar ik overal tegenaan zou lopen. Hoe ik geconfronteerd zou worden met mijn eigen gedrag, door middel van het zien van eetstoornissen bij anderen. Hoe ik het wedstrijdelement projecteerde op anderen, hoe ik zelfs daar nog de ziekste van iedereen wilde zijn; en later de eerst herstelde, . Hoe lelijk het werd. Maar ook, hoe goed het nu daardoor met me gaat.

Ik tegen mijn eetstoornis

Want die lelijkheid was nodig. Het was voor mij nodig om mezelf aan te kijken en alles waar ik me voor schaamde op tafel te leggen. Het was nodig om aan een tafel met anderen te zitten en te zien hoe moeilijk zij het hadden – om daardoor ook met een andere blik naar mijn eigen situatie te kijken. En dat was lastig, in een omgeving waarin er een bepaalde eetstoornis-hiërarchie heerst. Waarin meer mensen met een andere blik naar je kijken. Met een blik die jij herkent, die je van jezelf zo lelijk vindt. Je weet dat je wordt gezien op een manier die voor jou niet helpend is, maar die je uiteindelijk juist verder helpt. Want juist daar is het mogelijk om te oefenen met deze moeilijkheden, met thema’s waar je in het dagelijks leven makkelijk overheen kijkt.

Over het onderwerp ‘competitiedrang in de eetstoorniskliniek’ heb ik een mooi gesprek gehad met journaliste Manuela Blankestijn en een deel van mijn verhaal is ter illustratie gebruikt in een artikel van de Linda. Wil je het graag lezen? Je vindt het artikel hier.


Kom bij Proud2Bme gratis en anoniem in contact met lotgenoten, ervaringsdeskundigen, psychologen en diëtisten. Op ons forum kun je jouw verhaal delen en/of vragen stellen. Ook kan je dagelijks met ons chatten (de agenda vind je hier). Wij staan voor je klaar.

Lonneke

Geschreven door Lonneke

Reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *